Sleutel, FM-AFStANDSBeDIeNING: algemeen
A
1
Sleutel A
1 Gecodeerde contactsleutel, en sleutel
van de portieren en de tankdopklep.
Gebruik de sleutel 1 alleen waarvoor
deze bedoeld is (en niet bijvoorbeeld als
flesopener, enz.).
1.2
(1/2)
B
1
3
2
4
FM-afstandsbediening B of C
2 Vergrendelen van alle portieren.
3 Ontgrendelen van alle portieren.
Advies
Stel de afstandsbediening niet bloot aan
warmte, koude of vocht.
C
1
3
2
4
4 Vergrendelen/ontgrendelen van alleen de
achterklep (voor de afstandsbediening
met drie knoppen).
5 Vergrendelen/ontgrendelen van het in-
zetstuk van de sleutel van de afstands-
bediening C.
Om het inzetstuk vrij te maken van zijn
houder, drukt u op de knop 5, het komt
vanzelf naar buiten.
Druk op de knop 5 en begeleid het inzet-
stuk bij het terugdrukken in zijn houder.
5