28
4.6.1
Bovendraadspanning instellen
Afb. 9: Bovendraadspanning instellen
③
(1) - Voorspanelement
(2) - Hoofdspanning
(3) - Hulpspanning
Voorspanelement
Bij geopende hoofdspanning (2) en hulpspanning (3) is een kleine
restspanning van de bovendraad noodzakelijk. De restspanning
wordt door het voorspanelement (1) gegenereerd.
Tegelijkertijd beïnvloedt het voorspanelement (1) de lengte van
het afgesneden bovendraadeinde (begindraad voor de volgende
naad).
Zo kunt u de basisinstelling instellen:
1.
Draai het stelwieltje (4) totdat de voorkant gelijk staat aan de
bout (5).
Zo kunt u een kortere startdraad als volgt instellen:
1.
Draai het stelwieltje (4) rechtsom.
Zo kunt u een langere startdraad als volgt instellen:
1.
Draai het stelwieltje (4) linksom.
①
②
⑤
(4) - Stelwieltje
(5) - Bout
Gebruiksaanwijzing 669 - 00.0 - 08/2019
Bediening
④