Parameter
Tout voor vorstbev
AP080
Zomer -wintertijd
AP075
Tau gebouw WAR
AP079
Tout sensor aanw
AP056
Buitensensor bron
AP091
Toegangspad
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp
Tab.43
Submenu
Algemeen
7745647 - v06 - 30042021
Beschrijving
Buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging wordt geactiveerd
Instelbaar van -30 °C tot 30,5 °C
Ingesteld op -30 °C = functie uitgeschakeld
Temperatuurverschil met ingestelde bovengrens buitentemp. waarbij
generator niet verwarmt of koelt
Instelbaar van 0 °C tot 20 °C
Instelling aanwarm- en afkoelsnelheid. Tijdconstante van het gebouw voor
weersafhankelijk regelen.
Instelbaar van 0 tot 10
0 = 10 uur voor een gebouw met een lage thermische inertie,
3 = 22 uur voor een gebouw met een normale thermische inertie,
10 = 50 uur voor een gebouw met een hoge thermische inertie.
Wijziging van de fabrieksinstelling heeft slechts in enkele uitzonderlijke ge
vallen zin.
Buitentemperatuur sensor aanwezig
Geen buitenvoeler
AF60
QAC34
Bij het aansluiten van de sensor verandert de parameter automatisch.
Type van te gebruiken buitensensorverbinding
Auto
Bedrade sensor
Draadloze sensor
Internet gemeten
Geen
Parameter
Beschrijving
Max CV aanv setpunt
Maximum CV aanvoertemperatuur setpunt
AP063
Instelbaar van 20 °C tot 90 °C °C
CV-functie aan/uit
CV-functie activeren
AP016
Nadraaitijd CV pomp
Pompnadraaitijd CV.
PP015
Instelbaar van 0 Min tot 99 Min
7.5.3
Warmtepomp
In het submenu Warmtepomp vindt u alle parameters die betrekking
hebben op het gedrag van de warmtepomp. De code van deze
parameters begint met AP, HP of PP.
AP : Appliance Parameters = parameters die betrekking hebben op de
binnenunit
HP : Heat pump Parameters = parameters die betrekking hebben op de
buitenunit
PP : Pump Parameters = parameters die betrekking hebben op de
circulatiepomp
Uit
Aan
7 Instellingen
Fabrieksinstelling
3 °C
4 K
3
Geen buitenvoeler
Auto
Fabrieksinstelling
70 °C
Aan
3 min
73