Opbouw en werking
5.9.2
Benodigde luchtdruk voor separatie
De luchtdruk in het separatiehuis wordt gemeten
door een druksensor (Afb. 65/1).
De benodigde luchtdruk in het separatiehuis
bedraagt minimaal 55 mbar en wordt
•
door aangegeven door de AMATRON
de bedieningshandleiding voor de
+
AMATRON
)
•
ingesteld
ο
via het turbinetoerental (zie hoofdstuk
"Het turbinetoerental instellen, op
pagina 126)
ο
of door het afstellen van de
luchtverdeler indien het maximale
turbinetoerental is bereikt.
74
De door de turbine gegenereerde luchtstroom loopt door de boringen
van de separatietrommel. De op de korrels uitgeoefende zuigkracht
sluiten de zaadkorrels de boringen af.
Om ervoor te zorgen dat de zaadkorrels niet van de separatietrommel
afvallen moet een constante druk worden behouden door
•
een constant turbinetoerental
•
dichtheid van het systeem (druktank).
+
(zie
Afb. 65
•
De luchtdruk van 55 mbar wordt alleen opgebouwd wanneer alle
boringen van de separatietrommel met zaadkorrels zijn bedekt
[zie de voordraaifunctie (hoofdstuk ", op pagina 143)].
+
•
De AMATRON
geeft een waarschuwing af wanneer de
boringen van de separatietrommel niet met zaadkorrels zijn
bedekt, bijvoorbeeld wanneer de luchtdruk op onjuiste wijze is
ingesteld.
De waarschuwing wordt afgegeven wanneer er geen zaaigoed
door de optosensor wordt gedetecteerd.
EDX 6000-T BAH0036-1 01.10