Download Print deze pagina

Advertenties

Dell Precision™ T5400
Gebruikshandleiding
Model DCTA
w w w . d e l l . c o m | s u p p o r t . d e l l . c o m

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dell Precision T5400

  • Pagina 1 Dell Precision™ T5400 Gebruikshandleiding Model DCTA w w w . d e l l . c o m | s u p p o r t . d e l l . c o m...
  • Pagina 2 Overige handelsmerken en handelsnamen worden in deze tekst gebruikt om te verwijzen of naar de eenheden van de merken en namen of naar hun producten. Dell Inc. heeft geen eigendomsrechten of -aanspraken op handelsmerken en handelsnamen anders dan haar eigen merken en namen.
  • Pagina 3 Inhoud Informatie zoeken ....Over de computer ....Vooraanzicht van de computer (towerstand) .
  • Pagina 4 ..... Alert Standard Format ....Dell OpenManage™ IT Assistant ..Dell OpenManage Client Instrumentation .
  • Pagina 5 De computer beveiligen ... . . Open-chassisdetectie ....De chassisintrusieschakelaar verwijderen ..De chassisintrusieschakelaar terugplaatsen .
  • Pagina 6 System Setup ..... . Overzicht ......System Setup openen .
  • Pagina 7 Problemen oplossen ....Problemen oplossen ....Batterijproblemen ....Problemen met stations .
  • Pagina 8 ... . Microsoft Windows Systeemherstel gebruiken Dell™ PC Restore en Dell Factory Image Restore gebruiken ..De schijf met het besturingssysteem gebruiken . . .
  • Pagina 9 De computerkap en het frontpaneel verwijderen . . . De computerkap verwijderen ... Het frontpaneel verwijderen ... . De vaste-schijfhouder uit de computer draaien .
  • Pagina 10 Geheugen ......Overzicht van volledig gebuffered DIMM-geheugen (FBD) ....Geheugen adresseren bij configuraties met 4 GB of meer (alleen 32-bits besturingssystemen) .
  • Pagina 11 ..... . Contact opnemen met Dell ....
  • Pagina 12 Inhoud...
  • Pagina 13 Utilities Media gebruiken om • Desktop System Software (DSS) stuurprogramma's opnieuw te installeren (zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren" op pagina 152) of Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). Mogelijk bevatten de Drivers and Utilities...
  • Pagina 14 Naslaggids OPMERKING: • De computer onderhouden Dit document kan optioneel zijn en niet bij uw computer zijn geleverd. • Basisinformatie probleemoplossing • Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren • Een printer instellen • De computer openen OPMERKING: Dit document is beschikbaar als PDF-bestand op support.dell.com.
  • Pagina 15 Deze labels bevinden zich op de computer. • Gebruik het serviceplaatje om de computer te identificeren als u gebruikmaakt van support.dell.com of contact opneemt met de technische ondersteuning. • Voer de code voor de express-service in zodat uw telefonische verzoek naar de juiste medewerker van de ondersteuningsdienst wordt doorgeleid.
  • Pagina 16 • Service en ondersteuning — De status van reparatieverzoeken, ondersteuningshistorie, het servicecontract, on line discussies met medewerkers van de technische ondersteuning • De technische updateservice van Dell — Proactieve meldingen per e-mail van software- en hardware-updates voor uw computer • Referentiemateriaal — Computerdocumentatie, details over...
  • Pagina 17 Ga als volgt te werk om Desktop System u het besturingsysteem van de Software te downloaden: computer opnieuw installeert, moet u Ga naar support.dell.com, selecteer uw het DSS-hulpprogramma ook opnieuw regio of business-segment en geef uw installeren. DSS biedt essentiële serviceplaatje op.
  • Pagina 18 OPMERKING: De kleur van de schijf is afhankelijk van het besturingssysteem dat u hebt besteld. • Met Linus werken Door Dell ondersteunde Linux-sites • E-maildiscussies met gebruikers van • Linux.dell.com Dell Precision™-producten en het • Lists.us.dell.com/mailman/listinfo/linux- Linux-besturingssysteem precision •...
  • Pagina 19 Over de computer Vooraanzicht van de computer (towerstand) bovenste 5,25-inch Gebruik dit compartiment voor een optisch station. stationscompartiment onderste 5,25-inch Gebruik dit compartiment voor een optioneel optisch station. stationscompartiment FlexBay Gebruik dit compartiment voor een optionele derde vaste schijf (SATA of SAS), een diskettestation of een mediakaartlezer.
  • Pagina 20 Dell™- De Dell-badge kantelen om deze van een tower in een badge dekstop te veranderen: verwijder het frontpaneel (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165), draai het om en kantel de plastic handgreep aan de achterkant van de badge.
  • Pagina 21 Achteraanzicht van de computer (towerstand) voedingsconnector Sluit de stroomkabel aan. kaartsleuven Toegang tot connectoren voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten. De middelste vier connectorsleuven ondersteunen volle- lengte kaarten en de connectorsleuven aan de boven- en onderkant (één x8 PCI Express-sleuf (bedraad als 4) en één PCI-X-kaart) ondersteunen halve-lengte kaarten.
  • Pagina 22 Connectoren op het achterpaneel (towerstand) parallelle connector Sluit een parallel apparaat, bijvoorbeeld een printer, aan op de parallelle connector. Als u een USB-printer hebt, moet u deze aansluiten op een USB-connector. De geïntegreerde parallelle connector wordt automatisch uitgeschakeld als de computer een geïnstalleerde kaart detecteert met een connector die voor hetzelfde adres is geconfigureerd.
  • Pagina 23 verbindings- Groen — Er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps integriteitslampje netwerk en de computer. Oranje — Er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps netwerk en de computer. Geel — Er is een goede verbinding tussen een 1000-Mbps (of 1-Gbps) netwerk en de computer.
  • Pagina 24 Vooraanzicht (desktopstand) bovenste 5,25-inch Gebruik dit compartiment voor een optisch station. stations- compartiment onderste 5,25-inch Gebruik dit compartiment voor een optionele optisch station of stations- een SATA vaste schijf. compartiment FlexBay Gebruik dit compartiment voor een diskettestation of een mediakaartlezer. IEEE 1394- Gebruik de optionele IEEE 1394-connector voor apparaten met connector...
  • Pagina 25 Dell™- De Dell-badge kantelen om deze van een tower in een dekstop badge te veranderen: verwijder het frontpaneel (zie "Het frontpaneel verwijderen" op pagina 167), draai het om en kantel de plastic handgreep aan de achterkant van de badge.
  • Pagina 26 Achteraanzicht (desktopstand) connectoren op Steek seriële, USB- en andere apparaten in de juiste connectoren. het achterpaneel kaartsleuven Toegang tot connectoren voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten. Sleuven 2-4 ondersteunen volle-lengte kaarten: • twee PCI Express x16-sleuven • één PCI-sleuf Sleuven 1, 5 en 6 ondersteunen halve-lengte kaarten: •...
  • Pagina 27 Binnenaanzicht voeding kantelbaar vaste-schijfcompartiment FlexBay onderste 5,25-inch stationscompartiment bovenste 5,25-inch stationscompartiment Over de computer...
  • Pagina 28 Binnenaanzicht – Vaste-schijfcompartiment naar buiten gekanteld voeding systeemkaart geheugenventilator voorste ventilator kaartventilator Over de computer...
  • Pagina 29 Systeemkaartcomponenten Over de computer...
  • Pagina 30 connector voor primaire processor connector voor secundaire processor (CPU_0) (CPU_1) connector voorste ventilator kaartframeventilator (FAN_CCAG) (FAN_FRONT) interne-luidsprekerconnector voedingsconnector (POWER2) (INT_SPKR) USB (INT_USB) wachtwoordjumper (PSWD) LED-connector extra vaste schijf extra aan/uit-LED (AUX_PWR) (AUX_LED) RTC resetjumper (RTCRST) batterijhouder (BATTERY) hoofdvoedingsconnector (POWER1) SATA-connectoren (SATA_2, SATA_3 en SATA_4) SATA-connectoren (SATA_0 en diskettestation (DSKT)
  • Pagina 31 Dell. Zie "Productinformatie" op pagina 310 voor meer gegevens over het bestellen bij Dell. Met de optionele kit van Dell kunt u de configuratie van de Dell Precision- computer veranderen in een desktop- of towermodus.
  • Pagina 32 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 3 Als u de configuratie verandert van een towermodus in een desktopmodus, zoekt u de reservekaartvasthouder naast de kaartventilator, trekt u het borglipje uit het omringende metaal omhoog uit het chassis.
  • Pagina 33 6 Als er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties" op pagina 220), verwijdert u deze door ze uit de optische compartimenten te trekken of uit de FlexBay (alleen in de towermodus). Desktopstand Towerstand 1 5,25-inch metalen afscherming...
  • Pagina 34 9 Als er een schijf in de FlexBay is geïnstalleerd, moet u die verwijderen (zie "Kaarten" op pagina 206). 10 Kantel de Dell-badge door de plastic handgreep aan de achterkant van het frontpaneel te draaien totdat de badge in de juiste stand staat.
  • Pagina 35 OPMERKING: Zowel de schroeven voor de vaste schijf als een vaste schijfdrager zijn bij Dell beschikbaar. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313. 14 Als er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties" op pagina 220), vervangt u deze in alle lege optische schijfstations of over de FlexBay (alleen in towermodus) door ze op hun plaats te drukken.
  • Pagina 36 16 Installeer het nieuwe stationspaneel (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253). 17 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 18 Controleer of de computer goed werkt door "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)" op pagina 147 uit te voeren. Over de computer...
  • Pagina 37 Specificaties OPMERKING: Aanbiedingen verschillen per regio. Klik op Start→ Help en ondersteuning en selecteer de optie om meer informatie weer te geven over de configuratie van uw computer. Processor ® ® Processortype Dual-Core Intel Xeon Processor 5200-serie ® ® Quad-Core Intel Xeon Processor 5400-serie ®...
  • Pagina 38 Systeeminformatie Systeemchipset Intel 5400 Gegevensbusbreedte 64 bits DRAM-busbreedte Quad-channel volledig gebufferde DIMM Busbreedte processoradres 38 bits Flash-EPROM 8 Mbit Grafische bus twee PCI Express 2.0 x16-sleuven Uitbreiding Kaartondersteuning Desktopmodus: Sleuven 2-4 ondersteunen volle-lengte kaarten: • twee PCI Express x16-sleuven • één PCI-sleuf Sleuven 1, 5 en 6 ondersteunen halve-lengte kaarten: •...
  • Pagina 39 Uitbreiding connector één connectorgrootte 120 pins gegevensbreedte connector 32 bits (maximum) bussnelheid 133 MB/s PCI-X connectoren twee connectorgrootte 188 pins gegevensbreedte connector 64 bits (maximum) bussnelheid 800 MB/s PCI Express x8 (bedrading als x4) (SLOT1_PCIE) connectoren één x8 (ondersteuning van x8, x4 en x1 modi/kaarten;...
  • Pagina 40 (vervolg) Poorten en connectoren Serieel twee 9-pins connectoren; 16550C-compatible Parallel 25-polige connector (bidirectioneel) IEEE 1394 (optioneel) één 6-pins connector op frontpaneel en één 6-pins connector op achterpaneel Netwerkadapter RJ45-connector PS/2 (toetsenbord en muis) twee 6-pins mini-DIN twee USB 2.0-compatibele connectoren op frontpaneel en vijf op achterpaneel Audio twee connectoren voor microfoon en...
  • Pagina 41 Toetsencombinaties <F2> start de ingesloten System Setup (alleen tijdens het opstarten) <F12> of <Ctrl><Alt><F8> start het menu Opstartbron (alleen tijdens het opstarten) <Ctrl><Alt><F10> start de partitie met het hulpprogramma (indien geïnstalleerd) tijdens het opstarten <F5> voert de ingebouwde diagnostiek uit Schakelaars en lampjes Aan/uit-schakelaar drukknop...
  • Pagina 42 Voeding Gelijkstroom Wattage 875 W Warmteafgifte 1094W of 3732BTU/uur OPMERKING: De warmteafgifte is berekend op basis van het wattage van de voeding. Spanning zelfinstellende voedingsspanning—90 tot 265 V bij 50/60 Hz Reservebatterij 3-V CR2032 lithium knoopcel Afmetingen Hoogte 44,8 cm Breedte 17,1 cm Diepte...
  • Pagina 43 (vervolg) Omgeving Maximumimpact In bedrijf 40 G +/- 5% met een interval van 2 msec +/- 10% (equivalent aan 20 in/sec [51 cm/sec]) Opslag 105 G +/- 5% met een interval van 2 msec +/- 10% (equivalent aan 50 in/sec [127 cm/sec]) Hoogte (maximum) In bedrijf...
  • Pagina 44 Over de computer...
  • Pagina 45 Het beheer wordt aan de beheerder geboden via System Setup, Dell OpenManage™ IT Assistant of Dell Custom Factory Integration. Met LegacySelect kunnen beheerders connectoren en media-apparaten elektronisch activeren of deactiveren, waaronder seriële en USB-connectoren, een parallelle connector, een diskettestation, PCI-sleuven en een PS/2-muis.
