30
4.6.2
Werking van het hoofdspanelement en het
hulpspanelement afhankelijk van de
naaivoetstand (optioneel)
Deze optie is van toepassing op de model 669-180312.
Met de toets
van de toetsenset op de machine kan de hul-
pspanning op elk gewenst moment worden in- en uitgeschakeld.
De parameter F-299 moet hiervoor op 1 worden ingesteld.
Naaivoetstand in de naad
Parameterin-
Hoofdspa-
stelling
nelement
F-196 = 0
0
F-196 = 1
1
F-196 = 2
0
F-196 = 3
1
1 = Draadspanning mechanisch geopend
0 = Draadspanning mechanisch gesloten
Als het hulpspanelement geopend is, blijft de toestand bij de
naaivoetstand behouden.
Als de machine wordt uitgeschakeld, blijft de laatst ingestelde
toestand van het hulpspanelement door de voeding behouden.
Naaivoetstand na het
afsnijden van de draad
Hulpspanele-
Hoofdspa-
ment
nelement
0
0
1
0
0
1
1
1
Gebruiksaanwijzing 669 - 00.0 - 08/2019
Bediening
Hulpspanele-
ment
0
0
1
1