2. Open het menu 'instellingen' op het geavanceerde
bedieningspaneel van pomp 1.
3. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen in op basis van
de verbonden apparatuur en de vereiste functionaliteit.
4. Wijs een GENI-adres toe. Het adres van de eerste pomp dient
te beginnen met (1), het adres van de tweede pomp met (2),
enz.
5. Ga naar de volgende pomp.
6. Gebruik het geavanceerde bedieningspaneel en herhaal
stappen 3-5.
7. Herhaal de voorgaande stappen voor alle pompen in het
systeem.
8. Ga nadat u alle pompen heeft geconfigureerd terug naar pomp
1. Open het menu Assist op het geavanceerde
bedieningspaneel.
9. Ga naar Multipomp instelling .
10. Selecteer uw gewenste communicatieprotocol (in dit geval
draadloos ).
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Selecteer de multipompfunctie (in dit geval cascade ).
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Lees de informatie en druk op OK om andere pompen te
zoeken.
15. Het systeem begint met zoeken en alle beschikbare pompen
gaan knipperen (Grundfos Eye).
16. Druk bij de pompen die u toe wilt voegen aan het systeem op de
verbindingstoets.
17. Na het zoeken worden alle toegevoegde pompen weergegeven
op het bedieningspaneel. Druk op [>].
18. In het overzicht kunt u de aangesloten pompen bevestigen.
Druk op OK om het systeem aan te maken.
12. Het product instellen (E-producten)
12.1 Instelling via de pompen
De beschrijving van de instellingen is zowel van toepassing op
pompen zonder in de fabriek aangebrachte sensoren als op
pompen met in de fabriek aangebrachte druksensor.
Setpoint
U kunt het gewenste setpoint op drie manieren instellen:
•
op het bedieningspaneel van de pomp
•
via een ingang voor extern setpointsignaal
•
met Grundfos GO.
Overige instellingen
Voer alle andere instellingen uit met Grundfos GO.
U kunt belangrijke parameters zoals de actuele waarde van de
regelparameter en het energieverbruik aflezen met Grundfos GO.
Gebruik voor speciale of gebruikerspecfiieke instellingen de
Grundfos PC Tool. Neem contact op met Grundfos voor meer
informatie.
12.1.1 Draadloze communicatie
Dit product bevat een radiomodule voor bediening op afstand. Dit is
een apparaat van klasse 1 dat overal in de EU zonder beperkingen
kan worden gebruikt.
Sommige uitvoeringen van dit product en producten die verkocht
worden in China en Korea hebben geen radiomodule.
Dit product kan communiceren met de Grundfos GO en andere
producten van hetzelfde type via de ingebouwde draadloze module.
In sommige gevallen kan een externe antenne nodig zijn. Alleen
een door Grundfos goedgekeurde externe antenne mag op dit
product worden aangesloten, en alleen door een installateur die
daarvoor door Grundfos is geautoriseerd.
Draadloze communicatie In-/uitschakelen radiocom.)
U kunt de draadloze communicatie instellen op ingeschakeld of
uitgeschakeld. U kunt deze functie gebruiken op locatie waar
draadloze communicatie niet is toegestaan.
Infraroodcommunicatie blijft actief.
Fabrieksinstellingen
Zie paragraaf Fabrieksinstellingen.
Gerelateerde informatie
21.6 Fabrieksinstellingen
12.1.2 Batterij
CRE, CRIE en CRNE zijn voorzien van een Li-ionbatterij. De Li-
ionbatterij voldoet aan de batterijrichtlijn (2006/66/EC). De batterij
bevat geen kwik, lood en cadmium.
35