  • Pagina 46 De Ethernetverbinding is in- of uitgeschakeld. Verbinding: Ethernetverbinding ingeschakeld/ Ethernetverbinding niet ingeschakeld Raadpleeg voor meer informatie over de ASF-implementatie van Dell de ASF- gebruikshandleiding en de ASF-beheerdershandleiding, die u vindt op de Dell- supportwebsite support.dell.com. Geavanceerde functies...
  • Pagina 47 Dell OpenManage Client Instrumentation, gebaseerd op DMI en CIM, is beschikbaar voor uw computer. Raadpleeg voor meer informatie over IT Assistant de Dell OpenManage IT Assistant User’s Guide, die beschikbaar is op de Dell Support-website op support.dell.com. Dell OpenManage Client Instrumentation...
  • Pagina 48 OPMERKING: De slaapstand en/of stand-bystand moet(en) worden ondersteund door alle in de computer geënstalleerde componenten en ook moeten de juiste stuurprogramma's zijn geïnstalleerd om naar deze energiebesparende modi te kunnen overschakelen. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant bij elk onderdeel voor meer informatie. •...
  • Pagina 49 Slaapmodus Activeringsmogelijkheden (Windows XP) Slaapstand • Op de aan/uit-knop drukken • Auto Power On (automatisch aan) • Energiebeheergebeurtenis Afsluiten • Op de aan/uit-knop drukken • Auto Power On (automatisch aan) • Energiebeheergebeurtenis OPMERKING: Zie voor meer informatie over energiebeheer de documentatie die bij het besturingssysteem werd geleverd.
  • Pagina 50 Hoewel er in de computerindustrie diverse RAID-configuraties beschikbaar zijn voor verschillende doeleinden, ondersteunt de Dell Precision-computer RAID-niveau 0, 1 of 5. Voor programma's die topprestaties moeten leveren wordt RAID-niveau 0 aanbevolen; een RAID-niveau 1 configuratie wordt aanbevolen voor gebruikers die een hoge mate van gegevensintegriteit wensen.
  • Pagina 51 seriële ATA RAID geconfigureerd voor RAID-niveau 0 segment 1 segment 2 segment 3 segment 4 segment 5 segment 6 vaste schijf 1 vaste schijf 2 Een ander voordeel van een RAID-niveau 0 configuratie is dat de volledige opslagcapaciteit van de stations wordt benut. Als u twee 120 GB-stations hebt geïnstalleerd, hebt u 240 GB ruimte voor gegevensopslag.
  • Pagina 52 seriële ATA RAID geconfigureerd voor RAID-niveau 1 segment 1 segment 1 gekopieerd segment 2 segment 2 gekopieerd segment 3 segment 3 gekopieerd segment 4 segment 4 gekopieerd segment 5 segment 5 gekopieerd segment 6 segment 6 gekopieerd vaste schijf 1 vaste schijf 2 Wanneer er een schijfstoring optreedt, worden lees- en schrijfbewerkingen automatisch omgeleid naar het overgebleven station.
  • Pagina 53 Omdat pariteitsgegevens relatief weinig ruimte innemen in vergelijking met de werkelijk opgeslagen gegevens, is één vaste schijf voldoende als pariteitsopslag voor een willekeurig aantal gegevensopslagstations. Niet alle pariteitsgegevens worden echter naar dezelfde schijf geschreven. Bij elk nieuw gegevensblok dat naar de RAID-configuratie wordt geschreven, werken de verschillende stations afwisselend als opslag- of pariteitsschijf.
  • Pagina 54 De computer configureren voor RAID De computer kan op een later tijdstip worden geconfigureerd voor RAID, ook als u tijdens de aanschaf van de computer niet voor een RAID-configuratie hebt gekozen. Wanneer u een RAID-configuratie wilt kunnen maken, moeten er minimaal twee harde schijven in de computer zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 55 De computer configureren voor RAID met de Intel Matrix Storage Manager OPMERKING: Deze procedure is alleen mogelijk als u de computer met een RAID- configuratie hebt besteld. Als u al een vaste schijf hebt waarop het besturingssysteem is geïnstalleerd, en u wilt een tweede vaste schijf toevoegen en beide schijven tot een RAID-schijf configureren zonder het bestaande besturingssysteem en eventuele gegevens kwijt te raken, moet u de migratieoptie gebruiken voor een RAID niveau...
  • Pagina 56 4 Klik in het scherm Select Volume Location (schijflocatie selecteren) op de eerste vaste schijf die u wilt opnemen in de RAID niveau 0-schijf en klik op de pijl naar rechts. 5 Klik op een tweede vaste schijf. Wanneer u een derde vaste schijf aan de RAID niveau 0-schijf wilt toevoegen, klikt u op de pijl naar rechts en daarna op de derde vaste schijf totdat er in het venster Selected (geselecteerd) drie schijven worden weergegeven, waarna u ten slotte op Volgende klikt.
  • Pagina 57 7 Klik in het venster Specify Volume Size (schijfgrootte opgeven) op de gewenste optie van Volume Size (schijfgrootte) en daarna op Volgende. 8 Klik op Voltooien om de schijf te maken of klik op Terug om de wijzigingen aan te brengen. 9 Volg de Microsoft Windows-procedures voor het maken van een partitie op de nieuwe RAID-schijf.
  • Pagina 58 Een RAID-volume verwijderen KENNISGEVING: Met deze procedure wordt niet alleen de RAID niveau 1-schijf verwijdert, maar wordt deze ook in twee niet-RAID-schijven met een partitie opgesplitst, waarbij alle bestaande gegevensbestanden intact blijven. Bij het verwijderen van een RAID niveau 0- of 5-schijf gaan echter alle gegevens op de schijf verloren. 1 Klik op Start en wijs naar Programma's→...
  • Pagina 59 Migreren naar een RAID niveau 0-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 54). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
  • Pagina 60 Migreren naar een RAID niveau 1-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 54). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
  • Pagina 61 Migreren naar een RAID niveau 5-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 54). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
  • Pagina 62 Een reserveschijf maken KENNISGEVING: Een reserve vaste schijf moet ten minste net zo groot zijn als de grootste van de twee schijven in de RAID-configuratie die deze ondersteunt. Anders werkt de reserveschijf niet. Het RAID-hulpprogramma zal het niet melden als u een schijf selecteert die niet groot genoeg is. Met een RAID niveau 1-configuratie kunt u een reserveschijf maken.
  • Pagina 63 ® De computer configureren voor RAID met het Intel -hulpprogramma RAID Option ROM KENNISGEVING: Wanneer u de volgende procedure gebruikt om een RAID- configuratie te maken, raakt u alle gegevens op uw vaste schijven kwijt. Maak daarom voordat u verdergaat een back-up van alle gegevens die u wilt behouden. KENNISGEVING: Gebruik de volgende procedure alleen als u het besturingssysteem opnieuw installeert.
  • Pagina 64 10 Druk op <y> om te bevestigen dat u de RAID-volume wilt maken. 11 Bevestig dat de juiste volumeconfiguratie is weergegeven op het hoofdscherm van het Intel-hulpprogramma RAID Option ROM. 12 Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om Exit (afsluiten) te selecteren en druk op <Enter>.
  • Pagina 65 12 Installeer het besturingssysteem (zie "Windows XP of Windows Vista opnieuw installeren" op pagina 160). Een RAID-niveau 5 configuratie maken KENNISGEVING: Wanneer u de volgende procedure gebruikt om een RAID- configuratie te maken, raakt u alle gegevens op uw vaste schijven kwijt. Maak daarom voordat u verdergaat een back-up van alle gegevens die u wilt behouden.
  • Pagina 66 Een RAID-volume verwijderen KENNISGEVING: Wanneer u deze bewerking uitvoert, gaan alle gegevens op de RAID-schijven verloren. KENNISGEVING: Als de computer momenteel vanaf RAID opstart en u verwijdert de RAID-volume in het Intel-hulpprogramma RAID Option ROM, wordt de computer onopstartbaar. 1 Druk op <Ctrl><i> wanneer u gevraagd wordt om het Intel-hulpprogramma RAID Option ROM te openen.
  • Pagina 67 De computer installeren De computer in een kast installeren Wanneer u de computer in een kast installeert, kunt u de luchtstroom beperken, waardoor de prestaties van de computer kunnen verslechteren en deze mogelijk oververhit raakt. Volg de richtlijnen hieronder wanneer u de computer in een kast installeert: KENNISGEVING: De bedrijfstemperatuur die in deze handleiding is opgegeven,...
  • Pagina 68 • Als de computer in een hoek wordt geplaatst of onder een bureau, moet u ervoor zorgen dat er minstens 5,1 cm tussen de achterkant van de computer en de muur vrij is om te zorgen dat er genoeg lucht kan worden aangezogen voor ventilatie.
  • Pagina 69 KENNISGEVING: Installeer de computer niet in een kast zonder luchtstroom. Als u de luchtstroom tegenhoudt, verslechtert u de prestaties van de computer, waardoor deze oververhit kan raken. Verbinding maken met internet OPMERKING: Internetaanbieders en hun aanbod verschillen per land. Zie "E-mail- en internetproblemen" op pagina 116 voor meer informatie over het oplossen van problemen met e-mail en internet.
  • Pagina 70 • Inbelverbindingen die internettoegang via een telefoonlijn bieden. Inbelverbindingen zijn aanzienlijk trager dan DSL-, kabelmodem- en satellietmodemverbindingen. • Draadloze LAN-verbindingen die internettoegang via de draadloze ® Bluetooth -technologie bieden. Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u een telefoonlijn verbinden met de modemconnector op de computer en met de telefoonwandaansluiting voordat u de internetverbinding tot stand brengt.
  • Pagina 71 4 Klik in het volgende venster op de juiste optie: • Als u nog geen internetaanbieder hebt en er één wilt selecteren, klikt u op Ik wil zelf een Internet-provider in een lijst selecteren. • Als u al installatie-informatie van uw internetaanbieder hebt gekregen, maar nog geen installatie-cd, klikt u op Ik wil handmatig een verbinding instellen.
  • Pagina 72 OPMERKING: Als u niet weet welk verbindingstype u moet selecteren, klikt u op Help me choose (Help me kiezen) of neemt u contact op met de aanbieder. 5 Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatie-informatie van de internetaanbieder om de installatie te voltooien. Informatie naar een nieuwe computer overbrengen Met de wizards van het besturingssysteem kunt u bestanden en andere gegevens van de ene naar de andere computer overbrengen, bijvoorbeeld van...
  • Pagina 73 Wanneer u informatie naar een nieuwe computer wilt overbrengen, moet u de wizard Bestanden en instellingen overzetten uitvoeren. U kunt voor dit proces de optionele schijf met het besturingssysteem gebruiken of een wizardschijf maken met de wizard Bestanden en instellingen overzetten. De wizard Bestanden en Instellingen overzetten uitvoeren met de cd met het besturingssysteem OPMERKING:...
  • Pagina 74 7 Klik op Voltooien. De gegevens overzetten naar de nieuwe computer: 1 Klik op de nieuwe computer in het scherm Ga nu naar de oude computer op Volgende. 2 Selecteer in het scherm Waar bevinden zich de bestanden en instellingen? de gekozen methode voor het overzetten van de instellingen en bestanden en klik op Volgende.
  • Pagina 75 3 Klik op Voltooid en start de nieuwe computer opnieuw op. OPMERKING: Zoek in support.dell.com voor document #154781 (What Are The Different Methods To Transfer Files From My Old Computer to My New Dell ® ® Computer Using the Microsoft...
  • Pagina 76 Microsoft Windows Vista™ 1 Klik op de knop Start van Windows Vista en klik daarna op Bestanden en instellingen overzetten→ Windows Easy Transfer starten. 2 Klik in het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer op Doorgaan. 3 Klik op Een nieuwe transfer starten of Doorgaan met een reeds gestarte transfer. Volg de instructies van de wizard Windows Easy Transfer op het scherm.
  • Pagina 77 Spanningsstabilisatoren KENNISGEVING: Spanningsstabilisatoren beveiligen niet tegen stroomonderbrekingen. Spanningsstabilisatoren zijn ontworpen om netspanning te behouden met een vrij constant niveau. Continue stroomvoorzieningen KENNISGEVING: Als de stroom uitvalt terwijl de gegevens op de vaste schijf worden opgeslagen, kunnen er gegevens verloren gaan of bestanden beschadigd raken. OPMERKING: Voor een maximale werkingsduur van de batterij moet u alleen de computer op een UPS aansluiten.
  • Pagina 78 De computer installeren...
  • Pagina 79 De computer beveiligen Open-chassisdetectie WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de computerkap opent. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer, door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen...
  • Pagina 80 De chassisintrusieschakelaar terugplaatsen 1 Schuif de schakelaar voorzichtig in de sleuf en sluit de kabel weer aan op de systeemkaart. 2 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
  • Pagina 81 De chassisintrusieschakelaar opnieuw instellen 1 Zet de computer aan of start deze opnieuw op. 2 Wanneer het blauwe DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt ® weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft ®...
