Download Print deze pagina

Dell Precision T5400 Gebruikshandleiding pagina 329

Advertenties

S
SAS — serial attached SCSI (serieel aangesloten SCSI) — Een snellere, seriële versie
van de SCSI-interface (in tegenstelling tot de oorspronkelijke parallelle SCSI-
architectuur).
SATA — Serial ATA — Een snellere, seriële versie van de ATA (IDE)-interface.
ScanDisk — Een programma van Microsoft dat bestanden, mappen en de vaste schijf
op fouten controleert. ScanDisk wordt vaak uitgevoerd wanneer u de computer
opnieuw opstart als deze niet meer reageert.
Schrijfbeveiliging — Beveiliging van bestanden of media tegen wijzigen. Wanneer u
gegevens wilt beschermen tegen wijzigingen of vernietiging, kunt u deze tegen
schrijven beveiligen. Om een diskette tegen schrijven te beveiligen, schuift u het
tegen-schrijven-beveiligen-palletje op de 3,5 inch diskette naar de open-positie.
SCSI — small computer system interface — Een zeer snelle interface die wordt
gebruikt om apparaten op een computer aan te sluiten, zoals vaste schijven, cd-
stations, printers en scanners. De SCSI kan met een enkele controller meerdere
apparaten aansluiten. Toegang tot elk apparaat wordt geregeld via een afzonderlijk
identificatienummer op de SCSI-controllerbus.
SDRAM — Synchronous Dynamic Random-Access Memory — Een soort DRAM die
is gesynchroniseerd met de optimale kloksnelheid van de processor.
Seriële connector — Een I/O-poort die wordt gebruikt voor de aansluiting van
apparaten, zoals een digitale handheld of digitale camera, op een computer.
Servicelabel — Een label met streepjescode op uw computer die als identificatie dient
als u naar Dell Support gaat op support.dell.com of als u telefonisch contact opneemt
met Dell voor klantenservice of technische ondersteuning.
SIM — Subscriber Identity Module (abonnee-identiteitsmodule) — Een SIM-kaart
bevat een microchip die spraak- en gegevensoverdrachten codeert. SIM-kaarten
kunnen worden gebruikt in telefoons en in draagbare computers.
Slaapstand — Een energiebeheerstand die alles op een gereserveerde plaats op de vaste
schijf opslaat en de computer vervolgens uitschakelt. Als u de computer opnieuw opstart
wordt de informatie die was opgeslagen op de vaste schijf automatisch teruggezet.
Smart card — Een kaart met een processor en een geheugenchip. Smart cards kunnen
worden gebruikt voor het verifiëren van een gebruiker op computers die zijn uitgerust
voor smart cards.
329
Termenlijst

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dcta