RUITENWISSERBLADEN
1
Vervangen van de
ruitenwisserbladen voor 1
– Contact uit, trek de ruitenwisserarm 2
omhoog;
– kantel het blad 1.
Bijzonderheid aan bestuurderskant: stop de
beweging voordat de motorkap wordt ge-
raakt.
5.36
(1/2)
B
4
A
2
Zet het lipje 3 naar beneden, door aan elke
kant A te drukken.
Duw daarna het blad naar voren B, tot het
haakje 4 vrijkomt.
Bij het monteren
Monteer het ruitenwisserblad in omge-
keerde volgorde van losmaken. Controleer
of het blad goed is vergrendeld.
A
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– reinig de bladen, de voorruit en de
3
achterruit regelmatig met water met
zeep;
– gebruik ze niet als de voorruit of ach-
terruit droog zijn;
– maak ze los van de voorruit of achter-
ruit als ze lang niet gebruikt zijn.
De wissermotor kan hierdoor te warm
worden.
– Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt moet u
ze vervangen, ongeveer eens per
jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.
– Controleer als het vriest,
voordat u wegrijdt, of de rui-
tenwissers voor en achter niet
aan het glas zijn vastgevroren.