Gebruik van het koelerregelsysteem
Interfacepaneel aan/uit
De operatorinterface wordt in- en uitgeschakeld met een drukschakelaar in de linker bovenhoek op de
achterkant van het paneel. AAN is de buitenste stand van de schakelaar en een witte band is zichtbaar op de
steel van de schakelaar. UIT is de binnenste stand en dan is er geen wit zichtbaar.
Het scherm is uitgerust met een schermbeveiliging die het scherm verduistert. Raak het scherm aan om het
weer te activeren. Als het scherm zwart is, raak het dan eerst aan om te zien of het ingeschakeld is, en druk
dan pas op de AAN/UIT-schakelaar.
Unit starten/stoppen
De koeler kan op vier manieren worden gestart/gestopt.
Drie worden geselecteerd in SETPOINT\
MODE\SP3, en de vierde manier is via schakelaars op het paneel:
Paneel operatorinterface (LOCAL)
Op Home Screen 1 staan AUTO- en STOP-knoppen die alleen actief zijn wanneer de unit in "LOCAL
CONTROL" staat. Hiermee wordt voorkomen dat de unit per ongeluk wordt gestart of gestopt wanneer ze
door een afstandsschakelaar of een BAS wordt gestuurd. Wanneer de gebruiker op deze knoppen drukt,
doorloopt de unit de normale opstart- of stopsequentie. Bij units met twee compressoren worden beide
compressoren stilgelegd en is de normale startprocedure voor twee compressoren actief.
Remote SWITCH
Selecteer SWITCH in SP3 om de unit te laten besturen door een afstandsschakelaar die op het regelpaneel
moet bedraad zijn (zie Errore. L'origine riferimento non è stata trovata. op pagina Errore. Il segnalibro
non è definito.)
BAS
BAS-input wordt lokaal bedraad op een kaart die in de fabriek op de unitcontroller is geïnstalleerd.
Schakelaars in het regelpaneel
In het regelpaneel van de unit, naast het interfacepaneel, zitten schakelaars om de unit en compressoren stil te
leggen. Wanneer de UNIT-schakelaar op OFF wordt gezet, wordt de koeler uitgeschakeld met de normale
uitschakelsequentie, ongeacht of één of twee compressoren ingeschakeld zijn.
Wanneer de COMPRESSOR-schakelaar(s) (twee bij units met twee compressoren) op OFF staat, legt hij de
compressor onmiddellijk stil zonder eerst de uitschakelsequentie te doorlopen. Dit is hetzelfde als een
noodstopschakelaar.
Instelpunten veranderen
De instelpunten kunnen gemakkelijk worden veranderd op het aanraakscherm van de operatorinterface. Een
volledige beschrijving van de procedure begint op pagina 43.
De instelpunten kunnen ook in de
unitcontroller worden veranderd, maar dit is voorbehouden voor noodgevallen wanneer de operatorinterface
niet beschikbaar is.
D - EOMWC00905-10NL - 83/96