4.4 Elektrische installatie
Voer de elektrische aansluiting uit in overeenstemming met de
lokale voorschriften.
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie overeenkomen
met de waarden die op het typeplaatje vermeld staan.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingspanning uit en zorg dat deze niet
per ongeluk kan worden ingeschakeld.
‐
Zorg ervoor dat de bedrading van de onderstaande
aansluitingsgroepen over de gehele lengte door
middel van dubbele isolatie van elkaar wordt
gescheiden.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
De installatie dient door gekwalificeerd personeel en
volgens de lokale voorschriften te worden uitgevoerd.
Als de voedingskabel beschadigd is, dient deze door de fabrikant,
haar servicepartner of door andere gekwalificeerde persoon
vervangen te worden.
De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk voor het
installeren van een correcte aarding en bescherming in
overeenstemming met de lokale richtlijnen. Alle handelingen
moeten worden uitgevoerd door een bevoegd elektricien.
Het systeem moet stationair en permanent geïnstalleerd zijn. Het
systeem moet daarnaast permanent zijn aangesloten op de
voeding.
Voer de aardaansluiting dubbel uit.
Als het systeem niet zodanig kan worden geïnstalleerd dat de
werkschakelaar zich minimaal 0,6 m boven het werkniveau verbindt
volgens EN 60204-1, paragraaf 5.3.4, dient u een externe
werkschakelaar aan te brengen die voldoet aan EN 60204-1,
paragraaf 5.3.2. Het systeem moet worden geleverd met een
middel dat vergrendeling in de OFF-stand (geïsoleerd) mogelijk
maakt.
4.4.1 Bescherming tegen elektrische schok, indirect contact
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Verbind de motor met een aardleiding en bescherm
deze tegen indirect contact in overeenstemming met
de lokale regelgeving.
Aardedraden dienen altijd groen of groen/geel te worden
uitgevoerd.
Overspanningsbeveiliging
De motor is beveiligd tegen netspanningspieken in
overeenstemming met EN 61800-3.
Motorbeveiliging
De motor heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De motor
beschikt over thermische beveiliging tegen langzame overbelasting
en blokkering.
4.4.2 Isolatieweerstand
Voer geen isolatietest uit aan motorwikkelingen of een
installatie waarin pompen met geïntegreerde frequentie-
omvormer zijn opgenomen, aangezien hierdoor de
ingebouwde elektronica kan worden beschadigd.
10
4.5 Netvoeding
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie overeenkomen
met de waarden die op het typeplaatje vermeld staan.
Gebruik specifieke motoren voor IT-netwerken als het
systeem via een IT-net gevoed wordt. Neem contact op
met Grundfos.
De aansluitdraden in de stroomonderbrekingskast moeten zo kort
mogelijk zijn. Uitzondering hierop is de afzonderlijke beschermende
aarddraad, die zo lang dient te zijn dat deze als laatste de
verbinding verbreekt als de kabel onopzettelijk uit de kabeldoorvoer
wordt getrokken.
Voor maximale reservezekering, zie paragraaf Voedingsspanning.
L1
L2
ELCB
(GFCI)
L3
N
PE
A
Voorbeeld van een Hydro Multi-E op netvoeding met
reservezekeringen en aanvullende beveiliging (geldt uitsluitend
voor systemen met één-fase motoren)
Pos.
Beschrijving
A
Installatie in een gebouw
B
Stroomonderbrekingskast
Voor maximale reservezekering, zie paragraaf Voedingsspanning.
L1
ELCB
L2
(GFCI)
L3
PE
A
Voorbeeld van een Hydro Multi-E op netvoeding met
reservezekeringen en aanvullende beveiliging (geldt uitsluitend
voor systemen met drie-fase motoren)
Pos.
Beschrijving
A
Installatie in een gebouw
B
Stroomonderbrekingskast
Gerelateerde informatie
21.1 Voedingsspanning
L1
L2
L3
N
B
L1
L2
L3
B