12.5.10.3 Remtrommel op verontreiniging controleren (vakwerkplaats)
1. Schroef beide afdekplaten (Afb. 206/1) aan
de binnenzijde van de remtrommel los.
2. Verwijder eventueel binnengedrongen vuil
en plantenresten.
3. Monteer de afdekplaten weer.
12.5.10.4 Remvoeringcontrole (vakwerkplaats)
Vervang de remvoering als de dikte is
afgenomen tot
•
5 mm bij met popnagels bevestigde
voeringen,
•
2 mm bij verlijmde voeringen.
Verwijder ter controle de rubber stop (Afb. 207/1)
uit het kijkglas.
Plaats de rubber stop vervolgens weer.
EDX 6000-T BAH0036-1 01.10
Afb. 206
VOORZICHTIG
Binnengedrongen vuil kan zich op de remvoeringen (Afb. 206/2)
afzetten en daardoor de remwerking aanzienlijk verminderen.
Gevaar voor ongevallen.
Bij vuil in de remtrommel dienen de remvoeringen in een
vakwerkplaats te worden gecontroleerd.
Hiertoe moeten het wiel en de remtrommel worden
gedemonteerd.
Afb. 207
Reinigen, service en onderhoud
179