Download Print deze pagina

Hologic ThinPrep 2000-processor Gebruikershandleiding pagina 13

Advertenties

Voor de zes klinische locaties trad één patholoog op als onafhankelijke beoordelaar; deze ontving
beide objectglaasjes voor gevallen waarin de twee methoden abnormaal of discrepant waren.
Aangezien bij dergelijke onderzoeken geen vaste referentiewaarde kan worden bepaald, zodat de
werkelijke gevoeligheid niet kan worden berekend, vormt het toepassen van controle door een
cytologisch deskundige een alternatief voor histologische bevestiging door biopsie of HPV-
onderzoek (humaan papillomavirus) als hulpmiddel voor het bepalen van de referentiediagnose.
De referentiediagnose was bij keuze uit de diagnoses voortkomend uit de ThinPrep-glaasjes of de
conventionele Pap-objectglaasjes de meest ernstige diagnose, volgens bepaling door de
onafhankelijke patholoog. Het aantal objectglaasjes dat op elke locatie als afwijkend werd
gediagnosticeerd vertegenwoordigt, vergeleken met de referentiediagnose van de onafhankelijk
patholoog, de getalsverhouding tussen LSIL of ernstiger laesies (tabel 8) en ASCUS/AGUS of
ernstiger laesies (tabel 9). Met de statistische analyse kunnen de twee methoden vergeleken
worden en kan bepaald worden welke methode de voorkeur geniet, bij gebruikmaking van de
onafhankelijk patholoog voor deskundige cytologische beoordeling als arbiter van de uiteindelijke
diagnose.
Tabel 8: Resultaten van de onafhankelijke patholoog per locatie, LSIL en ernstiger laesies
Locatie
Gevallen
Positief
per onafhankelijk
patholoog
S1
50
S2
65
S3
77
H1
116
H2
115
H3
126
Voor LSIL en ernstiger laesies leverde de diagnostische vergelijking statistisch op drie locaties een voorkeur voor de
ThinPrep-methode op en waren de methoden statistisch gelijkwaardig op drie locaties.
Tabel 9: Resultaten van de onafhankelijke patholoog per locatie, ASCUS/AGUS en ernstiger laesies
Locatie
Gevallen
Positief
per
onafhankelijk
patholoog
S1
S2
101
S3
109
H1
170
H2
171
H3
204
Voor ASCUS/AGUS en ernstiger laesies leverde de diagnostische vergelijking statistisch op twee locaties een voorkeur
voor de ThinPrep-methode op en waren de methoden statistisch gelijkwaardig op vier locaties.
ThinPrep
positief
33
48
54
102
86
120
®
ThinPrep
positief
92
72
85
95
155
143
190
Conventioneel
p-waarde
positief
25
0,0614
33
0,0119
33
<0,001
81
<0,001
90
0,607
112
0,061
Conventioneel
p-waarde
positief
68
0,0511
59
0,001
65
<0,001
143
0,090
154
0,136
191
1,000
Voorkeursmethode
Geen van beide
ThinPrep
ThinPrep
ThinPrep
Geen van beide
Geen van beide
Voorkeursmethode
Geen van beide
ThinPrep
ThinPrep
Geen van beide
Geen van beide
Geen van beide
MAN-06367-1501 Rev. 001
9 of 15

Advertenties

loading