10.3 Regelmodus
Hier kunt u kiezen uit de verschillende regelmodi.
10.3.1 Constante druk
Wij adviseren deze regelmodus als de pomp een constante druk
moet leveren, onafhankelijk van het debiet in het systeem.
H
Constante druk
Bij deze regelmodus wordt de af fabriek geplaatste druksensor
gebruikt, indien beschikbaar, die de persdruk van de pomp meet.
Bij pompen waarbij niet af fabriek een sensor is geplaatst moet u
een druksensor aansluiten op een van de analoge ingangen van de
pomp. U kunt de druksensor instellen in het menu 'Assist '
Voorbeelden
•
Eén externe druksensor.
p
Constante druk
Regelaarinstellingen
Voor aanbevolen instellingen van de regelaar, zie paragraaf
Regelaar.
Fabrieksinstellingen
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
10.6 Regelaar
21.6 Fabrieksinstellingen
10.3.2 Proportionele druk
Raadpleeg voor proportionele druk de paragraaf 'Proportionele
druk'.
Gerelateerde informatie
10.9 Proportionele druk
22
10.4 Leidingvulfunctie
De functie wordt doorgaans gebruikt bij
drukverhogingstoepassingen en zorgt voor een geleidelijke opstart
van systemen met bijv. lege leidingen.
Opstarten gebeurt in twee fasen.
•
Vul fase (1): De leidingen worden langzaam gevuld met water.
Wanneer de druksensor van het systeem merkt dat de leidingen
zijn gevuld, begint Fase 2.
•
Druk-opbouw fase (2): De systeemdruk wordt opgevoerd totdat
het setpoint (SP) wordt bereikt. Het opbouwen van de druk vindt
plaats binnen een aanlooptijd. Als het SP niet binnen een
bepaalde tijd bereikt is, dan kan een waarschuwing of een alarm
worden gegeven, en de pompen kunnen tegelijkertijd worden
uitgeschakeld.
P
Q
SP
P
f
Vul- en drukverhogingsfasen
p
P: Druk
P
: Vuldruk
f
Pos.
Instelbereik
•
Vulsnelheid. Vast toerental van de pomp tijdens de vulfase.
•
Vuldruk. De druk die de pomp moet bereiken vóór de maximale
vultijd.
•
Max. vultijd. De tijd waarbinnen de pomp de vuldruk moet
bereiken.
•
Max. reactietijd. Reactie van de pomp als de maximale vultijd
wordt overschreden:
- waarschuwing
- alarm (pomp wordt uitgeschakeld).
•
Druk opbouwtijd. Aanlooptijd vanaf het moment dat de vuldruk
wordt bereikt tot het moment waarop het setpoint moet zijn
bereikt.
Fabrieksinstellingen
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
21.6 Fabrieksinstellingen
1
B
A
Max.
T
f
T: Tijd [seconde]
T
: Vultijd
f
Beschrijving
1
Vul fase: bedrijf met constante curve
2
Druk-opbouw fase: constante-drukbedrijf
A
Actuele waarde
B
Aanloop tot setpoint
Als u deze functie activeert, wordt de functie altijd
ingeschakeld wanneer de pomp op de bedrijfsmodus
Stop heeft gestaan en wordt geschakeld naar Normaal .
2
T