Scherpstellen met AF (AF-methode)
Quick-modus: f
De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF (pag. 95) met
dezelfde AF-methode scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker.
Hoewel u snel kunt scherpstellen op het doelonderwerp, wordt het Live View-beeld
tijdens de AF-bediening even onderbroken.
U kunt negen AF-punten gebruiken om scherp te stellen (automatisch geselecteerd).
U kunt ook één AF-punt selecteren om scherp te stellen en alleen op het gebied scherp
te stellen dat door dat AF-punt wordt gedekt (handmatig geselecteerd).
AF-punt
Vergrotingskader
152
1
Geef het Live View-beeld weer.
Druk op de knop <A>.
Het Live View-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
De kleine vakken op het scherm zijn
de AF-punten en het grotere vak is
het vergrotingskader.
2
Selecteer het AF-punt.N
Druk op de knop <Q> (7) om het
scherm Snel instellen weer te geven.
De instelbare functies worden links in
het scherm weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om het AF-punt selecteerbaar te
maken.
Draai aan het instelwiel <6>
om het AF-punt te selecteren.