1.7
Onderhoud en reparatie
1.8
Toelichting voor gebruiker
7745647 - v06 - 30042021
Houd de laagspanningskabels gescheiden van de
230/400 V stroomkabels.
Gebruik uitsluitend waterdampvrije stikstof voor het
opsporen van lekken en druktesten.
Controleer de hele verwarmingsinstallatie op lekkages
na onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Verwijder de ommanteling alleen voor onderhouds- en
servicewerkzaamheden. Zet de ommanteling weer
terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Schakel de warmtepomp niet uit. De vorstbeveiliging
werkt niet als de warmtepomp is uitgeschakeld.
Als u uw woning voor langere tijd niet hoeft te
verwarmen, moet u de vorstbeschermingsmodus
activeren.
Als u toch de warmtepomp moet uitschakelen en als
het risico bestaat dat de temperatuur onder nul
graden komt, tap dan de binnenunit af en de cv om
bevriezing te voorkomen.
Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen
tijde toegankelijk zijn.
Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die
op apparaten zijn geplakt. De etiketten en typeplaten
moeten tijdens de hele levensduur van het apparaat
leesbaar blijven.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en
waarschuwingsstickers onmiddellijk.
Controleer regelmatig of de verwarmingsinstallatie
met water is gevuld en onder druk staat.
Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de
warmtepompinstellingen kan de temperatuur van de
radiatoren hoger dan 60 °C worden.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
11