1
P
REPARATIE VAN NIET
TOEVOEGEN VAN EEN MONSTER AAN EEN POTJE
ONDERDEEL
D-5
MET PRESERVCYT-OPLOSSING
Bepaal de omvang van de celpellet en raadpleeg de tabel hieronder:
Omvang van de celpellet
De celpellet is
duidelijk zichtbaar
en heeft een
volume van
< 1 ml.
De celpellet is heel
klein of niet
zichtbaar.
De celpellet heeft
een volume van
> 1 ml.
Aandachtspunten
Het type pipet dat u gebruikt, kan van invloed zijn op de concentratie van het monster dat aan het
potje met PreservCyt-oplossing wordt toegevoegd en zodoende ook op de hoeveelheid van het
monster. Hologic adviseert gebruik van standaard kunststof pipetten van 1 ml met schaalverdeling.
Als de mededeling "Sample Is Dilute" (lage celconcentratie) herhaaldelijk wordt weergegeven en er
nog een hoeveelheid monster in het monsterbuisje zit, verhoog dan het aantal druppels
geconcentreerd monster dat aan het potje wordt toegevoegd.
Ook kan de wijze waarop u het supernatant afgiet van invloed zijn op de concentratie van het monster.
Als het supernatant niet zo goed mogelijk wordt afgegoten, kunnen er meer druppels van het monster
nodig zijn. Het totale volume dat aan het potje wordt toegevoegd mag niet groter zijn dan 1 ml.
1.12
Gebruikershandleiding voor het ThinPrep
-
GYNAECOLOGISCHE MONSTERS
Plaats het centrifugebuisje in een vortexmixer om de cellen in
de achtergebleven vloeistof te resuspenderen of meng de
celpellet handmatig door die met een pipet afwisselend op te
trekken en uit te spuiten.
Breng 2 druppels van de pellet over naar een nieuw potje met
PreservCyt-oplossing.
Giet de inhoud van een nieuw potje met PreservCyt-oplossing
(20 ml) in het buisje.
Vortex het buisje kort om de oplossing te mengen en giet het
hele monster terug in het potje van de PreservCyt-oplossing.
Voeg 1 ml CytoLyt-oplossing aan het buisje toe. Vortex kort om
de celpellet te resuspenderen. Breng 1 druppel van het monster
over naar een nieuw potje met PreservCyt-oplossing.
®
2000-systeem
Procedure