moet worden toegevoegd om het
elektrolytpeil te regelen.
OPMERKING
Verwijder nooit de
afsluitdop van de accu.
Accu verwijderen
Verwijder het opslagcompartiment
onder de stoel indien aanwezig.
Verwijder het accupaneel
1. Accudeksel
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
OPMERKING
in deze volgorde; koppel de
ZWARTE (-) kabel eerst los.
Verwijder de borgschroef of borg-
schroeven van de accuhouder.
1. Accuhouder
2. Accu
3. Borgschroef of borgschroeven accuhou-
der
Verwijder de accuhouder.
Verwijder de accu.
Demonteer altijd
ONDERHOUDSPROCEDURES
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en
polen met een oplossing van natri-
umcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel. De accubehuizing moet
worden schoongemaakt met een
zachte borstel en een natriumcarbo-
naat-oplossing.
Accu installeren
Om de accu te installeren gaat u
omgekeerd te werk als bij de ver-
wijdering.
OPMERKING
Als de accukabels
niet correct geplaatst worden
(omgekeerde polariteit), kan dit
schade aan de spanningsregeling
toebrengen.
LET OP Sluit altijd eerst de
RODE (+) kabel aan en dan pas de
ZWARTE (-) kabel.
Zekeringen en zekerbare
aansluitingen
Vervangen van de zekeringen
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met hetzelfde
vermogen.
OPMERKING
Gebruik geen zeke-
ring met een hogere capaciteit
om ernstige schade te vermijden.
Plaats zekeringdoos
Dit voertuig is uitgerust met twee
zekeringdozen. De voorste zekering-
doos bevindt zich onder het voorste
onderhoudsdeksel en de achterste
zekeringdoos bevindt zich onder de
passagiersstoel aan de rechterkant
nabij de accu.
Trek aan beide randen van het on-
derhoudsdeksel om het mechanis-
me te ontgrendelen en het onder-
houdsdeksel te openen
119