STORINGEN
(6/8)
Tijdens het rijden
Het sturen gaat zwaar.
De motor wordt te warm. Het waarschu-
wingslampje voor de temperatuur van de koel-
vloeistof brandt (of wijzer van temperatuurme-
ter staat in het rode gebied).
Radiateur: Als er veel te weinig koelvloeistof inzit, vergeet dan niet dat u nooit koude koelvloeistof mag bijvullen zolang de motor heet
is. Na elke reparatie waarbij het koelsysteem geheel of gedeeltelijk is afgetapt, moet dit met nieuwe koelvloeistof worden bijgevuld.
Gebruik hiervoor alleen door onze technische diensten goedgekeurde koelvloeistof.
5.46
MOGELIJKE OORZAKEN
– oververhitting van de bekrachtiging,
– zwakke of oude accu.
Waterpomp: aandrijfriem te slap of gebroken.
Koelventilateur defect.
Koelvloeistoflekkage.
WAT TE DOEN
Laat afkoelen.
Laad de accu op of laat hem vervangen.
Stop de auto, stop de motor en roep de hulp in
van een merkdealer.
Controleer de koelslangen en de slangklem-
men.
Controleer het koelvloeistofreservoir: er moet
vloeistof in zijn. Als er te weinig vloeistof in zit,
laat u de motor afkoelen en vult u het bij.
Pas op dat u zich niet brandt. Dit is slechts
een noodmaatregel: raadpleeg zo snel moge-
lijk een merkdealer