174
Rijden en bediening
De tellerfunctie voor de rijtijdwaar‐
schuwing wordt gereset, wanneer het
contact enkele minuten uitgestaan
heeft.
Vermoeidheidsdetectie
Het systeem bewaakt het alertheids‐
niveau van de bestuurder. Een
camera in de voorruit detecteert
trajectvariaties ten opzichte van de
rijstrookmarkeringen. Dit systeem is
met name geschikt voor bij snelheden
van meer dan 65 km/u.
Als het traject een bepaalde mate van
vermoeidheid of onoplettendheid van
de bestuurder doet vermoeden, acti‐
veert het systeem het eerste waar‐
schuwingsniveau. De bestuurder
ontvangt een bericht en er klinkt een
geluidssignaal.
Na drie waarschuwingen op het
eerste niveau activeert het systeem
een nieuwe waarschuwing met een
bericht en een doordringender
geluidssignaal.
In bepaalde omstandigheden (slecht
wegdek of harde wind) geeft het
systeem ongeacht het alertheidsni‐
veau van de bestuurder mogelijk
waarschuwingen af.
De vermoeidheidsdetectie wordt
opnieuw geïnitialiseerd als het
contact enkele minuten uitgescha‐
keld is geweest of als de snelheid
enkele minuten lager dan 65 km/u is.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
in de volgende gevallen:
● verblinding door koplampen van
tegemoetkomend verkeer, laag‐
staande zon, schitteringen op
vochtige wegen
● rijden op bochtige, heuvelachtige
of smalle wegen
● bij rijden in het donker
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● de camera is bedekt met
sneeuw, ijs, slijk, modder, vuil
● de voorruit is beschadigd of
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers
● de zon valt rechtstreeks in de
lens van de camera
● voorliggers vlakbij
● overhellende wegen
● bermen
● wegen met slechte rijstrookmar‐
keringen
● meerdere rijstrookmarkeringen
wegens wegwerkzaamheden
● plotselinge veranderingen in de
lichtsterkte