  • Pagina 82 2 2 2 bevestigingspunt voor beveiligingskabel 2 beugel van hangslot Wachtwoorden Informatie over wachtwoorden OPMERKING: Wachtwoorden zijn bij levering van de computer uitgeschakeld. Een primair wachtwoord (of systeemwachtwoord), een beheerderswachtwoord en een vaste-schijfwachtwoord voorkomen op verschillende manieren onbevoegde toegang tot uw computer. In de volgende tabel staan de typen en functies van de wachtwoorden die op uw computer beschikbaar zijn.
  • Pagina 83 • Controleer of er niemand meekijkt terwijl u het wachtwoord invoert. Als u een of meer wachtwoorden vergeet, neemt u contact op met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Uit veiligheidsoverwegingen zal de technische ondersteuningsdienst van Dell naar een identiteitsbewijs vragen om ervoor te zorgen dat alleen een bevoegd persoon gebruik kan maken van de computer.
  • Pagina 84 Een primair wachtwoord (of systeemwachtwoord) gebruiken KENNISGEVING: Wanneer u de computer zonder toezicht aan laat staan en geen systeemwachtwoord hebt toegekend, of als u de computer niet-afgesloten achterlaat zodat iemand het wachtwoord kan wijzigen door een schakelaar om te zetten, kan iedereen zich toegang verschaffen tot de gegevens die op uw vaste schijf zijn opgeslagen.
  • Pagina 85 4 Typ het nieuwe wachtwoord in het veld Nieuw wachtwoord. U kunt maximaal 15 tekens gebruiken. Wanneer u een teken wilt wissen terwijl u typt, drukt u op <Backspace> of op de pijl naar links. Het wachtwoord is niet hoofdlettergevoelig. Sommige toetsencombinaties zijn niet toegestaan.
  • Pagina 86 Als u nogmaals een onjuist of onvolledig wachtwoord invoert, verschijnt dezelfde mededeling. Als u een derde keer een onjuist of onvolledig wachtwoord invoert, verschijnt de volgende mededeling: ** Wachtwoord onjuist. ** Aantal onjuiste invoerpogingen: 3 Systeem gestopt! De computer wordt uitgeschakeld. Ook wanneer de computer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, verschijnt de hiervoor genoemde mededeling telkens wanneer u een onjuist of onvolledig systeemwachtwoord hebt ingevoerd.
  • Pagina 87 8 Controleer of Not Set (niet ingesteld) wordt weergegeven onder de instelling Systeemwachtwoord. Indien Niet ingesteld wordt weergegeven, is het systeemwachtwoord verwijderd. Wordt Not Set (niet ingesteld) niet weergegeven, dan herhaalt u stap 3 t/m stap 8. 9 Sluit System Setup af. Een beheerderswachtwoord gebruiken Optie-instellingen U kunt geen nieuw beheerderswachtwoord invoeren of het bestaande...
  • Pagina 88 3 Ga met de pijltjestoetsen naar het veld Beheerderswachtwoord en druk op <Enter>. 4 Typ het nieuwe wachtwoord in het veld Nieuw wachtwoord. U kunt maximaal 15 tekens gebruiken. Wanneer u een teken wilt wissen terwijl u typt, drukt u op <Backspace> of op de pijl naar links. Het wachtwoord is niet hoofdlettergevoelig.
  • Pagina 89 Een bestaand beheerderswachtwoord verwijderen of wijzigen Wanneer u een beheerderswachtwoord wilt kunnen wijzigen, moet u dit wachtwoord kennen. Wanneer u het veld wilt verlaten zonder er een systeemwachtwoord aan toe te kennen, drukt u op een willekeurig tijdstip op <Esc> voordat u stap 5 voltooit. 1 Open System Setup (zie "System Setup"...
  • Pagina 90 Volg de back-upprocedures in de handleiding Aan de slag voor Broadcom Secure Foundation om de TPM-gegevens en de coderingssleutels te beveiligen. Indien deze back-ups onvolledig zijn, verloren gaan of beschadigd raken, kan Dell niet helpen de gecodeerde gegevens te herstellen. De TPM-functie inschakelen 1 De TPM-software inschakelen: Start de computer opnieuw op en druk op <F2>...
  • Pagina 91 OPMERKING: U hoeft het programma slechts één keer te activeren. Als het proces voltooid is, wordt de computer automatisch opnieuw opgestart of wordt u gevraagd deze opnieuw op te starten. Beveiligingsbeheersoftware De beveiligingsbeheersoftware is ontwikkeld voor het gebruik van vier verschillende functies waarmee u de computer beveiligt: •...
  • Pagina 92 • Neem ook contact op met de klantenservice van Dell om de verloren computer te melden. Geef het serviceplaatje van de computer door en de naam, het adres en het telefoonnummer van het politiebureau waar u de verloren computer hebt gemeld.
  • Pagina 93 System Setup openen 1 Zet de computer aan of start deze opnieuw op. 2 Wanneer het blauwe DELL™-logo wordt weergegeven, wacht u tot de F2-prompt verschijnt. 3 Zodra de F2-prompt verschijnt, drukt u meteen op <F2>.
  • Pagina 94 System Setup-opties OPMERKING: Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten, is het mogelijk dat de items in deze sectie niet worden weergegeven of niet exact zoals in de lijst is aangegeven. Systeem Geeft de computer naam, het BIOS-versie nummer, de System Info BIOS-datum, het serviceplaatje, de code voor express-service en inventaristag weer.
  • Pagina 95 Bepaalt de volgorde waarin het systeem zoekt naar Opstart- opstartbronnen tijdens het starten van het systeem. volgorde OPMERKING: Wanneer u een opstartbron toevoegt en de (Diskette computer opnieuw opstart, wordt deze optie ook in het System drive is Setup-menu weergegeven. Als u vanaf een USB- standaard) geheugenmedium wilt opstarten, selecteert u het USB-medium en verplaatst u het zo dat dit het eerste apparaat in de lijst wordt.
  • Pagina 96 Geeft op of fouten voor interne stations tijdens het opstarten SMART moeten worden gemeld. Reporting (Off is standaard) Ingebouwde apparatuur Schakelt de ingebouwde NIC-controller in of uit. De Ingebouwde instellingen zijn On, Off, On w/RPL of On w/ PXE. Als de netwerk- instelling On w/ PXE of On w/RPL is geactiveerd en er is geen interface...
  • Pagina 97 Bepaalt hoe de seriële poort werkt. Serial Port Off schakelt de poort uit. Auto, de standaardinstelling, configureert een connector automatisch als een bepaalde (Auto is bestemming (COM1 of COM3). standaard) Bepaalt hoe de seriële poort werkt. Serial Port Off schakelt de poort uit. Auto, de standaardinstelling, configureert een connector automatisch als een bepaalde (Auto is bestemming (COM2 of COM4).
  • Pagina 98 Beperkt de maximale waarde die door de standaard CPUID- Limit CPUID functie van de processor wordt ondersteund. Sommige Value besturingssystemen voltooien de installatie niet, wanneer de (Off is maximaal ondersteunde CPUID-functie hoger is dan 3. standaard) Optimaliseert de prestaties en akoestische niveaus van de HDD Acoustic vaste schijf.
  • Pagina 99 Hiermee geeft u de huidige status van de wachtwoordbeveiliging Admin voor System Setup weer en kunt u een nieuw Password beheerderswachtwoord verifiëren en toewijzen. (Not Set is standaard) Hiermee geeft u de huidige status van de System wachtwoordbeveiligingsfunctie voor het systeem weer en kunt Password u een nieuw systeemwachtwoord toewijzen en verifiëren.
  • Pagina 100 Energiebeheer Hiermee bepaalt u hoe het systeem reageert wanneer de AC Recovery wisselstroom wordt hersteld na een stroomonderbreking. Off (Off is het systeem blijft uitgeschakeld nadat de stroomvoorziening standaard) is hersteld. Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer om de computer in te schakelen.
  • Pagina 101 Hiermee schakelt u de uitstelmodus voor de computer in. Suspend Mode De opties zijn S1, een uitstelmodus waarbij de computer geactiveerd blijft in een energiebesparende modus, en S3, een uitstelmodus waarbij de energievoorziening van veel componenten wordt gereduceerd of uitgeschakeld, maar waarbij het systeemgeheugen wel actief blijft.
  • Pagina 102 Bepaalt de functionaliteit van de numerieke toetsen rechts op Numlock Key het toetsenbord. Off de toetsen van het toetsenblok rechts op (On is het toetsenbord fungeren als pijlen. On de toetsen van het standaard) toetsenblok rechts op het toetsenbord fungeren als cijfers. Bepaalt het maximaal voor het besturingssysteem beschikbare OS Install geheugen.
  • Pagina 103 Boot Menu (opstartmenu) Met deze functie kunt u de opstartvolgorde voor apparaten wijzigen. Optie-instellingen • Ingebouwd of USB-diskettestation — De computer probeert op te starten vanaf het diskettestation. Als de diskette in het station geen opstartdiskette is, het diskettestation geen diskette bevat of uw computer geen diskettestation heeft, verschijnt er een foutmelding.
  • Pagina 104 3 Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot verschijnt, drukt u op <F12>. Menu Als u te lang hebt gewacht, en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht dan tot u het bureaublad van Windows ziet. Sluit de computer vervolgens af en probeer het opnieuw.
  • Pagina 105 Opstarten vanaf een USB-apparaat OPMERKING: U kunt alleen vanaf een USB-apparaat opstarten als het apparaat opstartbaar is. Om te controleren of een apparaat opstartbaar is, raadpleegt u de bijgeleverde documentatie. Geheugenmedium 1 Steek het geheugenmedium in een USB-poort en start de computer opnieuw op.
  • Pagina 106 System Setup...
  • Pagina 107 Vergeten wachtwoorden wissen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. KENNISGEVING: Dit proces wist zowel het systeem- als het beheerderswachtwoord. 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. Jumper Instelling Omschrijving...
  • Pagina 108 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 3 Zoek de 2-pins wachtwoordjumper (PSWD) op de systeemkaart en verwijder de jumperplug; leg deze opzij. Zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29 voor hulp bij het zoeken naar de jumper. OPMERKING: De computer wordt geleverd met de jumperplug op de wachtwoordjumper.
  • Pagina 109 Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen wanneer er een update beschikbaar is of wanneer u de systeemkaart vervangt. 1 Schakel de computer in. 2 Zoek het BIOS-updatebestand voor deze computer op de Dell Support- website op support.dell.com. 3 Klik op Download Now (nu downloaden) om het bestand te downloaden.
  • Pagina 110 5 Klik op Dit programma opslaan op schijf en daarna op OK. Het venster Opslaan in verschijnt. 6 Klik op de pijl-omlaag om het menu van Opslaan in weer te geven, selecteer Bureaublad en klik daarna op Opslaan. Het bestand wordt op het bureaublad gedownload. 7 Klik op Sluiten wanneer het venster Het downloaden is voltooid verschijnt.
  • Pagina 111 De computer reinigen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. Computer, toetsenbord en monitor WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer schoonmaakt. Maak uw computer schoon met een zachte, met water bevochtigde doek.
  • Pagina 112 Cd's en dvd's KENNISGEVING: Gebruik altijd druklucht om de lens in het optische station te reinigen en volg de instructies die met het drukluchtproduct worden meegeleverd. Raak de lens in het station nooit aan. Als er problemen optreden bij het afspelen van uw cd's of dvd's, zoals het overslaan van de cd, probeer dan eerst de disk te reinigen.
  • Pagina 113 Neem contact op met Dell als de batterij hierna nog steeds niet correct werkt (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313).
  • Pagina 114 R O B L E E M O P L O S S E R V O O R H A R D W A R E U I T software en hardware oplossen in Microsoft® Windows® XP en Microsoft Windows Vista™" op pagina 153. — Zie "Dell Diagnostics (Dell- O E R E L L...
  • Pagina 115 — T E L D E I N D O W S V O L U M E R E G E L I N G B I J • Klik op het luidsprekerpictogram in de rechteronderhoek van het scherm. •...
  • Pagina 116 E-mail- en internetproblemen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. ® — ONTROLEER DE BEVEILIGINGSINSTELLINGEN VAN ICROSOFT UTLOOK XPRESS Als u uw emailbijlagen niet kunt openen: Klik in Outlook Express op Extra→ Opties→ Beveiliging. Klik indien nodig op Geen bijlagen toestaan om het vinkje te verwijderen.
  • Pagina 117 Klik op de COM-poort voor uw modem→ Eigenschappen→ Diagnostische gegevens→ Instellingen opvragen om te controleren of de modem communiceert met Windows. Als u op alle opdrachten respons krijgt, werkt de modem naar behoren. Windows Vista: → Configuratiescherm→ Hardware en geluiden→ Telefoon- en Start Klik op modemopties→...
  • Pagina 118 B E S T U R I N G S S YS T E E M N I E T G E V O N D E N contact op met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313).
  • Pagina 119 I E E E 1 3 9 4 - L S E R P R O B L E M E N Z I J N M E T E E N A P P A R A A T D A T N I E T D O O R E L L I S —...
