Klokfunctie
1) Maximaal 23 uur 59 min
8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voedselsensor
Voedselsensor meet de temperatuur
binnenin het voedsel. Wanneer het
voedsel de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
Er worden twee temperaturen ingesteld:
• de oventemperatuur (minimaal
120°C),
• de kerntemperatuur van het voedsel.
LET OP!
Gebruik alleen het
meegeleverde accessoire en
de originele vervangende
onderdelen.
Aanwijzingen voor de beste resultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• De Voedselsensor mag niet worden
gebruikt voor vloeibare gerechten.
Eindtijd
Herinnering
Applicatie
Om de uitschakeltijd van een verwarmfunctie
in te stellen. Deze optie is alleen beschikbaar
als de Programmaduur is ingesteld. U kunt
de functies Programmaduur en Eindtijd tege-
lijkertijd gebruiken om het apparaat op een
later ingesteld tijdstip automatisch aan en uit
1)
te schakelen.
Om een afteltijd in te stellen.
Deze functie heeft geen invloed op de werk-
ing van het apparaat.
Kies
en stel de tijd in. Wanneer de tijd is
verstreken, klinkt er een geluidssignaal. Druk
op de draaiknop om het signaal te onderbre-
ken.
De Herinnering kan ook worden gebruikt als
het apparaat is uitgeschakeld.
• Tijdens het koken met de
Voedselsensor moet deze in het
gerecht blijven en de stekker in de
aansluiting.
• Maak gebruik van de aanbevolen
vleesthermometerinstellingen voor
voedsel.
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Het apparaat berekent een
geschatte
bereidingseindtijd. Dit hangt
af van de voedselkwaliteit,
de ingestelde ovenfunctie
en de temperatuur.
Voedselcategorieën: vlees,
gevogelte en vis
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de punt van de Voedselsensor
in het midden van het vlees of de vis,
indien mogelijk in het dikste
gedeelde. Zorg ervoor dat ten
NEDERLANDS
19
1)