20. Storingen opsporen
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning uit en wacht minimaal
vijf minuten voordat u aansluitingen uitvoert in de
schakelkast of regelaar.
‐
Zorg ervoor dat de voedingsspanning is losgekoppeld
en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
20.1 Systeem draait niet
Systeem draait niet
Oorzaak
De actuele druk is hoger dan of
gelijk aan het ingestelde
setpoint.
De voedingsspanning is
uitgeschakeld.
De stroomonderbrekers
schakelen het systeem uit.
De interne motorbeveiliging is
geactiveerd.
De stroomonderbreker is
defect.
De motor is defect.
Storing persdruksensor.
•
De persdruksensor is
defect.
•
De kabel is stuk of er is
kortsluiting.
20.2 Systeem stopt meteen na inschakelen
Systeem stopt meteen na inschakelen. De werkdruk wordt niet
bereikt.
Oorzaak
Droogloop of geen voordruk.
20.3 Systeem gestopt en kan niet herstarten
Systeem gestopt en kan niet herstarten.
Oorzaak
Storing persdruksensor.
•
De persdruksensor is
defect.
•
De kabel is stuk of er is
kortsluiting.
Storing in klemmenkast.
•
De voedingsspanning is
uitgeschakeld voor pomp 1.
•
De klemmenkast is defect.
20.4 Instabiele watertoevoer vanuit het systeem
Instabiele watertoevoer vanuit het systeem (alleen voor systemen
met zeer laag verbruik)
Oorzaak
De voordruk is te laag.
44
Oplossing
Wacht tot de druk gedaald is of
verlaag de druk aan de perszijde
van Hydro Multi-E en controleer
dat het systeem inschakelt.
Schakel de elektriciteitstoevoer
in.
Corrigeer de storing en schakel
de stroomonderbrekers in.
Neem contact op met Grundfos.
Vervang de stroomonderbreker.
Herstel of vervang de motor.
•
Vervang de persdruksensor.
•
Herstel of vervang de kabel.
Oplossing
Controleer de wateraansluiting.
Wanneer de voordruk opnieuw is
ingesteld, worden de pompen na
15 seconden opnieuw
ingeschakeld.
Oplossing
•
Vervang de persdruksensor.
Persdruksensoren met
uitgangsignalen van 0-20 mA
of 4-20 mA worden door het
systeem bewaakt.
•
Herstel of vervang de kabel.
•
Schakel de
elektriciteitstoevoer in.
•
Vervang de klemmenkast van
pomp 1.
•
Neem contact op met
Grundfos.
Oplossing
Controleer de zuigleiding en
mogelijk de zeef.
Oorzaak
De zuigleiding of pompen zijn
gedeeltelijk verstopt door
verontreinigingen.
De pompen zuigen lucht aan.
De persdruksensor is defect.
20.5 Pompen werken maar leveren geen water
Pompen draaien maar leveren geen water.
Oorzaak
De zuigleiding of pompen zijn
verstopt door verontreinigingen.
De keerklep is geblokkeerd in
de gesloten stand.
De zuigleiding lekt.
Lucht in zuigleiding of pompen. Ontlucht de pompen. Controleer
20.6 Systeem kan setpoint niet bereiken
Systeem kan setpoint niet bereiken.
Oorzaak
De kabel is stuk of er is
kortsluiting (GENIbus
communicatie tussen pomp 1
en pomp 2/3).
Pomp 2 of 3 is buiten bedrijf.
20.7 Lekkende asafdichting
Lekkage van een asafdichting.
Oorzaak
De asafdichting is defect.
CRE en CRIE pompen:
De hoogteregeling van de
pompas is niet nauwkeurig.
20.8 Pompen maken zeer veel lawaai
Pompen maken zeer veel lawaai.
Oorzaak
De pompen caviteren.
CRE en CRIE pompen:
De pompen kunnen niet vrij
roteren (wrijvingsweerstand)
door onnauwkeurige hoogte-
instelling van de pompas.
20.9 Zeer frequent starten en stoppen
Zeer frequent starten en stoppen.
Oorzaak
Verkeerde voordruk
expansievat.
Het verschil tussen in- en
uitschakeldruk is te klein.
Deze situatie treedt
alleen op bij
noodbedrijf.
Oplossing
Reinig de zuigleiding of pompen.
Controleer de zuigleiding op
lekkages.
Vervang de persdruksensor.
Oplossing
Reinig de zuigleiding of pompen.
Reinig de keerklep. De keerklep
moet vrij kunnen bewegen.
Controleer de zuigleiding op
lekkages.
de zuigleiding op lekkages.
Oplossing
Herstel of vervang de kabel.
Schakel de voedingsspanning
naar de pomp in en controleer de
pompstatus.
Oplossing
Vervang de asafdichting.
Pas de ashoogte opnieuw aan.
Oplossing
Reinig de zuigleiding of pompen
en mogelijk de zeef.
Pas de ashoogte opnieuw aan.
Zie de CR, CRI, CRN installatie-
en bedieningshandleidingen die
bij dit systeem worden geleverd.
Oplossing
Controleer de voordruk.
Vergroot de instelling van het
drukverschil voor elke
drukschakelaar.