  • Pagina 120 programma reageert niet meer — E Ë I N D I G H E T P R O G R A M M A Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift> en <Esc> om Taakbeheer te openen. Klik op de tab Toepassingen. Selecteer het programma dat niet meer reageert. Klik op Taak beëindigen.
  • Pagina 121 (zie "Geheugen installeren" op pagina 203). • Druk de geheugenmodules (zie "Geheugen" op pagina 199) stevig vast om ervoor te zorgen dat de computer ermee kan communiceren. • Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). Problemen oplossen...
  • Pagina 122 • Ga na of het geheugen dat u gebruikt door de computer wordt ondersteund. Zie "Geheugen" op pagina 199 voor meer informatie over het geheugen dat door de computer wordt ondersteund. • Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). Problemen met de muis...
  • Pagina 123 Windows Vista: → Configuratiescherm→ Hardware en geluiden→ Muis. Start Klik op Wijzig de instellingen, indien nodig. — Zie "Stuurprogramma's" op N S T A L L E E R H E T M U I S S T U U R P R O G R A M M A O P N I E U W pagina 151.
  • Pagina 124 — De computer is uitgeschakeld of L S H E T A A N U I T L A M P J E I S U I T G E S C H A K E L D krijgt geen stroom. •...
  • Pagina 125 Printerproblemen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw printer nodig hebt, moet u contact opnemen met de printerfabrikant. — Raadpleeg de documentatie bij A A D P L E E G D E D O C U M E N T A T I E B I J D E P R I N T E R de printer voor meer informatie over de instellingen en het oplossen van problemen.
  • Pagina 126 Scannerproblemen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw scanner nodig hebt, moet u contact opnemen met de scannerfabrikant. — Raadpleeg de documentatie bij A A D P L E E G D E D O C U M E N T A T I E B I J D E S C A N N E R de scanner voor installatie- en probleemoplossingsinformatie.
  • Pagina 127 Geluidsproblemen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. — Klik of dubbelklik op het T E L D E I N D O W S V O L U M E R E G E L I N G B I J luidsprekerpictogram in de rechterbenedenhoek van het scherm.
  • Pagina 128 Problemen oplossen...
  • Pagina 129 Hulpprogramma's voor probleemoplossing Diagnostische lampjes WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. Om u te helpen bij het oplossen van een probleem beschikt uw computer over vier lampjes op het frontpaneel genummerd "1," "2," "3," en "4". De lampjes kunnen "uit"...
  • Pagina 130 Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Dell voor technische ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). knipperend De computer bevindt Op de volgende manieren groen zich in de kunt u uw computer energiebesparende of "wekken": Zie "Geavanceerde...
  • Pagina 131 Dell voor technische ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). oranje Er is mogelijk een fout Neem contact op met Dell in de systeemkaart voor technische opgetreden. ondersteuning (zie "Contact opnemen met (knipperend) Dell"...
  • Pagina 132 Diagnostische Aan/uit- Omschrijving Mogelijke oplossing lampjes lampje probleem oranje Er is mogelijk een fout Neem contact op met Dell in de systeemkaart voor technische opgetreden. ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell" op (knipperend) pagina 313). oranje Er is mogelijk een fout...
  • Pagina 133 Microsoft® Windows® XP en Microsoft Windows Vista™" op pagina 153). Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Dell voor technische ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Hulpprogramma's voor probleemoplossing...
  • Pagina 134 Als het probleem nog steeds niet is opgelost of als de computer geïntegreerde grafische kaarten heeft, neemt u contact op met Dell voor technische ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Er is mogelijk een probleem met...
  • Pagina 135 Er verschijnt een bericht dat het geheugen niet is gepaard. De prestaties en de foutcorrectiefunctie van het systeem verslechteren. Druk op <F1> om het besturingssysteem op te starten. Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). Hulpprogramma's voor probleemoplossing...
  • Pagina 136 Wanneer defecte geheugenmodule is geïdentificeerd, neemt u contact op met Dell voor een vervanging (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Er is een probleem met de Neem contact op met Dell systeemkaart.
  • Pagina 137 • Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Routineactiviteit van het systeem Controleer de monitor op voor het initialiseren van video.
  • Pagina 138 Microsoft® Windows® XP en Microsoft Windows Vista™" op pagina 153). Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Routineactiviteit van het systeem Controleer de monitor op voor het initialiseren van video.
  • Pagina 139 Als uw computer tijdens het opstarten pieptonen laat horen: 1 Schrijf de pieptooncode op in de "Diagnostische checklist" op pagina 312. 2 Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit om de oorzaak te achterhalen (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). 3 Neem contact op met Dell voor technische ondersteuning (zie "Contact opnemen met Dell"...
  • Pagina 140 Code Oorzaak 3-3-2 Ongeldige NVRAM-configuratie 3-3-4 Testfout videogeheugen 3-4-1 Initialisatiefout beeldscherm 3-4-2 Screen retrace failure 3-4-3 Zoeken naar video-ROM mislukt 4-2-1 Geen timer tick 4-2-2 Fout bij afsluiten 4-2-3 Gate A20-fout 4-2-4 Onverwachte interrupt in protected-mode 4-3-1 Geheugenfout boven adres 0FFFFh 4-3-3 Fout van de counter 2 timerchip 4-3-4...
  • Pagina 141 ) — Neem contact TECHNISCHE ONDERSTEUNING VAN ELL OM DIT PROBLEEM OP TE LOSSEN op met Dell en geef de controlepuntcode op (nnnn) aan de technische ondersteuning van Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). ) — LERT...
  • Pagina 142 114. ) — Zie "Problemen met stations" op ISKETTE READ FAILURE LEESFOUT DISKETTE pagina 114. — Voer Dell- ISKETTE SUBSYSTEM RESET FAILED ESET DISKETTESUBSYSTEEM MISLUKT diagnostics (Dell-diagnostiek) uit. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147. Hulpprogramma's voor probleemoplossing...
  • Pagina 143 ) — Schuif de ISKETTE WRITE PROTECTED ISKETTE MET SCHRIJFBEVEILIGING schrijfbeschermingspal naar de open positie. ) — Plaats een diskette in het station. RIVE NOT READY STATION NIET GEREED A20) — Zie "Vastlopen en softwareproblemen" op FAILURE FOUT IN GATE pagina 119.
  • Pagina 144 ) — Voer Dell Diagnostics (Dell- O TIMER TICK INTERRUPT GEEN TIMERTIKONDERBREKING diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). ) — Vervang de SYSTEM DISK OR DISK ERROR GEEN SYSTEEMSCHIJF OF SCHIJFFOUT diskette door een diskette met een opstartbaar besturingssysteem of haal de diskette uit station A en start de computer opnieuw op.
  • Pagina 145 In dat geval voert u eerst het programma uit dat u wilt gebruiken. ) — Neem contact op PERATING SYSTEM NOT FOUND BESTURINGSSYSTEEM NIET GEVONDEN met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). USB K USB P LEASE...
  • Pagina 146 FAILED FOUT IN TIMERCHIPTELLER (Dell-diagnostiek) uit. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147. NEXPECTED INTERRUPT IN PROTECTED MODE ONVERWACHTE ONDERBREKING IN VEILIGE ) — Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics MODUS (Dell-diagnostiek)" op pagina 147). WAARSCHUWING: H [0/1]...
  • Pagina 147 Start Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf uw vaste schijf of vanaf de cd Drivers and Utilities. Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de vaste schijf 1 Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
  • Pagina 148 Als een bericht wordt weergegeven dat er geen partitie met een diagnostisch hulpprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit vanaf de Drivers and Utilities media. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's)" op pagina 148.
  • Pagina 149 7 Als het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) verschijnt, selecteert u de test die u wilt uitvoeren. Hoofdmenu Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) 1 Klik, zodra het Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) is geladen en het scherm met het hoofdmenu wordt weergegeven, op de gewenste optie. Optie...
  • Pagina 150 4 Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoert vanaf de cd Drivers and Utilities, moet u de cd verwijderen zodra de tests voltooid zijn. 5 Sluit het testscherm om terug te keren naar het hoofdmenu. U sluit Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) af en start de computer opnieuw op door het scherm met het hoofdmenu te sluiten.
  • Pagina 151 Elk apparaat beschikt over een eigen reeks speciale opdrachten die alleen door het bijbehorende stuurprogramma worden herkend. Wanneer Dell u de computer levert, zijn de benodigde stuurprogramma's al geïnstalleerd; u hoeft verder niets te installeren of configureren. KENNISGEVING: De schijf Drivers and Utilities bevat mogelijk stuurprogramma's voor besturingssystemen die niet op uw computer staan.
  • Pagina 152 (zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren" op pagina 152). Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren KENNISGEVING: De Dell Support-website op support.dell.com en de Drivers and Utilities media bieden goedgekeurde stuurprogramma's voor Dell™-computers. Als u stuurprogramma's installeert die afkomstig zijn van een andere bron, loopt u het risico dat uw computer niet meer goed functioneert.
  • Pagina 153 3 Klik op het tabblad Stuurprogramma's→ Vorig stuurprogramma. Windows Vista: 1 Klik op de knop Starten van Windows Vista en klik daarna met de rechtermuisknop op Computer. 2 Klik op Eigenschappen→ Apparaatbeheer. OPMERKING: Het venster Gebruikersaccountbeheer kan verschijnen. Als u een beheerder op de computer bent, klikt u op Doorgaan; anders neemt u contact op met de beheerder om Apparaatbeheer te openen.
  • Pagina 154 Met beide worden alle gegevens op de vaste schijf verwijderd, evenals alle programma's die werden geïnstalleerd nadat u de computer ontving. Gebruik Dell PC Restore of Dell Factory Image Restore alleen als met Systeemherstel het probleem met uw besturingssysteem niet werd opgelost.
  • Pagina 155 Systeemherstel kan uw gegevensbestanden niet controleren of herstellen. OPMERKING: De procedures in dit document zijn geschreven voor de standaardweergave van Windows, dus mogelijk zijn ze niet van toepassing als u de klassieke weergave van Windows op uw Dell™-computer hebt ingesteld. Systeemherstel starten Windows XP: KENNISGEVING:...
  • Pagina 156 Maak indien mogelijk een reservekopie voordat u deze opties gebruikt. Gebruik PC Restore of Dell Factory Image Restore alleen als met Systeemherstel het probleem met uw besturingssysteem niet werd opgelost. Software opnieuw installeren...
  • Pagina 157 OPMERKING: Dell PC Restore van Symantec en Dell Factory Image Restore zijn mogelijk in bepaalde landen of op bepaalde computers niet beschikbaar. Gebruik Dell PC Restore (Windows XP) of Dell Factory Image Restore (Windows Vista) alleen als laatste methode om uw besturingssysteem te herstellen.
  • Pagina 158 Met Dell PC Restore kunt u de vaste schijf terugzetten naar de oorspronkelijke status; de status op het moment dat u de computer kocht. We raden u aan PC Restore niet van uw computer te verwijderen, ook niet om extra schijfruimte te winnen.
  • Pagina 159 Windows Vista: Dell Factory Image Restore 1 Schakel de computer in. Druk enkele malen op <F8> wanneer het Dell- logo verschijnt om toegang te krijgen tot het venster Vista Advanced Boot Options (geavanceerde opstartopties Vista). 2 Selecteer Repair Your Computer (uw computer repareren).
  • Pagina 160 Ga dus pas over tot het opnieuw installeren van Windows XP als een medewerker van de technische ondersteuning van Dell u dat aangeeft. 1 Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's afsluiten.
  • Pagina 161 2 Plaats de schijf met het besturingssysteem. 3 Klik op Afsluiten als het bericht Windows installeren verschijnt. 4 Start de computer opnieuw op. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van ®...
  • Pagina 162 Software opnieuw installeren...
  • Pagina 163 U hebt de stappen van "De computer uitschakelen" op pagina 163 en "Voordat u aan de computer gaat werken" op pagina 164 uitgevoerd. • U hebt de veiligheidsinformatie in de Dell™ Productinformatiegids gelezen. • Een component kan worden vervangen of (indien apart aangeschaft) worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde...
  • Pagina 164 KENNISGEVING: Uw computer mag alleen door een erkende servicetechnicus worden gerepareerd. Schade als gevolg van door Dell niet geautoriseerde dienstverlening valt niet onder de garantie. KENNISGEVING: Verwijder kabels door aan de connector of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf.
  • Pagina 165 1 Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak is en schoon om te voorkomen dat er krassen ontstaan op de computerkap. 2 Schakel de computer uit (zie "De computer uitschakelen" op pagina 163). KENNISGEVING: Wanneer u een netwerkkabel wilt ontkoppelen, moet u deze eerst van de computer loskoppelen en daarna pas van het netwerkapparaat.
  • Pagina 166 4 Trek de vergrendeling naar achteren. OPMERKING: De computer in de volgende afbeelding is geconfigureerd als een towercomputer. Zie "Wisselen tussen tower- en desktopstand" op pagina 31 voor informatie over computerstanden. 1 kapvergrendeling 2 computerkap 3 scharnieren van de kap 5 Kijk waar de drie scharnierlipjes aan de rand van de computer zich bevinden.
