UITRUSTING
Zie BRANDSTOF voor informatie
over het vullen van de brandstof-
tank en de brandstofvereisten.
13 ) Lier (indien aanwe-
zig)
De lier kan worden ingeschakeld in
het voertuig, met de bedienings-
schakelaar op de console boven-
aan.
LIER
OPMERKING: Als u de lier lange
tijd intensief gebruikt, kan de accu
ontladen.
De volgende tips helpen de kans
op het ontladen van de accu te
verkleinen:
Windt altijd handmatig af: Maak de
kabel los met de hendel en trek aan
de haakband om af te winden.
Het wordt aanbevolen het voertuig
tijdens het inhalen van de lier aan
te laten staan. Stop het voertuig
niet direct na het inhalen van de
lier, zodat de accu kan opladen.
Als u langer dan 30 seconden lang
de lier inhaalt, wordt het tevens
aanbevolen het toerental van de
motor te verhogen tot het bereik
van 3.000 rpm, zodat de laadspan-
ning voor de accu hoger wordt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het
voertuig in NEUTRAAL (N) staat,
voordat u het toerental van de mo-
tor verhoogt.
74
Raadpleeg de lier HANDLEIDING
die bij het voertuig zit voor het
goed bedienen van de lier.
Intensief gebruik van de lier kan de
ingebouwde stroomonderbrekers
tijdelijk UITSCHAKELEN. Wacht
dan even en ga door met het inha-
len van de lier. De stroomonderbre-
kers worden automatisch ingescha-
keld zodra ze zijn afgekoeld.
14) Laadbak
Het voertuig is uitgerust met een
kantelbare laadbak. De laadbak kan
voor verschillende soorten ladingen
worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik de laadbak alleen vol-
gens de richtlijnen in LADING
VERVOEREN in het hoofdstuk
VEILIGHEIDSINFORMATIE , om
het risico op controleverlies of
ladingverlies te beperken.
1. Hendel laadbak
Scheidingen laadbak
De laadbak kan eenvoudig worden
onderverdeeld in kleinere opslag-
compartimenten zodat de ladingen
niet door elkaar kunnen raken.