Rijd voor- en achteruit en let daarbij
op de waarschuwingen van de
parkeerhulp totdat de manoeuvre is
afgerond. De parkeermanoeuvre is
afgerond, wanneer de voorwielen van
de auto buiten het parkeervak staan
en $ op de instrumentengroep dooft.
Controleer na deactivering of u de
auto weer onder controle hebt.
Displayweergave
De instructies op het display tonen:
● algemene tips en waarschu‐
wingsberichten
● het verzoek om te stoppen
wanneer een parkeerplek is
gevonden
● de richting waarin u rijdt om in te
parkeren
● het verzoek tot inschakelen van
de achteruitversnelling of eerste
versnelling
● het verzoek tot stoppen of tot
langzaam rijden
● het met succes afronden van de
parkeermanoeuvre aangegeven
door een pop-upsymbool en een
geluidssignaal
● het annuleren van een inparkeer‐
manoeuvre
Uitschakelen
De actuele parkeermanoeuvre is te
annuleren via de knop om terug te
keren naar het voorgaande scherm
van het Colour-Info-Display. Om het
Rijden en bediening
systeem helemaal uit te schakelen
moet u op r Uit op de middencon‐
sole drukken.
Het systeem wordt automatisch
gedeactiveerd:
● bij uitschakeling van het contact
● bij het uitvallen van de motor
● als u niet binnen 5 minuten na
selectie van een bepaalde
parkeermanoeuvre aan de
manoeuvre begint
● bij langdurige stilstand van de
auto tijdens een manoeuvre
● als de elektronische stabiliteits‐
regeling wordt getriggerd
● als de rijsnelheid de aangegeven
limiet overschrijdt
● wanneer de bestuurder de stuur‐
wielbeweging afbreekt
● na vier manoeuvreercycli
● bij het openen van het bestuur‐
dersportier
● als een van de voorwielen in
contact komt met een obstakel
● nadat het inparkeren is gelukt
165