  • Pagina 167 Het frontpaneel verwijderen WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. WAARSCHUWING: Om u te beschermen tegen elektrische schokken, dient u voordat u de computerkap verwijdert altijd eerst de stekker uit het stopcontact te halen. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer, door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen...
  • Pagina 168 3 Haal de ontgrendelingshendel van het frontpaneel omhoog. 4 Schuif het frontpaneel naar de bovenkant van de computer en til het van de computer af. De vaste-schijfhouder uit de computer draaien 1 Maak de voedingskabelbundel P3 die is verbonden met het kaartvasthoudmechanisme aan één kant los: druk op de vergrendeling op de connectoren van de voedingskabelbundel P3 naast de voeding en trek de twee connectoren uit elkaar.
  • Pagina 169 2 Druk op het ontgrendellipje van het kaartvasthoudmechanisme en draai het mechanisme totdat dit tegen de draaibare vaste-schijfhouder aan zit. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 170 3 Druk het kaartvasthoudmechanisme omlaag totdat dit op zijn plaats klikt, vergrendeld tegen de vaste-schijfhouder. 4 Pak de handgreep op de vaste-schijfhouder beet en draai de houder uit het chassis onder een hoek van minder dan 180 graden ten opzichte van de oorspronkelijke stand.
  • Pagina 171 De vaste-schijfhouder weer in de computer draaien 1 Pak de handgreep op de vaste-schijfhouder beet en draai de houder terug in het chassis totdat de metalen lipjes aan beide kanten van de houder vastklikken, zodat de houder vastzit. 1 draaibare vaste-schijfhouder 2 handgreep 3 kaartvasthoudmechanisme Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 172 2 Trek het kaartvasthoudmechanisme omhoog om het los te maken van de vaste-schijfhouder. 1 lipje kaartvasthoudmechanisme 2 kaartvasthoudmechanisme 3 draaibare vaste-schijfhouder 3 Draai het kaartvasthoudmechanisme terug naar zijn oorspronkelijke positie en druk het uiteinde in totdat het lipje op zijn plaats klikt. 4 Sluit de voedingskabelbundel P3 die is verbonden met het kaartvasthoudmechanisme aan beide kanten opnieuw aan.
  • Pagina 173 Het frontpaneel terugplaatsen 1 Breng de haken in het frontpaneel op één lijn met de overeenkomende gaten aan de voorkant van de computer. 1 ontgrendelingshendel frontpaneel 2 frontpaneel 2 Trek aan de ontgrendelingshendel van het frontpaneel en schuif het paneel naar rechts om dit vast te zetten. De computerkap terugplaatsen KENNISGEVING: De koeling van de computer kan niet correct werken als de kap...
  • Pagina 174 2 Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven. 3 Plaats de kap terug: Breng de computerkap op één lijn met de lipjes aan de onderkant van de computer. Draai de kap omlaag en druk er zachtjes op totdat deze op zijn plaats klikt. Controleer of de kap is vergrendeld.
  • Pagina 175 6 Stel de chassisintrusiedetector opnieuw in door Intrusion Alert (waarschuwing chassis geopend) in te stellen op Enabled of Enabled- Silent. Zie "De chassisintrusieschakelaar opnieuw instellen" op pagina 81. 7 Als door iemand anders een setup-wachtwoord is ingesteld, neemt u contact op met de netwerkbeheerder voor instructies voor het opnieuw instellen van de chassisintrusiedetector.
  • Pagina 176 Componenten I/O-paneel 1 USB-poorten 2 diagnose-, vaste-schijftoegangs- en netwerkintegriteitlampjes 3 hoofdtelefoonconnector 4 microfoonaansluiting 5 connector thermische diode in frontpaneel OPMERKING: De kabel van de thermische diode in het frontpaneel moet altijd op deze connector aangesloten zijn terwijl de computer werkt om oververhitting te voorkomen. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 177 Het I/O-paneel verwijderen 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 3 Draai de vaste-schijfhouder uit de computer (zie "De vaste-schijfhouder uit de computer draaien" op pagina 168). 4 Maak de connector van de kaartventilator los van de systeemkaart.
  • Pagina 178 6 Druk het lipje tussen de kaartventilator en de voorste ventilator naar de kaartventilator terwijl u de kaartventilator omhoog uit de computer tilt. KENNISGEVING: Noteer zorgvuldig waar elke kabel loopt voordat u deze loskoppelt, zodat u deze weer correct kunt aanbrengen. Een kabel die niet correct loopt of afgekoppeld is, kan problemen met de computer veroorzaken.
  • Pagina 179 Het I/O-paneel terugplaatsen KENNISGEVING: Zorg ervoor dat u alle kabels weer aansluit die oorspronkelijk aan het I/O-paneel waren bevestigd, anders kan uw computer problemen veroorzaken. 1 Volg de stappen van "Het I/O-paneel verwijderen" op pagina 177 in omgekeerde volgorde. Voeding Pintoewijzingen gelijkstroomconnector voeding Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 180 1 bevestigingsschroeven van de voeding (4) Gelijkstroomconnectoren P1 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 9 10 11 12 Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 181 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 3,3 V Oranje 3,3 V Oranje 3,3 V Oranje Zwart Grijs 5VSB Paars Zwart Blauw 12 VD Geel/wit Rood Rood Zwart OPEN 3,3 VSE Oranje 3,3 V Oranje 12 VD Geel/wit PSON Groen 12 VD Geel/wit Zwart Zwart FAN FAULT Bruin...
  • Pagina 182 Gelijkstroomconnectoren P2 11 12 13 14 15 66 67 68 69 20 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 12 VC Blauw/wit 12 VC Blauw/wit Zwart Zwart 12 VA Geel 12 VA Geel Zwart Zwart 12 VB 12 VB 12 VC Blauw/wit Zwart Zwart Zwart 12 VA Geel...
  • Pagina 183 Gelijkstroomconnector P3 10 11 12 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad Zwart 12 VC Blauw/wit 12 VC Blauw/wit Zwart Zwart Rood Rood 3,3 V Oranje 12 VC Blauw/wit Zwart Zwart Rood Gelijkstroomconnector P5 Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 184 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 12 VD Geel/wit 12 VD Geel/wit 12 VD Geel/wit Zwart Zwart Zwart Gelijkstroomconnector P6 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 12 VE Blauw/geel 12 VE Blauw/geel 12 VE Blauw/geel Zwart Zwart Zwart Gelijkstroomconnector FD5 Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 185 Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad Rood Zwart Zwart 12 VC Blauw/wit Gelijkstroomconnector compartiment 1 (PATA) Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 12 VC Blauw/wit Zwart Zwart Rood Gelijkstroomconnectoren compartimenten 1, 2 en 3 (SATA) Pinnummer Signaalnaam 18-AWG-draad 3,3 V Oranje Zwart Rood Zwart 12 VC Blauw/wit Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 186 De voeding verwijderen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de computerkap opent. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer, door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen...
  • Pagina 187 4 Verwijder de vier schroeven waarmee de voeding tegen de achterkant van het chassis is bevestigd. 1 bevestigingsschroeven van de voeding (4) 2 connector voedingskabelbundel 5 Schuif de voeding ongeveer 2,5 cm naar de voorkant van de computer. 6 Til de voeding uit de computer. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 188 De voeding terugplaatsen 1 Schuif de voeding op zijn plaats. 2 Maak de vier schroeven weer vast waarmee de voeding tegen de achterkant van het chassis is bevestigd. 3 Sluit de gelijkstroomkabels weer aan. 4 Sluit op de desktopcomputer de voedingskabels weer aan op de zijkant van de vaste schijf.
  • Pagina 189 Informatie over de batterij Een knoopcelbatterij handhaaft informatie over computerconfiguratie, datum en tijd. De batterij gaat enkele jaren mee. Het kan nodig zijn, een batterij te vervangen als u herhaaldelijk de datum/tijdinformatie hebt gewijzigd nadat de computer werd ingeschakeld, of wanneer een van de volgende meldingen verschijnt: Tijd niet ingesteld - draai het SETUP-programma Invalid configuration information (ongeldige configuratiegegevens)-...
  • Pagina 190 4 Zoek de batterijsocket (zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29). 5 Koppel indien nodig alle kabels los die de toegang tot de batterijsocket blokkeren. KENNISGEVING: Als u de batterij met een stomp voorwerp het zijn socket wrikt, moet u voorkomen dat u de systeemkaart daarmee raakt. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te wrikken.
  • Pagina 191 10 Druk de batterij recht omlaag in de connector, tot deze op zijn plaats klikt. 11 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in het netwerkapparaat en daarna in de computer. 12 Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
  • Pagina 192 4 Draai het toegangsklepje tot de processor open. OPMERKING: Voor het losdraaien van de vier kopschroeven aan de zijden van de koelplaat hebt u een lange Phillips-schroevendraaier nodig. 5 Draai de vier kopschroeven aan de zijden van de koelplaat los. WAARSCHUWING: De koelplaat kan erg heet worden tijdens normaal gebruik.
  • Pagina 193 Dell retourzenden, in dezelfde verpakking waarin u uw upgradekit hebt ontvangen. Als u geen processor- upgradekit van Dell installeert, moet u de oorspronkelijke koelplaat weer gebruiken als u de nieuwe processor installeert. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 194 7 Open de processorbehuizing door de hendel vanonder de middelste vergrendeling op de socket weg te schuiven. Trek de hendel dan naar achteren om de proceessor vrij te maken. 1 behuizing van de processor 2 processor 3 socket 4 ontgrendelingshendel KENNISGEVING: Raak bij het vervangen van de processor de pinnen in de socket niet aan en voorkom dat er iets op de pinnen in de socket valt.
  • Pagina 195 12 Draai de vaste-schijfhouder terug naar zijn plaats (zie "De vaste-schijfhouder weer in de computer draaien" op pagina 171). 13 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173). De processor installeren KENNISGEVING: Aard uzelf door een ongeverfd metalen oppervlak aan de achterkant van de computer aan te raken.
  • Pagina 196 Open de processorbehuizing door de hendel vanonder de middelste vergrendeling op de socket weg te schuiven. Controleer of de vergrendelingshendel helemaal uitgetrokken is. 1 behuizing van de processor 2 processor 3 socket 4 ontgrendelingshendel 8 Lijn de inkepingen aan de voor- en achterkant van de processor uit met de inkepungen voor en achter op de socket.
  • Pagina 197 9 Lijn de pin-1-hoeken van de processor en de socket uit. processorsocket middelste vergrendeling behuizing 4 ontgrendelingshendel socket voorste inkeping socket en processorpin-1-indicator achterste inkeping KENNISGEVING: U voorkomt schade door de processor goed op één lijn te brengen met de socket en niet te veel kracht te gebruiken wanneer u de processor installeert. 10 Plaats de processor lichtjes in de socket en controleer of deze in de goede positie staat.
  • Pagina 198 Als u geen processorupgradekit van Dell installeert, moet u de oorspronkelijk koelplaat opnieuw gebruiken wanneer u de processor vervangt. Als u een processor-upgradekit van Dell hebt geïnstalleert, kunt u de oorspronkelijke koelplaat en processor naar Dell retourzenden, in dezelfde verpakking waarin u uw upgradekit hebt ontvangen.
  • Pagina 199 Zie "Specificaties" op pagina 37 voor meer informatie over het geheugen dat door de computer wordt ondersteund. KENNISGEVING: Download, voordat u nieuwe geheugenmodules installeert, de meest recente BIOS voor uw computer van de Dell Support-website support.dell.com. OPMERKING: Geheugen dat u van Dell koopt, valt onder de computergarantie.
  • Pagina 200 KENNISGEVING: Voor 667 MHz DIMM's zijn volle-lengte warmtespreiders (FLHS) vereist. 1 volledig gebufferde DIMM 2 informatielabel Geheugen installeren Volledig gebufferde DDR2-geheugenmodules kinnen ook in paren van twee worden geïnstalleerd, de computer werkt dan ook, maar levert iets lagere prestaties. De paren moeten overeenstemmen in grootte, rank en organisatie. Installeer geheugenmodules in de volgorde van de labels op de systeemkaart;...
  • Pagina 201 Geheugen adresseren bij configuraties met 4 GB of meer (alleen 32-bits besturingssystemen) Deze computer ondersteunt maximaal 32 GB geheugen wanneer er acht 4-GB DIMM's zijn geïnstalleerd. Huidige 32-bits besturingssystemen, zoals ® ® Microsoft Windows XP en Windows™ Vista kunnen maximaal 4 GB adresruimte gebruiken;...
  • Pagina 202 Als u de oorspronkelijke geheugenmodules uit de computer verwijdert terwijl het geheugen wordt bijgewerkt, houdt u deze apart van eventuele nieuwe modules die u hebt, zelfs als u deze bij Dell hebt gekocht. Koppel een oorspronkelijke geheugenmodule indien mogelijk niet aan een nieuwe geheugenmodule.
  • Pagina 203 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. KENNISGEVING: Download, voordat u nieuwe geheugenmodules installeert, de meest recente BIOS voor uw computer van de Dell Support-website support.dell.com. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165).
