5. Plaats de bevestigingsbout (A) en draai deze aan tot 1,3 Nm.
A
Bevestiging van de bevestigingsbout
6. Breng de elektrische verbindingen met de CIM module tot stand
zoals beschreven in de instructies die zijn meegeleverd met de
module.
7. Verbind de kabelafschermingen van de buskabels met de aarde
via een van de aardklemmen (A).
De kabelafschermingen met aarde verbinden
8. Leid de draden voor de CIM module. Zie het voorbeeld in
onderstaande afbeelding.
Voorbeeld van het leiden van draden
9. Bevestig de CIM deksel.
10. Als de CIM module is geleverd met een FCC-label, brengt u dit
aan op de klemmenkast.
FCC-label
11. Plaats de deksel van de klemmenkast (B) en draai de vier
bevestigingsbouten (A) kruislings aan tot 6 Nm.
A
B
De deksel van de klemmenkast plaatsen
Zorg ervoor dat de deksel van de klemmenkast is
A
uitgelijnd met het bedieningspaneel.
6. Identificatie van functionele module
U kunt de geplaatste module identificeren aan de hand van het
typeplaatje van de motor.
Type :
P.N. :
DE :
NDE:
Wgt :
Identificatie van functionele module
Uitvoering
FM 200
FM 300
FCC
VARIANT
Hp
PB
:
P.C. :
INPUT
OUTPUT
VARIANT
Seria l no :
U
:
P2
:
rpm
Hp
PB
:
in
FM
:
~
Env.Type :
TEFC
V
n max:
rpm
FM
:
SF
:
CL :
f
in
:
Hz
Eff
:
HMI
HMI
:
:
Made in Hungary
kg
T
amb
:
F
PF :
I
SF Amp
:
A
I
1/ 1
:
A
CIM
:
:
CIM
Beschrijving
Standaard functionele module
Geavanceerde functionele module
DK - 8850 Bjerringbro, Denmark
15