Druk op MENU om naar het menu
Klimaatinstellingen te gaan.
Instellingen voor:
● luchtverdeling l, M, K
● luchtdebiet Z
● temperatuur voor bestuurders-
en passagierszijde
● temperatuursynchronisatie met
twee zones MONO
● koeling A/C
● automatische modus AUTO
Het menu Klimaatinstelling is ook
weer te geven
● door ! in te drukken en vervol‐
gens Klimaat te selecteren op het
7" Colour-Info-Display of
● door Í in te drukken en vervol‐
gens Klimaat te kiezen in het
menu op het 8" Colour-Info-
Display.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor automatische
regeling met maximaal comfort:
● Druk op AUTO om het koelen
automatisch te starten.
● Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de auto‐
matische modus.
● Stel de voorkeurtemperaturen
voor de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin in met de linker
en rechter draaiknop. De aanbe‐
volen temperatuur is 22 °C. De
Klimaatregeling
temperatuur verschijnt op
schermpjes naast de knoppen en
in het menu Klimaatinstellingen.
● De luchtrecirculatiemodus 4
moet gedeactiveerd zijn. Na het
deactiveren brandt het led-
lampje in de toets niet.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende
functies te activeren:
Luchtdebiet Z
119