  • Pagina 204 5 Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten. 1 borgklemmen (2) 2 geheugenconnector KENNISGEVING: Voor 667 MHz DIMM's zijn volle-lengte warmtespreiders (FLHS) vereist. 6 Breng de inkeping aan de onderkant van de module op één lijn met de horizontale streep in de connector.
  • Pagina 205 13 Als de onder Installed Memory (geïnstalleerd geheugen) aangegeven totale waarde correct is, drukt u op <Esc> om System Setup af te sluiten. 14 Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) (zie "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)" op pagina 147) uit om de controleren of de geheugenmodules goed werken.
  • Pagina 206 Dit kunt u doen door een ongeverfd metalen oppervlak van de computer aan te raken. Ondersteuning voor uitbreidingskaarten Deze Dell™-computer bevat de volgende sleuven voor PCI- en PCI Express- kaarten: •...
  • Pagina 207 Als u een PCI-, PCI Express- of PCI-X-kaart wilt installeren of vervangen, raadpleegt u "Een uitbreidingskaart installeren" op pagina 207. Als u een PCI-, PCI Express- of PCI-X-kaart wilt verwijderen zonder deze te vervangen, raadpleegt u "Een uitbreidingskaart verwijderen" op pagina 214. Lees voordat u een kaart installeert de documentatie die met de kaart is meegeleverd, voor informatie over het configureren van de kaart, interne aansluitingen maken, of anderszijds aanpassen voor uw computer.
  • Pagina 208 4 Druk de ontgrendellipjes op het kaartvasthoudklepje naar elkaar toe en draai het klepje open. Het klepje blijft vanzelf in de geopende stand staan. 1 kaartvasthoudklepje 2 ontgrendellipje Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 209 5 Als u een nieuwe kaart installeert, verwijdert u eerst de vulbeugel om een kaartsleuf te openen. Ga vervolgens verder met stap 7. 1 ontgrendellipje 2 kaartvasthoudklepje 3 uitlijningsstreep 4 uitlijningsgeleider OPMERKING: Voor extra veiligheid kunt u de uitlijningsgeleider verwijderen (een schroef ondersteboven) en deze met de rechterkant omhoog vastschroeven om de kaart vast te zetten.
  • Pagina 210 KENNISGEVING: Vergeet niet het vergrendelingslipje te ontgrendelen om de kaart los te maken. Als de kaart niet op de juiste wijze wordt verwijderd, kan de systeemkaart worden beschadigd. 6 Wanneer u een geïnstalleerde kaart wilt vervangen, moet u deze eerst verwijderen: Koppel indien nodig alle op de kaart aangesloten kabels los.
  • Pagina 211 10 Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf vastzit. Als er de kaartsleuf een vergrendelingslipje heeft, trekt u daaraan. kaart correct geplaatst kaart niet volledig geplaatst beugel binnen de sleuf beugel buiten de sleuf 11 Voordat u het kaartvasthoudklepje sluit, moet u controleren of: •...
  • Pagina 212 1 kaartvasthoudklepje 2 ontgrendellipje 12 Draai het kaartvasthoudklepje totdat dit op zijn plaats klikt. KENNISGEVING: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid kunnen er voor zorgen dat de computerbehuizing niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat. 13 Sluit kabels aan die verbonden moeten zijn met de kaart.
  • Pagina 213 14 Als u de kaart hebt geïnstalleerd in een sleuf dicht bij de vaste- schijfhouder, moet u controleren of er kabels of andere uitstekende delen zijn waardoor het kaartvasthoudmechanisme mogelijk niet volledig omlaag kan worden gedrukt. Als dat het geval is: Trek het kaartvasthoudmechanisme omhoog om het los te maken van de vaste-schijfhouder.
  • Pagina 214 17 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173) en steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en zet ze aan. 18 Als u een geluidskaart hebt geïnstalleerd: Open het System Setup-programma (zie "System Setup" op pagina 93), selecteer Integrated Audio (geïntegreerde audio) en wijzig de instelling in Off (uit).
  • Pagina 215 4 Druk de ontgrendellipjes op het kaartvasthoudklepje naar elkaar toe en draai het klepje open. Het klepje blijft vanzelf in de geopende stand staan. 1 ontgrendellipje kaartvasthoudklepje 3 uitlijningsstreep uitlijningsgeleider OPMERKING: Voor extra veiligheid kunt u de uitlijningsgeleider verwijderen (een schroef ondersteboven) en deze met de rechterkant omhoog vastschroeven om de kaart vast te zetten.
  • Pagina 216 5 De kaart verwijderen: Koppel indien nodig alle op de kaart aangesloten kabels los. Als de kaart een volle-lengte kaart is, drukt u het ontgrendellipje aan het uiteinde van de uitleidingsgeleiders op de ventilatorbehuizing. Als de connector is voorzien van een ontgrendellipje, houdt u dit lipje ingedrukt waarna u de kaart aan de bovenste hoeken beetpakt en deze voorzichtig uit de connector trekt.
  • Pagina 217 1 kaartvasthoudklepje 2 ontgrendellipje 8 Draai het kaartvasthoudklepje totdat dit op zijn plaats klikt. KENNISGEVING: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid kunnen er voor zorgen dat de computerbehuizing niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat. 9 Sluit kabels aan die verbonden moeten zijn met de kaart.
  • Pagina 218 11 Draai de vaste-schijfhouder terug naar zijn plaats (zie "De vaste-schijfhouder uit de computer draaien" op pagina 168). KENNISGEVING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en vervolgens op de computer. 12 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173) en steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en zet ze aan.
  • Pagina 219 bovenste 5,25-inch 2 onderste 5,25-inch stationscompartiment (biedt ruimte stationscompartiment (biedt ruimte voor een optisch station) voor een optisch station) FlexBay (biedt ruimte voor een 4 draaibare vaste-schijfhouder (biedt optionele derde vaste schijf, een ruimte voor twee SAS- of SATA- diskettestation of een stations) mediakaartlezer) desktopcomputerstations...
  • Pagina 220 bovenste 5,25-inch 2 onderste 5,25-inch stationscompartiment (biedt ruimte stationscompartiment (biedt ruimte voor een optisch station) voor een SATA vaste schijf) draaibare vaste-schijfhouder (biedt 4 FlexBay (biedt ruimte voor een ruimte voor twee SAS- of SATA-stations) optioneel diskettestation of optionele mediakaartlezer) Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties Bij sommige computerconfiguraties zitten er metalen afschermingen in de stationscompartimenten van de computer.
  • Pagina 221 Desktopstand Towerstand 1 5,25-inch metalen afscherming 2 metalen inzetstuk met ventilatieopeningen Er zijn drie scenario's waarbij een metalen afscherming verwijderd kan worden zonder deze direct terug te plaatsen: • Als er in de FlexBay een derde vaste schijf zat (alleen in de towerconfiguratie) of als deze leeg was (in beide configuraties) en een metalen afscherming met ventilatieopeningen ervoor zat, en u in dat compartiment een diskettestation of mediakaartlezer installeert, is...
  • Pagina 222 Als er in deze gevallen geen metalen afscherming wordt geïnstalleerd, werkt de computer mogelijk niet goed. Neem contact op met Dell als u een extra afscherming nodig hebt (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313). Algemene installatierichtlijnen voor schijfstations...
  • Pagina 223 Pak voor het aansluiten van een gegevenskabel de kabel aan de connectoren aan de uiteinden vast en duw deze met kracht in de connector. Wanneer u een gegevenskabel losmaakt, houd u de kabel vast aan de aansluitingen aan elk uiteinde en trekt u tot de kabel loskomt. SATA-gegevenskabelconnectoren SATA-gegevenskabel SATA-connector op systeemkaart...
  • Pagina 224 SAS-gegevenskabelaansluitingen SAS-gegevenskabel voedingskabel SAS-connector SAS-station Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 225 Vaste schijf KENNISGEVING: U wordt aangeraden alleen SAS-kabels te gebruiken die zijn geleverd door Dell. Voor elders aangeschafte kabels kan niet worden gegarandeerd, dat deze met Dell-computers werken. Een vaste schijf uit de draaibare houder verwijderen (tower- of desktopcomputer) WAARSCHUWING:...
  • Pagina 226 2 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. 3 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). KENNISGEVING: Als u maar één vaste schijf hoeft te installeren, moet u die aansluiten op de SATA0-connector op de systeemkaart. 4 Koppel de voedingskabel los van de vaste schijf die u gaat verwijderen.
  • Pagina 227 7 Druk de blauwe lipjes aan beide zijden van de vaste-schijfbeugel naar elkaar toe en schuif de schijf omhoog uit het vaste-schijfcompartiment. Als u een vervangende schijf gaat installeren, raadpleegt u "Een vaste schijf in de draaibare houder installeren (tower- of desktopcomputer)" op pagina 228. blauwe lipjes (2) vaste schijf in compartiment voor primaire vaste schijf...
  • Pagina 228 KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 11 Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan. Een vaste schijf in de draaibare houder installeren (tower- of desktopcomputer) WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids...
  • Pagina 229 8 Als aan de vervangende vaste schijf geen vaste-schijfbeugel is bevestigd, moet u de beugel van de oude schijf verwijderen. Buig de vaste-schijfbeugel open en breng de gaten in de zijkant van de nieuwe vaste schijf op één lijn met de plastic pinnen op de beugel; verminder daarna de kracht op de beugel totdat de vaste schijf stevig vastzit.
  • Pagina 230 Voedingsconnector P3 SATA-gegevenskabel voedingskabel vaste schijf vaste schijf KENNISGEVING: Als u maar één vaste schijf hoeft te installeren, moet u die aansluiten op de SATA0-connector op de systeemkaart. 12 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 231 Raadpleeg de documentatie van uw besturingssysteem voor aanwijzingen. 20 Test de vaste schijf. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147 voor instructies. 21 Als de door u zojuist geïnstalleerde schijf de primaire schijf is, moet u het besturingssysteem op de vaste schijf installeren.
  • Pagina 232 2 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. 3 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 4 Verwijder het stationspaneel (zie "Het stationspaneel verwijderen" op pagina 249). KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed.
  • Pagina 233 hendel schuifplaat SATA-gegevenskabel voedingskabel voeding SATA-connector op systeemkaart optionele SATA vaste schijf in FlexBay 7 Koppel de gegevenskabel los van de achterkant van de vaste schijf en van de connector op de systeemkaart. Als de gegevenskabel is aangesloten op een kaart en u de schijf niet opnieuw gaat installeren, geleid u de gegevenskabel naar de zijkant.
  • Pagina 234 hendel schuifplaat optionele derde vaste schijf in FlexBay 9 Leg de schijf op een veilige plaats terzijde. KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed. 10 Als u geen ander station in het stationscompartiment plaatst en.
  • Pagina 235 Duw tegen het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen totdat dit op zijn plaats klikt en de metalen lipjes op één lijn liggen tegen het chassisoppervlak. Breng een stationspaneelinzetstuk aan (zie "Inzetstuk stationpaneel vervangen" op pagina 253). 11 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 236 2 Breng 4 schroeven aan in de voorste vier gaten in de zijkant van de schijf als deze niet al zijn aangebracht. Controleer anders of de schroeven al zijn aangebracht in de 4 voorste gaten. 3 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 163. 4 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen"...
  • Pagina 237 hendel schuifplaat optionele derde vaste schijf in FlexBay 10 Sluit de voedingskabel aan op de achterkant van de vaste schijf. 11 Sluit een uiteinde van de gegevenskabel aan op de achterkant van de vaste schijf en, als het een SATA-schijf is, sluit het andere uiteinde aan aan op de SATA_2-connector op de systeemkaart.
  • Pagina 238 hendel schuifplaat SATA-gegevenskabel voedingskabel voeding SATA-connector op systeemkaart 6 optionele SATA vaste schijf in FlexBay KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 239 21 Voordat u verdergaat met de volgende stap, dient u uw schijf in te delen en logisch te formatteren. Raadpleeg de documentatie van uw besturingssysteem voor aanwijzingen. 22 Test de vaste schijf. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147 voor instructies. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 240 23 Als de door u zojuist geïnstalleerde schijf de primaire schijf is, moet u het besturingssysteem op de vaste schijf installeren. Een optionele derde SATA vaste schijf verwijderen (alleen desktopcomputer) WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. WAARSCHUWING: Om u te beschermen tegen elektrische schokken, dient u voordat u de computerkap verwijdert altijd eerst de stekker uit het stopcontact te halen.
  • Pagina 241 vasthoudinzetstuk desktopstation 2 voedingskabel SATA-gegevenskabel 4 SATA-connector op systeemkaart optionele derde SATA vaste schijf in vaste-schijfhouder 5 Koppel de voedingskabel aan de achterkant van de vaste schijf los. 6 Koppel de gegevenskabel los van de achterkant van de vaste schijf en van de connector op de systeemkaart.
  • Pagina 242 vasthoudinzetstuk desktopstation 2 optionele derde SATA vaste schijf in vaste-schijfhouder 8 Druk de blauwe lipjes aan beide zijden van de vaste-schijfbeugel naar elkaar toe en schuif de schijf uit de vaste-schijfhouder. 9 Leg de schijf en behuizing weg op een veilige plaats. 10 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 243 11 Als u geen ander station in het stationscompartiment gaat installeren, moet u een stationspaneelinzetstuk gebruiken (zie "Inzetstuk stationpaneel vervangen" op pagina 253). Daarna, als er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties"...
