Download Print deze pagina

Advertenties

Motor starten

2302129d
De vuldop van de brandstoftank bevindt zich
achter de klep op het rechter achterspatscherm.
Bij hoge buitentemperaturen kan er overdruk in
de brandstoftank ontstaan. Open de vuldop
langzaam. Vul de brandstoftank niet te ver bij.
Laat het vulpistool bij voorkeur niet meer
dan éénmaal automatisch afslaan! Bij een
hoge buitentemperatuur kan de tank over-
stromen, als deze te veel brandstof bevat!
Plaats na het tanken de vuldop terug en draai
deze zo ver dicht dat u één of meer klikken hoort.
Tankvulklep openen
De tankvulklep is onvergrendeld en kan worden
geopend wanneer de auto ontgrendeld is.
88
N.B. Wanneer u de auto van de buitenzijde
vergrendelt, wordt de tankvulklep pas na een
vertraging van 10 minuten vergrendeld.
(benzine)
1. Trek de handrem (parkeerrem) aan.
2. Automatische versnellingsbak: Zet de
keuzehendel in stand P of N.
Handgeschakelde versnellingsbak: Zet de
versnellingshendel in de vrijstand en trap het
koppelingspedaal volledig in. Dit is vooral
belangrijk bij extreme koude.
3. Draai de contactsleutel in de startstand. Als
de motor binnen 5-10 seconden start, laat de
sleutel dan los en probeer nogmaals te starten.
N.B. Voeg nooit zelf schoonhoudende toevoe-
gingsmiddelen toe wanneer dat niet uitdrukkelijk
geadviseerd wordt in een Volvo-werkplaats.
Belangrijk!
Giet benzinemodellen altijd met loodvrije
benzine vol om te voorkomen dat de
katalysator beschadigd raakt.
WAARSCHUWING!
Schakel tijdens het tanken altijd uw mobiele
telefoon uit - het belsignaal kan namelijk
vonken veroorzaken, die tot ontbranding van
brandstofdampen kunnen leiden, met brand
of lichamelijk letsel als gevolg.
(Diesel)
1. Trek de handrem (parkeerrem) aan.
2. Automatische versnellingsbak: Zet de
keuzehendel in stand P of N.
Handgeschakelde versnellingsbak: Zet de
versnellingshendel in de vrijstand en trap
het koppelingspedaal volledig in. Dit is
vooral belangrijk bij extreme koude.
3. Draai de contactsleutel in de rijstand. Een
controlelampje op het instrumentenpaneel
licht op om aan te geven dat de voorgloei-
functie van de motor actief is. Draai de
sleutel in de startstand, wanneer het
controlelampje is gedoofd.
Bij lage temperaturen (–5 °C tot –40 °C) kan de
paraffine in de dieselolie uitvlokken en start-
problemen veroorzaken. Zorg dat u tijdens de
wintermaanden altijd speciale winterbrandstof
gebruikt.
N.B. Afhankelijk van de motortemperatuur kan
het tijdens de koude start gebeuren dat het
motortoerental van bepaalde motortypes - korte
tijd – iets hoger is dan normaal.
Dit omdat Volvo ernaar streeft de uitstoot te
beperken van stoffen die schadelijk zijn voor
het milieu door het uitlaatgasreinigingssysteem
van de motor zo snel mogelijk op bedrijfs-
temperatuur te brengen.

Advertenties

loading