Download Print deze pagina

Optionele Instructies Voor Aanvullende Tests - Hologic ThinPrep 2000-processor Gebruikershandleiding

Advertenties

5A
G
EBRUIKSINSTRUCTIES
ONDERDEEL

OPTIONELE INSTRUCTIES VOOR AANVULLENDE TESTS

B
Er kan na het maken van het cytologische preparaat van de ThinPrep-Pap-test op bepaalde seksueel
overdraagbare aandoeningen (soa's) en humaan papillomavirus (HPV) worden getest met het
resterende monster in het PreservCyt-monsterpotje. Deze testen kunnen ook worden gedaan door
een aliquot van maximaal 4 ml uit het PreservCyt-monsterpotje te nemen (uitnemen van een aliquot)
voordat het preparaat van de ThinPrep-Pap-test wordt gemaakt.
Het laboratoriumpersoneel dient de specifieke instructies in dit onderdeel op te volgen om op de juiste
wijze het gewenste aliquotvolume uit het monsterpotje te nemen en het PreservCyt-monsterpotje voor
te bereiden voor de ThinPrep-Pap-test. Deze instructies moeten consequent worden opgevolgd om
negatieve gevolgen voor het resultaat van de ThinPrep-Pap-test te voorkomen.
Omdat cytologie/HPV-testen en soa-testen gericht zijn op verschillende klinische vragen, is
uitnemen van een aliquot mogelijk niet geschikt voor alle klinische situaties. Artsen en andere
personen die verantwoordelijk zijn voor het aanvragen van klinische tests, dienen van het volgende
op de hoogte te zijn:
Er zijn geen gegevens over slechtere cytologieresultaten door uitnemen van een aliquot, maar
dat kan echter niet voor alle monsters worden uitgesloten. Zoals bij elk pathologisch-
anatomisch onderzoek van een deelmonster kunnen diagnostische cellen worden gemist als ze
in zeer geringe mate in een preparaat aanwezig zijn. Als een negatief resultaat voor het monster
niet overeenstemt met de klinische indruk, kan het nodig zijn een nieuw monster af te nemen.
Bij het nemen van een aliquot uit een monster met weinig cellen kan er onvoldoende
materiaal in het PreservCyt-monsterpotje achterblijven om een toereikend preparaat voor de
ThinPrep-Pap-test te maken.
Bij het uitnemen van een aliquot kan er onvoldoende materiaal in het PreservCyt-monsterpotje
achterblijven om na het maken van het preparaat voor de ThinPrep-Pap-test met het dan nog
resterende monster aanvullende tests te doen (bijv. een aanvullende test op HPV).
Gelijktijdige afname van een afzonderlijk monster voor de ThinPrep-Pap-test en soa-tests
kan worden overwogen in plaats van uitnemen van een aliquot.
Wanneer ervoor wordt gekozen gelijktig cytologisch onderzoek en onderzoek naar soa's te
doen, dient in aanmerking te worden genomen in hoeverre risico's en klinische gegevens
(bijv. ziekteprevalentie, leeftijd van de patiënt, gegevens over seksualiteit of zwangerschap)
en ook de kwaliteit van het monster (bijv. exsudaat of bloeding) van invloed kunnen zijn op
de diagnostische betrouwbaarheid.
Sexually Transmitted Diseases Treatment Guidelines 2002 (Centers for Disease Control and
Prevention, MMWR 2002: 51(No. RR-6)) voorziet in richtlijnen voor de benadering en behandeling
van individuele patiënten, inclusief het gebruik van de Pap-test.
5A.2
Gebruikershandleiding voor het ThinPrep
®
2000-systeem

Advertenties

loading