5
verbindings-
integriteitslampje
6
connector voor
netwerkadapter
7
activiteitenlampje
netwerk
8
seriële
connectoren (2)
9
PS/2-toetsenbord-
connector
10
USB 2.0-
connectoren (5)
Groen — Er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps
netwerk en de computer.
Oranje — Er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps
netwerk en de computer.
Geel — Er is een goede verbinding tussen een 1000-Mbps (of
1-Gbps) netwerk en de computer.
Uit — De computer detecteert geen fysieke verbinding met het
netwerk.
Wanneer u de computer op een netwerk of breedbandapparaat
wilt aansluiten, verbindt u het ene uiteinde van een netwerkkabel
met een netwerkplug of met uw netwerk of breedbandapparaat.
Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de
connector voor de netwerkadapter op de computer. Als u een
klik hoort, is de netwerkkabel goed bevestigd.
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkconnector.
Op computers met een extra netwerkadapter kunt u de
connectoren op de kaart en aan de achterzijde van de
computer gebruiken voor het instellen van meerdere
netwerkverbindingen (zoals een apart intra- of extranet).
U wordt aangeraden om Category 5-bedrading en -ingangen
voor uw netwerk te gebruiken. Als u toch gebruikmaakt van
Category 3-bedrading, moet u de netwerksnelheid verhogen
tot 10 Mbps om een betrouwbare werking te garanderen.
Een geel lampje knippert op het moment dat de computer
netwerkgegevens verzendt of ontvangt. Bij veel verkeer kan
het lijken alsof dit lampje continu brandt.
Sluit een serieel apparaat, bijvoorbeeld een handheld-apparaat,
aan op de seriële poort. Indien nodig kan het adres voor deze
poort worden gewijzigd via "System Setup" op pagina 93.
Als u een standaard PS/2-toetsenbord hebt, moet u dit aansluiten
op de paarse toetsenbordconnector. Als u een USB-toetsenbord
hebt, moet u dit aansluiten op een USB-connector.
Gebruik de voorste USB-connectoren voor apparaten die u af
en toe aansluit, zoals sleutels met flashgeheugen of camera's,
of voor opstartbare USB-apparaten.
Gebruik de achterste USB-connectoren voor apparaten die
normaal gesproken aangesloten blijven, zoals printers en
toetsenborden.
Over de computer
23