Instructies voor gebruik
4.1.2 Voorbereiden van het vullen (WD-9)
4.1.3 Voorbereiden van het vullen (WD-9)
1.
Symbool voor de chemische tank.
2.
Display afwas- en naspoeltemperatuur.
3.
Symbool voor het naspoelen.
4.
Programmadisplay.
5.
Programmakiezer P1.
6.
Programmakiezer P2.
7.
Programmakiezer P3, of inwendig reinigen.
8.
Aan/Uit
9.
Afwas- en naspoelalarm.
10.
Hendel instelling normaal/zwaar vervuilde vaat.
11.
Deksel naspoeltank recirculatiewater (recirculatietank).
12.
Filter en afvoersluiting naspoeltank recirculatiewater (recirculatietank).
13.
Rubbermof
14.
Pompfilter
15.
Afvoerfilter (alleen machines met afvoerpomp).
16.
Standpijp
17.
Chemisch wasfilter
18.
Drukleiding afwaswater
19.
Drukleiding spoelwater
Controleer:
•
of de afwasmachine en demonteerbare onderdelen schoon zijn en er geen vuil in
de drukwaterleidingen van de was- en naspoelarmen (18, 19) zit
•
of de rubbermoffen (13) onbeschadigd zijn
•
of de kraan is opengedraaid
•
de hoeveelheid afwas- en naglansmiddel
Gebruik geen handafwasmiddelen in de machine of voor het voorspoelen van de vaat.
Vloeibaar afwasmiddel schuimt en geeft een slecht resultaat.
Montage:
Afvoerfilter (15) (alleen machines met afvoerpomp). Standpijp (16), filters (12, 17). De
rubbermoffen (13) moeten afdichten tegen de basisplaat.
Schakel de stroom in met de 0/1-drukknop (8).
•
Sluit de kap. De machine begint met watervullen. Op het ene display (2) verschijnt
"--" en op het andere display (4) "P0". Als de machine is gevuld, brandt symbool
(1) en wordt de temperatuur in het display (2) getoond. Bij een lagere afwastem-
peratuur dan 50°C gaat het temperatuurdisplay knipperen. Het vulproces neemt 4
tot 5 minuten in beslag. De benodigde tijd voor het opwarmen van het water hangt
af van de temperatuur van het inkomende water.
•
De afwasfase start pas als het water de juiste temperatuur heeft bereikt. De normale
temperatuur voor de afwasfase is 60°C.
10.1.2006
Rev. 2.0
15