Bediening
Gebruiksaanwijzing 669 - 00.0 - 08/2019
Toets
Functie
①
Hulpdraadspanning
Toetsverlichting brandt:
hulpdraadspanning ingeschakeld
Toetsverlichting brandt niet:
hulpdraadspanning uitgeschakeld
②
2. Steeklengte
Toetsverlichting brandt:
grote steeklengte (bovenste stelwieltje) actief
Toetsverlichting brandt niet:
kleine steeklengte (onderste stelwieltje) actief
③
Aanhechting of afhechting oproepen of onderdruk-
ken
Als aan- en afhechting over het algemeen zijn inge-
schakeld, dan wordt door toetsdrukken de volgende
aan- of afhechting uitgeschakeld.
Als aan- en afhechting over het algemeen zijn uitge-
schakeld, dan wordt door toetsdrukken de volgende
aan- of afhechting ingeschakeld.
④
Naald in bovenste positie of onderste positie
plaatsen
Met de parameter F-242 kan de functie van de toets
worden bepaald.
1 = Naald omhoog/omlaag
2 = Naald omhoog
3 = Enkele steek
4 = Volledige steek
5 = Naald naar positie 2
De fabrieksinstelling is 1 = Naald omhoog/omlaag
⑤
Handmatig achteruit naaien
De machine blijft net zo lang achteruit naaien als de
toets wordt ingedrukt.
⑧
Leddisplay Netspanning aan
Over schroeven (6) onder de schakelaar kan toets (7) een functie
krijgen.
1.
Kies een functie.
Voorbeeld: 6 = Handmatig achteruit naaien.
45