3 Ga met de pijltjestoetsen naar het veld Beheerderswachtwoord en druk op
<Enter>.
4 Typ het nieuwe wachtwoord in het veld Nieuw wachtwoord.
U kunt maximaal 15 tekens gebruiken. Wanneer u een teken wilt wissen
terwijl u typt, drukt u op <Backspace> of op de pijl naar links. Het
wachtwoord is niet hoofdlettergevoelig.
Sommige toetsencombinaties zijn niet toegestaan. Wanneer u een van die
combinaties invoert, hoort u een pieptoon.
Elke keer als u een teken intypt (of op de spatiebalk drukt voor een spatie),
verschijnt er in het veld een vervangende aanduiding.
5 Druk op <Enter>.
Als het nieuwe beheerderswachtwoord minder dan 15 tekens lang is, wordt
het hele veld met vervangende tekens gevuld.
6 U bevestigt het wachtwoord door het nogmaals in te voeren in het veld
Nieuw wachtwoord bevestigen en opnieuw op <Enter> te drukken.
7 Druk op <Enter> als de prompt verschijnt.
De instelling van het beheerderswachtwoord wijzigt in Ingesteld.
8 Sluit System Setup af.
Een wijziging van het Beheerderswachtwoord wordt direct doorgevoerd
(de computer hoeft niet opnieuw te worden gestart).
Werken met de computer met een geactiveerd beheerderswachtwoord
Wanneer u System Setup opent (zie "System Setup" op pagina 93), verschijnt
de optie Instellingen ontgrendelen.
Wanneer u niet het juiste beheerderswachtwoord invoert in het veld
Instellingen ontgrendelen, kunt u de instellingsopties van de computer
bekijken, maar niet wijzigen.
OPMERKING:
Beheerderswachtwoord kunt u uw computer beschermen tegen ongeautoriseerde
wijzigingen.
88
De computer beveiligen
Via Wachtwoordwijzigingen in combinatie met