5.7
Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenunit en de buitenunit
Afb.22
2
C
B
A
5.8
De binnenunit plaatsen
Afb.23
7745647 - v06 - 30042021
Neem voor de goede werking van de warmtepomp de minimale en
maximale aansluitlengtes tussen de binnenunit en de buitenunit in acht.
Tab.22
AWHPT 4 MR
AWHPT 6 MR
1
MW-M001439-2
1. Houd de voorgeschreven afstand A, B en C aan tussen de buitenunit
2. Breng een of twee horizontale lussen aan in de koudemiddelleidingen
5.8.1
Houd bij uw keuze van de ideale opstelplaats rekening met de ruimte
nodig voor de binnenunit en de wettelijke voorschriften.
Vorstvrije locatie
Ruimte met een minimum vloeroppervlak en/of ventilatieopeningen
Een solide, stabiele structuur die het gewicht van de binnenunit kan
dragen als die met water is gevuld en er verschillende accessoires op
zijn geïnstalleerd
Voldoende ruimte rond de binnenunit voor goede bereikbaarheid en
vereenvoudiging van het onderhoud
Op minimaal 1 meter afstand van elke vlambron of warmtebron van
boven de 80°C (open ketel, keukenfornuis enzovoort)
5.8.2
Neem de geldende voorschriften ten aanzien van ventilatie van de ruimte
in acht.
Max. voorgeladen lengte (A)
7 m
10 m
1 Buitenunit
2 Binnenunit
A Maximum-/minimumlengte
B Maximum opvoerhoogte
C Maximum aantal 90°-bochten
en de binnenunit.
Tab.23
A
AWHPT 4 MR
3 tot 20 m
AWHPT 6 MR
3 tot 30 m
om storingen te verminderen.
Indien de koudemiddelleidingen minder dan 3 m lang zijn, kunnen zich
de volgende storingen voordoen:
Functionele storingen als gevolg van teveel vloeistof,
Geluidshinder als gevolg van de circulatie van het koudemiddel.
Locatie van de binnenunit kiezen
Voor meer informatie, zie
Afmetingen van de installatieruimte en ventilatie, pagina 35
Afmetingen van de installatieruimte en ventilatie
5 Installatie
B
C
10 m
10
30 m
15
35