Bediening
Gebruiksaanwijzing 669 - 00.0 - 08/2019
Naaien
Naaiproces
Voordat wordt
begonnen met
naaien
Uitgangspositie
Naaiwerk aan begin
van de naad
plaatsen
Naaien
Midden in de naad
Naaien onderbreken • Pedaal loslaten (ruststand).
Naaien voortzetten
(na loslaten van het
pedaal)
Tussenliggende
afhechtsteek naaien
Over een dwars-
naad naaien.
(maximale naaivo-
etstand)
2. Steeklengte tij-
dens het naaien van
een naad (maxi-
male steeklengte)
Bediening
• Pedaal in ruststand.
Naaimachine staat stil.
Naald boven.
Naaivoet onder.
• Pedaal tot halverwege intrappen.
Breng de naaivoetjes omhoog.
• Naaiwerk tegen de naald aan schuiven.
• Pedaal intrappen en ingetrapt houden.
De machine naait nu met het door het pedaal
bepaalde toerental verder.
De machine stopt in de 1e positie (Naald
onder).
De naaivoetjes staan in de laagste stand.
• Het pedaal naar voren intrappen.
De machine naait met het door het
• pedaal bepaalde toerental.
• Druk de hendel voor de steekinstelling omlaag.
Zolang de hendel voor de steekinstelling inge-
drukt is, naait de machine achteruit.
Het toerental wordt door het pedaal bepaald.
OF
• Druk op toets (3).
De maximale naaivoetstand wordt ingeschakeld.
Het toerental wordt begrensd op 1600 min-1.
Bedrijfsmodi van de maximale naaivoethoogte:
• Druk de knieschakelaar voor het inschakelen
van de maximale naaivoethoogte kort in.
• Druk de knieschakelaar nogmaals in om de
maximale naaivoethoogte uit te schakelen.
• Druk op toets (2).
53