Onderhoud en inspectie
Inspectie
(vervolg)
De stoomketel en de afzuigingen moeten goed worden
geventileerd. Speciaal in het begin van de stoomop-
wekkingsprocedure moet daarop door de bevoegde
persoon worden gewezen. Het betreden moet worden
gecontroleerd. De daarvoor bevoegde persoon moet
verzekeren dat niemand zich in de b g. installatiedelen
bevindt.
Pas nadien mogen de veiligheidsmaatregelen worden
opgeheven.
Voor het besturen van de stoomketel en afzuigingen
mogen enkel elektrische componenten worden
gebruikt die daarvoor door de exploitant of de door
hem opgedragen persoon beschikbaar worden
gesteld. Deze bedrijfsmiddelen inclusief de verbin-
dingskabels en leidingen moeten aan de uniforme
bepalingen voldoen.
Inspecties
Type en periode van de inspecties zijn gebaseerd op
de in het land van opstelling geldende bepalingen. In
de conformiteitsverklaring zijn onderstaande perioden
voor de controle van de installatie voorgesteld:
32
Lampen mogen uitsluitend met veilige laagspanningen
tot 42 V worden gebruikt.
Voor elektrisch handgereedschap geldt hetzelfde voor-
schrift.
Als lampen en handtoestellen uit een scheidingstrans-
formator worden gevoed, zijn echter ook hogere span-
ningen tot 380 V toegestaan. Laagspannings- en
scheidingstransformatoren moeten buiten de stoomke-
tel zijn opgesteld.
Uitwendige controle:
Inwendige controle:
Herhaalde drukcontro-
le:
Jaarlijks
Om de 3 jaar
Om de 9 jaar, max. controle-
druk conform de hoogte van
de eerste drukcontrole