Rechter stuurhendel
Ruitenwissers
0
- Met hendel in stand 0 zijn de ruitenwissers
uitgeschakeld. Wanneer u de hendel omhoog-
duwt, maken de wissers slagen zolang u de
hendel in die stand vasthoudt.
- Intervalstand. U kunt de snelheid
van de wissers voor de intervalstand bijstellen.
Wanneer u de ring (zie 1 op de afbeelding)
omhoogdraait, neemt de frequentie van de wisser-
slagen toe. Wanneer u de ring omlaagdraait,
neemt de frequentie van de wisserslagen af.
- De wissers werken op normale
snelheid.
- De wissers werken op hoge snelheid.
4 4
Regensensor (extra)
De regensensor registreert de hoeveelheid regen
op de voorruit en zorgt ervoor dat de ruitenwis-
0
sers automatisch sneller of langzamer gaan
bewegen.
De gevoeligheid van de regensensor is af te
stellen met de ring (1).
· Draai de ring omhoog voor een grotere
gevoeligheid en omlaag voor een geringere
gevoeligheid (de wissers maken een extra
slag, als u de ring omhoogdraait).
Aan/Uit
Als u de regensensor activeert, moet de
contactsleutel ten minste in stand I staan en de
3603483j
ruitenwisserhendel in stand 0.
U activeert u de regensensor door:
· op de knop (2) te drukken. De LED in de
knop gaat branden om aan te geven dat de
regensensor actief is.
U schakelt de regensensor op een van de
volgende manieren weer uit:
· druk op de knop (2); of
· haal de hendel omlaag naar een ander
wisprogramma. Als u de hendel omhoog-
duwt, blijft de regensensor actief. De
wissers maken een extra slag en keren terug
naar de regensensorstand, wanneer u de
hendel laat terugveren naar stand 0.
BELANGRIJK!
I
De regensensor wordt automatisch uitge-
schakeld, wanneer u de sleutel uit het contactslot
neemt of vijf minuten nadat u de auto van het
contact hebt gezet.
Ruitensproeiers
U activeert de ruitensproeiers door de hendel
naar het stuurwiel toe te trekken.
Koplampsproeiers
(extra in bepaalde landen)
De koplampsproeiers worden automatisch
geactiveerd bij het gebruik van de ruiten-
sproeiers.
De koplampsproeiers verbruiken grote hoeveel-
heden sproeivloeistof. Om vloeistof te besparen
worden de koplampen alleen iedere vijfde keer
dat u de voorruitsproeiers activeert gesproeid
(gerekend over een periode van tien minuten).
Wanneer er meer dan tien minuten zijn verstre-
ken sinds de laatste sproeibeurt van de voorruit,
worden ook de koplampen weer gesproeid bij
het activeren van de ruitensproeiers.
BELANGRIJK!
Gereduceerde sproeifunctie
Wanneer er nog ongeveer één liter sproeiervloei-
stof in het reservoir zit, worden de koplampen
en de achterruit niet langer schoongesproeid. Dit
omdat de sproeifunctie van de voorruit de
voorrang heeft.