11.3 Digitale ingangen
Functie
Kies één van de volgende functies:
•
Niet actief. Wanneer deze ingang is ingesteld op Niet actief,
heeft de ingang geen functie.
•
Externe stop. Wanneer de ingang is gedeactiveerd (open
kringloop) schakelt de pomp uit.
•
Min. (minimaal toerental). Wanneer de ingang is geactiveerd,
werkt de pomp met het ingestelde minimale toerental.
•
Max. (maximaal toerental). Wanneer de ingang is geactiveerd,
werkt de pomp met het ingestelde maximale toerental.
•
Door gebruiker gedefinieerd toerental. Wanneer de ingang is
geactiveerd, draait de motor met het door de gebruiker
ingestelde toerental.
•
Externe fout. Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
timer gestart. Als de ingang meer dan 5 seconden wordt
geactiveerd, wordt de pomp uitgeschakeld en wordt er een
storingsmelding gegeven. Deze functie is afhankelijk van invoer
vanuit externe apparatuur.
•
Alarm resetten. Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
eventuele storingsmelding gereset.
•
Droogloop. Wanneer deze functie wordt gekozen, dan kan te
lage inlaatdruk of watertekort worden gedetecteerd. Wanneer te
lage voordruk of watertekort (drooglopen) wordt gedetecteerd,
wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp kan niet herstarten
zolang de ingang geactiveerd is. Hiervoor is het gebruik van
toebehoren nodig, zoals:
- een drukschakelaar die is geïnstalleerd aan de inlaatzijde
van de pomp
- een vlotterschakelaar die is geïnstalleerd aan de inlaatzijde
van de pomp.
•
Totaal debiet. Wanneer deze functie wordt geselecteerd, dan
kan het geaccumuleerde debiet worden geregistreerd. Hiervoor
is een debietmeter nodig die een feedbacksignaal kan geven als
een puls per gedefinieerd watervolume.
•
Voorgedef. setpoint pos. 1 (geldt alleen voor digitale ingang
2). Wanneer digitale ingangen als voorgedefinieerd setpoint
worden ingesteld, draait de motor volgens een setpoint dat is
gebaseerd op de combinatie van de geactiveerde digitale
ingangen. Zie paragraaf Vooraf gedefinieerde setpoints.
De prioriteit van de geselecteerde functies ten opzichte van elkaar
blijkt uit paragraaf Prioriteit van instellingen.
Een uitschakelopdracht heeft altijd de hoogste prioriteit.
Activeringsvertraging
Selecteer de activeringsvertraging (T1).
Dit is de tijd tussen het digitale signaal en de activering van de
geselecteerde functie.
Bereik: 0 tot 6000 seconden.
Modus voor duurtimer
Selecteer de modus.
•
Niet actief
•
Actief met onderbreking (modus A)
•
Actief zonder onderbreking (modus B)
•
Actief met naloop (modus C).
Selecteer de duur (T2).
Dit is de tijd die, samen met de modus, bepaalt hoe lang de
geselecteerde functie actief is.
Bereik: 0 tot 15,000 seconden.
T input > T1 + T2
DI
T input
A
T1
T2
B
T1
T2
C
T1
T2
Duurtimerfunctie van digitale ingangen
Pos.
Beschrijving
A
Modus A
B
Modus B
C
Modus C
DI
Digitale ingang
Fabrieksinstellingen
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
11.8 Voorgedefinieerde setpoints
14. Prioriteit van instellingen
21.6 Fabrieksinstellingen
11.4 Digitale ingangen/uitgangen
U kunt kiezen of de interface moet worden gebruikt als ingang of
uitgang. De uitgang is een open collector en u kunt er verbinding
mee maken via bijvoorbeeld een extern relais of een externe
regelaar zoals een PLC.
+ 24V
DO 3/4
Voorbeeld van configureerbare digitale ingangen/uitgangen
Pos.
Beschrijving
1
Externe regelaar
U kunt een digitale in-/uitgang instellen door de onderstaande
instellingen uit te voeren.
Modus
U kunt de digitale ingang/uitgang 3 en 4 instellen als digitale ingang
of digitale uitgang:
•
Digitale ingang
•
Digitale uitgang .
Functie
U kunt de digitale in-/uitgang 3 en 4 instellen op de functies die
worden genoemd in de onderstaande tabel:
T input < T1 + T2
T input
T1
T1
T2
T1
T2
1
29