6 Inbedrijfstelling
58
3. Schakel de warmtepomp uit en voer de volgende handelingen uit:
Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten.
Controleer de waterdruk op de gebruikersinterface. Indien nodig: vul
de cv-installatie bij met water.
Controleer het vervuilingsniveau van de filters. Reinig indien nodig
de filters.
4. Start de warmtepomp opnieuw.
5. Leg aan de gebruikers uit hoe de installatie werkt.
6. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
7745647 - v06 - 30042021