7.5.5
!
!
7.6
32
Montage lagering
Indien het lager niet vervangen hoeft te worden, moeten lager en lagerruimte
wel worden gereinigd en van nieuw vet worden voorzien.
1 Breng de spatring (0100) aan over de pompas.
2 Vet de lagers aan beide zijden in met kogellagervet. Zie voor de juiste vetsoort
paragraaf 10.2 "Vetsoorten".
3 Monteer de lagers (0210) één voor één met een passende montagebus, die draagt
op zowel binnen- als buitenring van het lager. Tot en met 8 waaiers is er maar 1
kogellager.
Let op de juiste positie van de lagers: de binnenring van het kogellager moet
met de kleinste diameter naar onderen gemonteerd worden, zie figuur 8..
Figuur 8:
Montage kogellager.
4 Breng de vulring (0140) en buitenborgring (0120) aan op de pompas.
5 Monteer het buitenste lagerdeksel (0110) en de spatring (0100).
6 Zet de trekstangen definitief vast door de pomp te kantelen en aan de onderzijde de
moeren (0160) vast te draaien.
Montage elektromotor MCH(S)10
Ga als volgt te werk:
1 Monteer de spie (0150) en bevestig het onderste deel van de koppeling (0660) op
de pompas.
2 Schuif de huls over de motoras en bevestig dan het andere deel van de koppeling
(0670) op de motoras.
3 Plaats de elektromotor op het lantaarnstuk. Let op dat de pasrand van de
elektromotor goed in het lantaarnstuk valt. Tussen de beide koppelinghelften moet
een opening van 3 mm zijn. Zet de koppelingshelften vast.
4 Breng de rubberen schokdemperring aan tussen de beide koppelingshelften.
5 Schuif de huls over de bovenste koppelingshelft heen en zet deze vast.
6 Zet de elektromotor vast op het lantaarnstuk met de bouten en moeren (0690). Door
de pasrandverbinding is uitlijnen niet nodig.
7 Monteer de hoeksteun (1020).
Demontage en montage
MCH/NL (1806) 4.5