Vierwielaandrijving - All Wheel Drive
(extra)
De vierwielaandrijving is permanent
ingeschakeld.
Bij vierwielaandrijving worden alle vier de
wielen van de auto tegelijk aangedreven.
Het motorkoppel wordt automatisch over de
voor- en achterwielen verdeeld. Een elektron-
isch gestuurd koppelingssysteem verdeelt het
vermogen over het wielpaar dat op dat moment
de beste grip op het wegdek heeft. Dit om
optimale wegligging te verkrijgen en te
voorkomen dat de wielen doorslippen.
Bij normaal rijden worden de voorwielen naar
verhouding iets sterker aangedreven dan de
achterwielen.
Deze verbeterde vorm van aandrijving verhoogt
de rijveiligheid tijdens regen- en sneeuwval en
bij ijzel.
94
Als de auto is uitgerust met snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging, is de auto gemakkelijker te
besturen op lage snelheden zodat bijvoorbeeld
het parkeren minder moeite kost.
Naarmate de snelheid hoger wordt nemen de
stuurkrachten toe, waardoor u een beter gevoel
met de weg krijgt.
Wanneer u met het kofferdeksel open rijdt
kunnen er uitlaatgassen en daarmee giftig
koolmonoxide via de kofferbak de passagiers-
ruimte in worden gezogen. Als u echter toch
een stukje met een open kofferdeksel moet
rijden, moet u het volgende doen:
· Sluit alle ramen.
· Verdeel de luchttoevoer tussen de voorruit
en de vloer en laat de ventilator op hoge
snelheid draaien.
(extra)