  • Pagina 244 3 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165). 4 Verwijder het stationspaneel (zie "Het stationspaneel verwijderen" op pagina 249). 5 Trek het vasthoudinzetstuk van het desktopstation aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. 1 vasthoudinzetstuk desktopstation optionele derde SATA vaste schijf in vaste-schijfhouder...
  • Pagina 245 7 Als het compartiment voor het optische station leeg is en er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties" op pagina 220) trekt u aan de 5,25-inch metalen afscherming om deze te verwijderen. Verwijder vervolgens het stationspaneelinzetstuk uit een 5,25-inch stationscompartiment (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen"...
  • Pagina 246 vaste-schijfhouder SATA vaste schijf in vaste-schijfbeugel 10 Schuif de vaste-schijfhouder in het 5,25-inch compartiment tot deze stevig vastzit. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 247 1 vasthoudinzetstuk desktopstation optionele derde SATA vaste schijf in vaste-schijfhouder 11 Plaats het vasthoudinzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 12 Sluit de voedingskabel aan op de vaste schijf. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 248 voedingskabel SATA-gegevenskabel SATA-connector op systeemkaart optionele derde SATA vaste schijf in vaste- schijfhouder 13 Sluit de gegevenskabel aan op de achterkant van het station en op de connector op de systeemkaart. 14 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 249 KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 17 Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan. Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies voor het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het functioneren van de vaste schijf.
  • Pagina 250 Towerstand 1 stationpaneel 2 schuifplaat 3 schuifplaathendel Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 251 Desktopstand 1 schuifplaat 2 schuifplaathendel 3 stationpaneel 4 Draai het stationpaneel naar buiten en til het uit de scharnieren. 5 Leg het stationspaneel ergens op een veilige plaats. Een stationspaneelinzetstuk verwijderen KENNISGEVING: Stationspaneelinzetstukken kunnen schroeven aan de binnenkant hebben. U kunt met deze schroeven nieuwe schijven aanbrengen die geen schroeven hebben.
  • Pagina 252 3 Verwijder het stationspaneel (zie "Het stationspaneel verwijderen" op pagina 249). KENNISGEVING: U voorkomt dat het lipje van het stationspaneelinzetstuk afbreekt door het inzetstuk niet verder dan ongeveer 1 cm van het stationspaneel vandaan te trekken voordat u het lipje uit de sleuf schuift. 4 Knijp de lipjes van het inzetstuk samen en draai het inzetstuk net genoeg op de ontgrendelingslipjes vrij te maken.
  • Pagina 253 Inzetstuk stationpaneel vervangen 1 Schuif het lipje van het inzetstuk in de sleuf. 1 stationpaneel 2 inzetstuk stationpaneel 3 ontgrendelingslipjes inzetstuk 4 lipje stationpaneel in sleuf stationpaneel (2) 2 Knijp de lipjes van het inzetstuk samen en draai het inzetstuk van het stationpaneel op zijn plaats.
  • Pagina 254 Towerstand 1 lipjes stationpaneel 2 stationpaneel Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 255 2 lipjes stationpaneel 2 Lijn de tabs van het stationspaneel uit met de scharnieren van de zijdeur. 3 Ruotare il pannello dell'unità verso il computer fino a quando scatta in posizione. 4 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 173).
  • Pagina 256 Diskettestation WAARSCHUWING: Raadpleeg de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids voordat u begint met de procedures in dit gedeelte. WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de computerkap opent. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer, door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen voordat u een van de elektronische onderdelen van de computer aanraakt.
  • Pagina 257 hendel schuifplaat gegevenskabel voedingskabel diskettestationconnector (DSKT op systeemkaart) 6 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif de schijf uit de FlexBay. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 258 hendel schuifplaat diskettestation KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed. 7 Als u geen ander station in de FlexBay gaat installeren en er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties"...
  • Pagina 259 8 Zie de juiste installatieprocedure in dit hoofdstuk als u een ander station in de FlexBay installeert. 9 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253). 10 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 260 7 Als er geen schroeven aan het station zijn bevestigd, verwijdert u de borstschroeven vanaf de binnenkant van het stationspaneel en bevestigt u de schroeven aan het nieuwe station. diskettestation schroeven (4) 8 Schuif het station voorzichtig in de FlexBay totdat u een klik hoort of voelt dat het station stevig vastzit.
  • Pagina 261 hendel schuifplaat diskettestation 9 Sluit de stroom- en gegevenskabels aan op het diskettestation. 10 Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de connector van de systeemkaart genaamd "DKST". Raadpleeg "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29 voor de locatie van de connector op de systeemkaart. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 262 gegevenskabel voedingskabel diskettestationconnector op systeemkaart (DSKT op systeemkaart) 11 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken. 12 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 263 16 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en werk de juiste optie voor Diskette Drive (diskettestation) bij. 17 Controleer of de computer naar behoren werkt het Dell-diagnoseprogramma uit te voeren. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147.
  • Pagina 264 voedingskabel gegevenskabel diskettestationconnector (DSKT op systeemkaart) 6 Trek het vasthoudinzetstuk van het desktopstation aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 265 stationsvasthoudinzetstuk diskettestation 7 Verwijder het diskettestation uit de FlexBay. 8 Als u geen ander station in de FlexBay gaat installeren en er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties" op pagina 220), plaatst u het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen op de FlexBay en de lege ruimte eronder: Houd het metalen inzetstuk met een hoek vast en plaats de bovenste twee schroeven in de sleuf die langs de binnenkant van de FlexBay loopt.
  • Pagina 266 Duw tegen het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen totdat dit op zijn plaats klikt en de metalen lipjes op één lijn liggen tegen het chassisoppervlak. Installeer daarna een stationspaneelinzetstuk (zie "Inzetstuk stationpaneel vervangen" op pagina 253). FlexBay 2 metalen inzetstuk met ventilatieopeningen 9 Zie de juiste installatie-instructies in dit hoofdstuk als u een ander station in de FlexBay installeert.
  • Pagina 267 12 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten. 13 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 14 Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
  • Pagina 268 5 Als er een ander apparaat in de FlexBay is geïnstalleerd, moet u dat apparaat verwijderen (zie de juiste verwijderingsinstructies in dit hoofdstuk). KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed.
  • Pagina 269 FlexBay 2 metalen inzetstuk met ventilatieopeningen 7 Verwijder het stationspaneelinzetstuk uit de FlexBay (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 251). 8 Als er geen schroeven aan het station zijn bevestigd, verwijdert u de borstschroeven vanaf de binnenkant van het stationspaneel en bevestigt u de schroeven aan het nieuwe station.
  • Pagina 270 station schroeven 9 Schuif het station voorzichtig in de FlexBay totdat u een klik hoort of voelt dat het station stevig vastzit. 10 Sluit de stroom- en gegevenskabels aan op het diskettestation. 11 Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de connector van de systeemkaart genaamd "DKST".
  • Pagina 271 voedingskabel gegevenskabel diskettestationconnector (DSKT op systeemkaart) 12 Plaats het vasthoudinzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 13 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken.
  • Pagina 272 18 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en werk de juiste optie voor Diskette Drive (diskettestation) bij. 19 Controleer of de computer naar behoren werkt het Dell- diagnoseprogramma uit te voeren. Zie "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)" op pagina 147 voor instructies.
  • Pagina 273 4 Koppel de interfacekabel aan de achterkant van de geheugenkaartlezer los. 5 Koppel het andere uiteinde van de interfacekabel los van de connector van de systeemkaart genaamd "USB". Raadpleeg "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29 voor de locatie van de connector op de systeemkaart. hendel schuifplaat interfacekabel Connector mediakaartlezer...
  • Pagina 274 hendel schuifplaat geheugenkaartlezer KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed. 7 Als u geen ander station in het stationscompartiment gaat installeren en er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties"...
  • Pagina 275 8 Zie de juiste installatie-instructies in dit hoofdstuk als u een ander station in de FlexBay installeert. 9 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253). 10 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 276 7 Als er geen schroeven aan de mediakaartlezer zijn bevestigd, controleert u of er schroeven aan de binnenkant van het stationspaneelinzetstuk zitten en als dat het geval is, bevestigt u die aan de nieuwe mediakaartlezer. geheugenkaartlezer schroeven 8 Schuif de lezer voorzichtig in de FlexBay totdat u een klik hoort of voelt dat de lezer stevig vastzit.
  • Pagina 277 hendel schuifplaat geheugenkaartlezer 9 Koppel de interfacekabel aan de achterkant van de geheugenkaartlezer. 10 Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel aan op de connector van de systeemkaart genaamd "USB". Raadpleeg "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29 voor de locaties van de connectoren op de systeemkaart. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 278 interfacekabel Connector mediakaartlezer (USB op systeemkaart) geheugenkaartlezer 11 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken. 12 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 279 16 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en werk de juiste optie voor USB for Flexbay (USB voor Flexbay) bij. 17 Controleer of de computer naar behoren werkt het Dell- diagnoseprogramma uit te voeren. Zie "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)"...
  • Pagina 280 interfacekabel Connector mediakaartlezer (USB op systeemkaart) geheugenkaartlezer 6 Trek het vasthoudinzetstuk van het desktopstation aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 281 stationsvasthoudinzetstuk geheugenkaartlezer 7 Verwijder de mediakaartlezer. 8 Als u geen ander station in de FlexBay gaat installeren en er metalen afschermingen in de computer zitten (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij sommige stationsconfiguraties" op pagina 220), plaatst u het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen op de FlexBay en de lege ruimte eronder: Houd het metalen inzetstuk met een hoek vast en plaats de bovenste twee schroeven in de sleuf die langs de binnenkant van de FlexBay loopt.
  • Pagina 282 Duw tegen het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen totdat dit op zijn plaats klikt en de metalen lipjes op één lijn liggen tegen het chassisoppervlak. Installeer daarna een stationspaneelinzetstuk (zie "Inzetstuk stationpaneel vervangen" op pagina 253). FlexBay 2 metalen inzetstuk met ventilatieopeningen 9 Zie de juiste installatie-instructies in dit hoofdstuk als u een ander station in de FlexBay installeert.
  • Pagina 283 12 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten. 13 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 173). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 14 Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
  • Pagina 284 5 Als er een ander apparaat in de FlexBay is geïnstalleerd, moet u dat apparaat verwijderen (zie de juiste verwijderingsinstructies in dit hoofdstuk). KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed.
  • Pagina 285 FlexBay 2 metalen inzetstuk met ventilatieopeningen 7 Verwijder het stationspaneelinzetstuk uit de FlexBay (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 251). 8 Als er geen schroeven aan de lezer zijn bevestigd, verwijdert u de borstschroeven vanaf de binnenkant van het stationspaneel en bevestigt u de schroeven aan de nieuwe mediaklaartlezer.
  • Pagina 286 station schroeven 9 Schuif de lezer voorzichtig op zijn plaats totdat u een klik hoort of voelt dat de lezer stevig vastzit. 10 Koppel de interfacekabel aan de achterkant van de geheugenkaartlezer. 11 Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel aan op de connector van de systeemkaart genaamd "USB".
  • Pagina 287 interfacekabel Connector mediakaartlezer (USB op systeemkaart) geheugenkaartlezer 12 Plaats het vasthoutinzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 13 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken.
  • Pagina 288 Een optisch station verwijderen (towercomputer) 1 Volg de procedures in "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 147. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 165).
  • Pagina 289 optisch station SATA-gegevenskabel voedingskabel SATA-gegevenskabel SATA-connector op systeemkaart 6 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif dan het station uit het compartiment. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 290 één lijn met de metalen rails en duw de afschermingen totdat deze op zijn plaats klikt. OPMERKING: Bij Dell kunt u een metalen afscherming voor het compartiment voor het optische station bestellen. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313.
  • Pagina 291 8 Als u geen ander station in het compartiment voor het optische station plaatst, raadpleegt u "Een optisch station installeren (towercomputer)" op pagina 291. 9 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253). 10 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
  • Pagina 292 7 Verwijder het stationspaneelinzetstuk (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 251). 8 Als het station geen schroeven bevat, controleert u of er borstschroeven aan de binnenkant van het stationspaneel zitten en als dat het geval is, bevestigt u die aan het nieuwe station. optisch station schroeven 9 Schuif het station voorzichtig op zijn plaats totdat u een klik hoort of voelt...
  • Pagina 293 stationsvasthoudinzetstuk optisch station 10 Sluit de voedings- en de gegevenskabel aan op het diskettestation. Als u een SATA-station installeert, sluit dan het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op een SATA-aansluiting op de systeemkaart. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 294 optisch station SATA-gegevenskabel voedingskabel SATA-gegevenskabel SATA-connector op systeemkaart 11 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken. 12 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 295 16 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en selecteer de juiste optie voor Drive (station). 17 Controleer of de computer naar behoren werkt het Dell- diagnoseprogramma uit te voeren. Zie "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)" op pagina 147 voor instructies.
