Algemene veiligheidsinstructies
2.16.5
Remsysteem
Luchtdrukremsysteem
34
•
Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en
reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren.
•
Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren.
•
Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem.
Laat de storing direct verhelpen.
•
Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine
tegen onbedoeld zakken en wegrollen (wielblokken) voordat u
werkzaamheden aan het remsysteem uitvoert.
•
Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en
boorwerkzaamheden in de nabijheid van remleidingen.
•
Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het
remsysteem altijd een remmentest uit.
•
Reinig voor het aankoppelen van de machine eerst de
afdichtringen van de koppelmoffen van de voorraad- en
remleidingen.
•
U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de
manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft.
•
Tap elke dag het water uit de luchtketel af.
•
Sluit de koppelmoffen op de tractor als u zonder machine gaat
rijden.
•
Bevestig de koppelmoffen van de voorraad- en remleiding van
de machine aan de daarvoor bestemde blinde koppelingen.
•
Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven
remvloeistof. Houd u bij het verversen van de remvloeistof aan
de relevante voorschriften.
•
De voorgeschreven instellingen van de remkleppen mogen niet
worden gewijzigd.
•
Vervang de luchtketel zodra
ο
de luchtketel in de spanbanden kan worden bewogen
ο
de luchtketel is beschadigd
ο
het typeplaatje op de luchtketel begint te roesten, los is of
ontbreekt.
EDX 6000-T BAH0036-1 01.10