3. Vervoersdop – Bij de ThinPrep-processor wordt een extra gewone dop zonder
slangaansluiting meegeleverd voor gebruik bij vervoer van het afvalreservoir. Doe deze dop
op het afvalreservoir wanneer dat wordt meegenomen naar de plek waar het wordt
leeggemaakt.
4. Afvalafvoer – Voer alle oplosmiddelen af als gevaarlijk afval. Neem de plaatselijke, regionale
en landelijke voorschriften in acht. Er moeten zoals bij alle laboratoriumprocedures
algemeengeldende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. De PreservCyt-
oplossing bevat methanol. Zie Hoofdstuk 3, 'De PreservCyt-oplossing' voor meer informatie
over de PreservCyt-oplossing.
5. Afdichtingsring – Controleer de afdichtingsring aan de binnenkant van de dop van het
afvalreservoir op aanwezigheid van vuil. Reinig de afdichtingsring zo nodig met een
pluisvrij doekje dat is bevochtigd met gedeïoniseerd of gedistilleerd water en breng een dun
laagje siliconenvet (uit de bij de ThinPrep 2000-processor meegeleverde tube) op de
afdichtingsring aan.
6. Terugplaatsen van de dop – Doe de dop van het afvalreservoir weer op het reservoir en let
op dat het stuk slang op de binnenkant van de dop niet wordt afgeklemd.
7. Inspectie – Controleer of de dop van het afvalreservoir goed is aangedraaid. Voor een goede
werking van het afvalreservoir is het noodzakelijk dat de dop goed is aangedraaid.
Controleer of de slang tussen het afvalreservoir en de ThinPrep-processor niet is afgeklemd
of verdraaid.
Controleer of de aansluitingen aan de achterkant van de ThinPrep-processor goed zijn
aangesloten. Zie Hoofdstuk 2, 'Installatie van de ThinPrep 2000' voor meer informatie.
8. Voltooiing – Druk op ENTER wanneer deze taak is afgerond. Het systeem is beschikbaar
voor verwerking van een monster wanneer het hoofdmenu weer verschijnt.
Gebruikershandleiding voor het ThinPrep
7
O
NDERHOUD
®
2000-systeem
7.3