5.4
Pomptype
MCH(S)10
MCH(S)14 a/b
met verzwaarde
lagering
MCH(S)16
MCHW14 a/b
MCHW16
MCHW20 a/b
MCHW20 a/b
MCH(S)12,5
MCH(S)14 a/b
MCH(S)14 a/b
met verzwaarde
lagering
MCH(S)20 a/b
5.5
5.6
5.7
24
Nasmering van de kogellagers
Nasmering van de kogellagers is afhankelijk van het type lager dat is toegepast. In
onderstaande tabel is af te lezen welke lagers nagesmeerd kunnen worden. Het
aanbevolen smeerschema is als volgt::
Lagers
alle lagers
lagers
aandrijfzijde
alle lagers
alle lagers
alle lagers
lagers
zuigzijde
lagers
aandrijfzijde
alle lagers
alle lagers
lagers
zuigzijde
alle lagers
Zie paragraaf 10.2 "Vetsoorten". voor de aanbevolen vetsoorten.
Geluid
Wanneer de pompinstallatie na verloop van tijd lawaai gaat maken kan dit duiden op
bepaalde problemen met de pompunit. Een knetterend geluid kan wijzen op cavitatie of
bovenmatig motorgeluid kan een indicatie zijn voor een afnemende lagerkwaliteit.
Motor
Controleer de motor specificaties voor start-stop frequentie.
Storing
De pomp, waarbij u de aard van de storing wilt vaststellen, kan heet zijn of
onder druk staan. Neem daarom de juiste veiligheidsmaatregelen en voorzie
u van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, bril,
beschermende kleding)!
Om de aard van een storing in een pompinstallatie vast te stellen, ga als volgt te werk:
1 Schakel de stroomvoorziening van de pomp uit. Sluit de werkschakelaar met een slot
af, of verwijder de zekering.
2 Sluit de afsluiters.
3 Neem de aard van de storing op.
4 Probeer de oorzaak van de storing te achterhalen met behulp van hoofdstuk 6
"Storingen oplossen" en neem de gepaste maatregelen of neem contact op met uw
installateur.
Nasmeer interval
[uur]
bij aflevering gevuld met voldoende vet
8000
8000
8000
8000
8000
8000
2RS1 lagers, vereisen geen onderhoud, nasmeren is niet
nodig
Onderhoud
Hoeveelheid
Opmerkingen:
vet/lager [gr]
5
bij revisie lagers en
5
lagerruimten
5
reinigen en van
5
nieuw vet voorzien
10
16
MCH/NL (1806) 4.5