12 Als er metalen afschermingen in de computer zitten, plaatst u het metalen
inzetstuk met ventilatieopeningen op de FlexBay en de lege ruimte
eronder (zie "Informatie over metalen afschermingen aanwezig bij
sommige stationsconfiguraties" op pagina 220 voor meer informatie):
Steek de twee bovenste en de twee onderste schroeven van het
a
metalen inzetstuk in de bijbehorende sleuven in de FlexBay.
Duw tegen het metalen inzetstuk met ventilatieopeningen totdat dit
b
op zijn plaats klikt en de metalen lipjes op één lijn liggen tegen het
chassisoppervlak.
13 Plaats het stationspaneel terug (zie "Het stationspaneel vervangen" op
pagina 253).
14 Controleer alle aansluitingen om er zeker van te zijn dat de kabels stevig
vastzitten.
15 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op
pagina 173).
KENNISGEVING:
in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
16 Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor
instructies voor het installeren van eventuele software die noodzakelijk is
voor het functioneren van de vaste schijf.
17 Als u zojuist de primaire schijf hebt geïnstalleerd, plaatst u een opstartbaar
medium in station A.
18 Schakel de computer in.
19 Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 93) en werk de juiste
optie voor Drive (station) bij.
20 Sluit het System Setup-programma af en start de computer opnieuw op.
21 Voordat u verdergaat met de volgende stap, dient u uw schijf in te delen en
logisch te formatteren.
Raadpleeg de documentatie van uw besturingssysteem voor aanwijzingen.
22 Test de vaste schijf. Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op
pagina 147 voor instructies.
Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst
Onderdelen toevoegen en vervangen
239