Buitenbedrijfstelling
Overschot van natriumsulfide
Soort vulwater voor stoomke-
tel
Zoutarm, volledig ontzilt of
condensaat
Zouthoudend, bijv. onthard
water of ketelwater
Tab. 15
!
Opgelet
Filmvormende amines kunnen schade aan de
ketel veroorzaken.
Geen filmvormende amines gebruiken!
Conservering door fysisch-technische maatregelen
De hierna vermelde fysich-technische conserverings-
methodes kunnen ook gebruikt worden:
■
behoud van een stoomoverdruk in de stoom- of heet-
waterketel
■
debietconservering van stoomketels
Delen van een installatie met meerdere ketels con-
serveren
De overeenkomstige éénketelinstallaties worden op
temperatuur gehouden door met het ketelwater van de
resterende ketelinstallatie te doorstromen.
Corrosiebescherming aan het volle ketellichaam
Het volledig gevuld ketellichaam wordt met stikstof,
speciaal stikstof 5.0, op een druk van 0,1 tot 0,2 bar
gehouden.
!
Opgelet
Vorst kan de ketel beschadigen.
Geen natte conservering bij vorstgevaar!
!
Opgelet
Geen laagvormende monoamines gebruiken!
Het gebruik van filmvormende polyamines moet
met de ketelfabrikant vooraf worden afgestemd
en vrijgegeven.
Aanbeveling
Conservering aan waterzijde met conserveringsmid-
delfabrikant afstemmen.
Zie hoofdstuk "Gebruik van antivriesmiddelen in ketelinstallaties" in de ontwerphandleiding
*1
(vervolg)
Stilstandsduur
Gehalte natriumsulfide
Na
So
2
1 week
1 maand
1 maand
>
1 week
1 week
>
*1
Buitenbedrijfstelling en conservering
in conserveringsop-
3
lossing
mg/l
20 - 50
100 - 200
200 - 500
40 - 100
400 - 1000
Geldende voorschriften:
■
voor het aftappen van conserveringsoplossingen:
rekening houden met de voorschriften inzake de
afvoer van afvalwater in de riolering.
Voor het gebruik van conserveringsmiddelen:
■
rekening houden met de werkvoorschriften en veilig-
heidsbladen van de productfabrikant.
Geldende voorschriften
Aftappen van conserveringsoplossingen
■
Voorschriften inzake de afvoer van afvalwater in de
riolering
Gebruik van conserveringsmiddelen
Werkvoorschriften en veiligheidsbladen van de pro-
■
ductfabrikant
Behandeling van de rookgaszijde
1. Verwarmingsvlakken aan rookgaszijde reinigen.
Waswater alkalisch houden bij pH 8 tot 9, voor
ammoniak bij pH 10.
2. Verwarmingsvlakken aan rookgaszijde drogen
(voor normale luchtdoorstroming zorgen).
3. Ventilatieproces door warmventilatoren versnellen.
Evt. rookgas-afsluitkleppen openen en vervolgens
weer sluiten.
4. Conserveringsolie, bijv. grafiet of vernis, op wan-
den van de vlampijp en rookgaspijpen sproeien of
met borstel aanbrengen.
5. Keteldeur(en) open laten. Keteloppervlakken tij-
dens de stilstandstijd droog houden.
6. Droogmiddel (silicagel) aanbrengen.
7. Droger met ventilator gebruiken.
Extra aan natriumsulfide
Watervrij
Gekristalliseerd
3
3
g/m
g/m
20 - 50
40 - 100
100 - 200
200 - 400
200 - 500
500 - 1000
40 - 100
80 - 100
400 - 1000
800 - 2000
17