SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
Om de 4WD-modus te activeren
drukt u de keuzeschakelaar naar
boven.
Om de 2WD-modus te activeren
drukt u de keuzeschakelaar naar
beneden. Het voertuig rijdt dan al-
leen met achterwielaandrijving.
4) Differentieel achter
(indien aanwezig)
De differentieelschakelaar bevindt
zich op de console.
1. Differentieelschakelaar
Met de differentieelschakelaar kan
het achterdifferentieel worden ver-
grendeld.
OPMERKING
Het voertuig moet
stilstaan om de differentieelscha-
kelaar in of uit te kunnen schake-
len. Het in- en uitschakelen van
deze knop tijdens het rijden kan
tot mechanische schade leiden.
Het achterdifferentieel is vergren-
deld als de schakelaar naar boven
staat. Het achterdifferentieel is
ontgrendeld als de schakelaar naar
beneden staat.
5) Schakelaar ECO /
Normaal / Werkmodus
(indien aanwezig)
De schakelaar ECO / Normaal /
Werk bevindt zich op de console
bovenaan.
Het wordt gebruikt voor het selec-
teren van de modus ECO, Normaal
of Werk.
52
OPMERKING: Op het instrumen-
tenbord wordt de rijmodus weerge-
geven.
1. Schakelaar voor de modussen ECO /
Normaal / Werk
De ECO-instelling (laag verbruik
modus) verminderd het brandstof-
verbruik, door beperking van de
maximale opening van het gaspe-
daal om zo een optimaal verbruik
te bewerkstelligen.
OPMERKING: Gebruik op hobbeli-
ge wegen de ECO-modus voor
rustiger rijomstandigheden.
De modus Normaal biedt geen
motorkoppelreductie of sportievere
rijervaring
De modus Werk is geoptimaliseerd
voor zware ladingen op een gladde
weg maar de motorkoppel is volle-
dig beschikbaar. Deze modus is
ook geschikt voor ruw terrein en
obstakels.
6) Lierschakelaar(indien
aanwezig)
De lier kan van binnenin en buitenaf
het voertuig worden bediend met
de lierschakelaar in de console bo-
venaan.