  • Pagina 296 optisch station voedingskabel SATA-gegevenskabel SATA-gegevenskabel SATA-connector op systeemkaart 6 Trek het vasthoudinzetstuk van het desktopstation aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 297 OPMERKING: Bij Dell kunt u een metalen afscherming voor het compartiment voor het optische station bestellen. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313. Breng een stationspaneelinzetstuk in het stationscompartiment aan (zie "Inzetstuk stationpaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 298 9 Als u geen ander station in het compartiment voor het optische station plaatst, raadpleegt u "Een optisch station installeren (desktop)" op pagina 298. 10 Plaats het vasthoudinzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 11 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op pagina 253).
  • Pagina 299 stationsvasthoudinzetstuk optisch station 6 Als er een ander apparaat is geïnstalleerd in het compartiment voor het optische station, verwijdert u dat apparaat (zie "Een optisch station verwijderen (desktopcomputer)" op pagina 295). KENNISGEVING: Als er bij uw computerconfiguratie metalen afschermingen aanwezig zijn, moeten deze altijd geïnstalleerd zijn terwijl de computer in gebruik is, anders werkt de computer mogelijk niet goed.
  • Pagina 300 optisch station schroeven 10 Schuif het station voorzichtig op zijn plaats totdat u een klik hoort of voelt dat het station stevig vastzit. KENNISGEVING: Sluit geen optische SATA-schijf aan op een HDD-connector op de systeemkaart; anders functioneert dit niet. Sluit SATA-optische schijven aan op de aansluitingen met het label "SATA"...
  • Pagina 301 voedingskabel SATA-gegevenskabel SATA-gegevensconnector op systeemkaart 12 Plaats het vasthoudinzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 13 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om een luchtstroom tussen de de ventilator en de koelventilatieopeningen mogelijk te maken. Onderdelen toevoegen en vervangen...
  • Pagina 302 18 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en selecteer de juiste optie voor Drive (station). 19 Controleer of de computer naar behoren werkt het Dell- diagnoseprogramma uit te voeren. Zie "Dell Diagnostics (Dell- diagnostiek)" op pagina 147 voor instructies.
  • Pagina 303 4 Verwijder het toegangsklepje naar de processor. Verwijder de groene schroef waarmee het toegangsklepje naar de processor is bevestigd aan de systeemkaart en het chassis van de computer. Til het toegangsklepje naar de processor uit de computer. 5 Gebruik een lange Phillips-schroevendraaier om de vier kopschroeven aan de zijden van de koelplaat los te draaien.
  • Pagina 304 kaartventilator kabel kaartventilator connector kaartventilator op voorste ventilator systeemkaart (FAN_CCAG) vasthoudstuk volle-lengte kaart 9 Maak de kaartventilator los van de connector genaamd FAN_FRONT op de systeemkaart (zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 29). 10 Als de computer in de towerstand staat, trekt u aan het vasthoudstuk van de volle-lengte kaart naast de kaartventilator om dit te verwijderen.
  • Pagina 305 15 Verwijder alle componenten die de toegang tot de systeemkaart belemmeren. 16 Koppel alle kabels los van de systeemkaart. 17 Voordat u de huidige systeemkaart vervangt, moet u de vervangende kaart op zicht met de huidige systeemkaart vergelijken om te controleren of u dit het juiste onderdeel is.
  • Pagina 306 De systeemkaart vervangen 1 Onderdelen van de oude op de nieuwe systeemkaart overzetten: Verwijder de geheugenmodules en installeer ze op de systeemkaart (zie "Geheugen" op pagina 199 voor meer informatie). WAARSCHUWING: De processor en de koelplaat kunnen heet worden. Laat de processor en de koelplaat lang genoeg afkoelen voordat u ze aanraakt om te voorkomen dat u brandwonden oploopt.
  • Pagina 307 (support.dell.com) voor hulp bij de installatie en het oplossen van problemen. Zie "On line services" op pagina 308 voor een uitgebreide lijst van Dell Support on line. 5 Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313 als met de voorgaande stappen het probleem nog steeds niet is opgelost. OPMERKING: Bel de Dell-ondersteuningsdienst terwijl u zich bij de computer bevindt, zodat de medewerkers u kunnen helpen bij noodzakelijke procedures.
  • Pagina 308 Onze medewerkers gebruiken diagnostische programma's op de computer om snelle, accurate antwoorden te geven. Zie "Voordat u belt" op pagina 311 om contact op te nemen met Dell's ondersteuningsdienst en bekijk de contactinformatie van uw regio of ga naar support.dell.com.
  • Pagina 309 Wanneer u AutoTech belt, kunt u met de toetsen van uw digitale telefoon de onderwerpen selecteren die met uw vragen te maken hebben. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313 voor het telefoonnummer dat u moet bellen in uw regio.
  • Pagina 310 Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 313 voor het telefoonnummer dat u moet bellen in uw regio.
  • Pagina 311 Vergeet niet de diagnostische checklist in te vullen (zie "Diagnostische checklist" op pagina 312). Indien mogelijk zet u de computer aan voordat u Dell belt voor hulp en belt u terwijl u zich bij de computer bevindt. U kunt worden gevraagd...
  • Pagina 312 Naam: Datum: Adres: Telefoonnummer: Serviceplaatje (streepjescode op de achter- of onderkant van de computer): Code voor express-service: Retourzendings-autorisatienummer (indien verstrekt door een Dell-technicus): Besturingssysteem en versie: Apparaten: Uitbreidingskaarten: Bent u met een netwerk verbonden? Ja Nee Netwerk, versie en netwerkadapter:...
  • Pagina 313 Klanten in de Verenigde Staten kunnen 800.WWW.DELL (800.999.3355) bellen. OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon, rekening of productcatalogus van Dell. Dell biedt diverse on line telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid hiervan verschilt echter per land en product, en sommige zijn mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
  • Pagina 314 Hulp krijgen...
  • Pagina 315 KENNISGEVING: De FCC-regels bepalen dat wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Dell Inc., uw bevoegdheid om deze apparatuur te bedienen, ongeldig kan maken. Deze grenzen worden aangehouden om redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie te bieden bij plaatsing in een huiselijke omgeving.
  • Pagina 316 Indien nodig kunt u voor advies contact opnemen met een medewerker van Dell of een ervaren radio-/televisie-installateur. Overeenkomstig de FCC-richtlijnen wordt de volgende informatie verstrekt voor het apparaat of de apparaten waarop dit document van toepassing is: • Productnaam: Dell™ Precision™ T5400 •...
  • Pagina 317 Woordenlijst Begrippen in deze woordenlijst zijn alleen voor informatieve doeleinden. De beschreven begrippen hebben al dan niet betrekking op uw specifieke computer. AC — Alternating Current (wisselstroom) — Het soort elektriciteit dat uw computer van stroom voorziet wanneer u de netadapter aansluit op het elektriciteitsnet. Achtergrond —...
  • Pagina 318 Apparaat — Hardware, zoals een diskettestation, een printer of een toetsenbord, die is geïnstalleerd in of aangesloten op uw computer. Apparaat, stuurprogramma — Zie Apparaat. ASF — Alert Standards Format — Een norm om een mechanisme voor het overbrengen van hardware- en softwaremeldingen naar een beheerconsole te definiëren. ASF is platform- en besturingssysteemonafhankelijk.
  • Pagina 319 Code voor epress-service — Een numerieke code, weergegeven op een sticker op uw Dell™ computer. Gebruik de code voor express-service als u voor ondersteuning contact opneemt met Dell. De code voor express-service wordt in sommige landen niet gebruikt. Configuratiescherm — Een hulpprogramma in Windows waarmee u de instellingen voor het besturingssysteem en de hardware, zoals die voor het beeldscherm, kunt aanpassen.
  • Pagina 320 CRIMM — Continuity Rambus In-line Memory Module — Een speciale module zonder geheugenchips, die gebruikt wordt voor het vullen van ongebruikte RIMM-sleuven. Cursor — De markering op een scherm die aangeeft waar de volgende actie met het toetsenbord, de touch-pad, of de muis gaat plaatsvinden. Vaak is dit een knipperende rechte lijn, een liggend streepje of een kleine pijl.
  • Pagina 321 dual-core — Een technologie waarin twee fysieke rekeneenheden bestaan in een enkel processorpakket, waardoor de rekenefficiëntie en het vermogen tot multitasking wordt vergroot. Dual-displaymodus — In deze schermmodus kunt u een tweede monitor gebruiken als uitbreiding op uw beeldscherm. Dit wordt ook wel dubbele schermmodus genoemd. Dubbele schermmodus —...
  • Pagina 322 Expresskaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-norm. Modems en netwerkadapters zijn gangbare types expresskaart. Expresskaarten ondersteunen zowel de PCI Express als de USB 2.0 standaard. Fahrenheit — Een temperatuurschaal met 32º als vriespunt en 212º als kookpunt van water.
  • Pagina 323 Geheugentoewijzing — Het proces waarin de computer bij het opstarten geheugenadressen toekent aan fysieke locaties. Apparaten en software kunnen vervolgens informatie identificeren die voor de processor toegankelijk is. geïntegreerd — Duidt doorgaans op onderdelen die zich fysiek op de systeemkaart van de computer bevinden.
  • Pagina 324 installatieprogramma — Een programma dat wordt gebruikt voor de installatie en configuratie van hardware en software. Het programma setup.exe of install.exe wordt bij de meeste softwarepakketten van Windows geleverd. Installatieprogramma is iets anders dan systeeminstellingen. I/O — Input/Output — Een bewerking of apparaat die gegevens in uw computer invoert en van uw computer afhaalt.
  • Pagina 325 — Een houder die apparaten ondersteunt, zoals optische stations, een tweede batterij of een Dell TravelLite™-module. MHz — Megahertz — Een eenheid van frequentie die gelijk is aan 1 miljoen cycli per seconde.
  • Pagina 326 Minikaart — Een kleine kaart ontworpen voor ingebouwde randapparatuur, zoals communicatie-NIC's. Een Mini-Card is qua functionaliteit vergelijkbaar is met een standaard PCI-uitbreidingskaart. Modem — Een apparaat waarmee uw computer kan communiceren met andere computers via analoge telefoonlijnen. Er zijn drie types modem: extern, pc-kaart en intern.
  • Pagina 327 Parallelle connector — Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt voor de aansluiting van een parallelle printer op uw computer. Ook bekend als LPT-poort. partitie — Een fysieke opslagruimte op een harde schijf die is toegewezen aan één of meer logische opslagruimtes, ook wel logische stations genoemd. Elke partitie kan meerdere logische stations bevatten.
  • Pagina 328 Processor — Een computerchip die programma-instructies interpreteert en uitvoert. Soms wordt de term CPU (Central Processing Unit) voor processor gebruikt. PS/2 — Personal System/2 — Een type connector voor de aansluiting van een toetsenbord, een muis of een toetsenblok die PS/2-compatibel is. PXE —...
  • Pagina 329 Servicelabel — Een label met streepjescode op uw computer die als identificatie dient als u naar Dell Support gaat op support.dell.com of als u telefonisch contact opneemt met Dell voor klantenservice of technische ondersteuning.
  • Pagina 330 Snelkoppeling — Een pictogram die snelle toegang tot vaak gebruikte programma's, bestanden, mappen en stations mogelijk maakt. Wanneer u een snelkoppeling op het bureaublad van Windows maakt en op het pictogram dubbelklikt, opent u het corresponderende item zonder het eerst te hoeven zoeken. Pictogrammen voor snelkoppelingen veranderen de locatie van bestanden niet.
  • Pagina 331 Systeemvak — Het gedeelte van de Windows taakbalk met pictogrammen voor snelle toegang tot programma’s en functies, zoals de klok, het volumebeheer en de afdrukstatus. Dit wordt ook de systeemlade genoemd. TAPI — Telephony Application Programming Interface — Deze interface stelt Windows programma’s in staat te werken met een grote diversiteit aan telefonieapparaten, waaronder spraak, gegevens, fax en video.
  • Pagina 332 USB — Universal Serial Bus — Een hardware-interface voor apparaten met een lage snelheid, zoals een USB-compatibel toetsenbord, muis, joystick, scanner, speakerset, printer, breedbandapparaten (DSL- en kabelmodems), beeldapparaten of opslagapparaten. Apparaten worden rechtstreeks op een 4 pins socket op uw computer aangesloten, of op een hub met meerdere poorten die op uw computer is aangesloten.
  • Pagina 333 Videoresolutie — Zie resolutie. vingerafdruklezer — Een stripsensor die uw unieke vingerafdruk gebruikt om uw gebruikersidentiteit te verifiëren, met als doel de computer te helpen beveiligen. Virus — Een programma dat voor ongemak en irritatie zorgt of gegevens vernietigt die op uw computer zijn opgeslagen.
  • Pagina 334 ZIF — Zero Insertion Force — Een type socket of connector die een soepele, probleemloze plaatsing of verwijdering van een computerchip mogelijk maakt. Zip — Een populaire indeling voor gegevenscompressie. Bestanden die zijn gecomprimeerd met de zip-indeling worden zip-bestanden genoemd en hebben normaliter de extensie .zip.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dcta