Installatie
3.7 Technische documentatie
1. Check:
•
Water- en afvoeraansluitingen
•
Dat het gewicht van de machine gelijkmatig verdeeld is
•
Afwas- en naglansmiddel
•
Filters en standpijp zijn geplaatst
2. Vullen van de machine:
•
Draai de hoofdschakelaar en mogelijke onderbrekers in.
•
Sluit de kap.
•
Vul de machine met water conform de GEBRUIKSAANWIJZINGEN
3. Start de machine:
•
Controleer de draairichting van de pomp NB! Indien de draairichting incorrect is,
moet de fase van de schakelaar worden omgekeerd.
•
Leeg de machine en vul opnieuw
•
Controleer de stroom voor het naspoelen tijdens het vullen
4. Controleer de instelling van de referentiewaarden:
•
De vertraging voor spoelenpomp.
•
Alle instelwaraden zijn bij levering juist ingesteld.
5. Draai een aantal wasgangen met belasting en controleer dat:
•
Er geen waterlekken zijn
•
De deuronderbreker werkt
•
De automatische kaplift werkt (WD-8A, WD-9A)
•
De watertemperaturen gehandhaafd worden
•
De gewassen voorwerpen schoon zijn
•
De afgewassen voorwerpen opdrogen Let op: De apparatuur voor afwasmiddel en
naglansmiddel wordt op de fabriek ruwweg ingesteld; neem contact op met uw af-
wasmiddelleverancier voor een nauwkeuriger instelling.
6. Eindcontrole: Leeg de machine en schakel de elektriciteit uit met behulp van de hoofd-
schakelaar.
•
Zet alle aansluitingen van schakelaars en zekeringen opnieuw vast
•
Zet alle zekeringen in de stand AAN
•
Hang de begeleidende onderhoudsinstructies op
7. Trainen van personeel
Om te garanderen dat de machine correct wordt bediend en onderhouden is het van belang
dat de bij de machine geleverde documentatie beschikbaar is voor het personeel dat de
machine gebruikt. De installatie- en gebruikershandleiding, waarin wordt beschreven hoe
de machine moet worden bediend en onderhouden, moeten bij de machine worden be-
waard.
Als de machine vergezeld gaat van een onderhoudshandleiding, moet deze worden over-
handigd aan het onderhoudspersoneel.
10.1.2006
Rev. 2.0
13