STORINGEN
(5/8)
Tijdens het rijden
Rook onder de motorkap.
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
gaat branden:
– in een bocht of tijdens het remmen,
– bij stationair draaien,
– dooft langzaam of blijft branden bij gas
geven.
De motor heeft onvoldoende vermogen.
De motor draait onregelmatig stationair of
slaat af.
MOGELIJKE OORZAKEN
Kortsluiting of lekkage van het koelcircuit.
Koelslang defect.
Het peil is te laag.
Lage oliedruk.
Te lage oliedruk.
Luchtfilter verstopt.
Brandstoftoevoer niet goed.
Bougies versleten, slecht afgesteld.
Onvoldoende compressie (bougies, ontste-
king, valse lucht).
WAT TE DOEN
Stop, zet het contact uit, ga bij de auto van-
daan en roep de hulp in van een merkdealer.
Raadpleeg een merkdealer.
Voeg motorolie toe (raadpleeg de paragraaf
"motoroliepeil (bij)vullen" in hoofdstuk 4).
Ga naar de dichtstbijzijnde merkdealer.
Stop en roep de hulp in van een merkdealer.
Vervang het filterelement.
Controleer het brandstofpeil.
Raadpleeg een merkdealer.
Raadpleeg een merkdealer.
5.45