Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen
8.3.3

Inbrengdiepte instellen

1. Draai de contramoer (Afb. 134/1) los.
2. Verdraai de ventielschroef (Afb. 134/2) voor
het instellen van de meststofschijfdruk.
Lees de meststofschijfdruk op de
manometer (Afb. 134/3) af.
3. Draai de contramoer vast.
4. Rijd met de machine op het land ca. 100 m
met de latere werksnelheid, controleer de
inbrengdiepte en corrigeer deze indien
nodig.
122
5. Stel de gewenste strooihoeveelheid in via de AMATRON
5.1 Voer bij de afdraaiproef de instelling van de
strooihoeveelheid uit op de manier die is beschreven in de
bedieningshandleiding van de AMATRON
"Machines met elektrische volledige dosering afdraaien").
Het aantal motoromwentelingen dat tijdens de afdraaiproef
plaatsvindt totdat de signaaltoon klinkt is afhankelijk van de
hoeveelheid zaaigoed:
0 tot 14,9 kg → motoromwentelingen op 1/10 ha
15 tot 29,9 kg → motoromwentelingen op 1/20 ha
vanaf 30 kg → motoromwentelingen op 1/40 ha.
6. Bevestigd de afdraai-emmer op de transporthouder en borg
deze met een lunspen (zie hoofdstuk "Afdraai-emmer", op
pagina 88).
7. Sluit de injectiesluisklep [zie afb. (Afb. 91), op pagina 86].
Afb. 134
Controleer de inbrengdiepte altijd:
voor het begin van de werkzaamheden,
na elke instelling van de meststofschijfdruk,
bij wijziging van de rijsnelheid tijdens het werk,
bij verandering van de bodemgesteldheid.
Rijd met de machine op het land ca. 100 m met de latere
werksnelheid, controleer de inbrengdiepte en corrigeer deze indien
nodig.
+
+
(zie hoofdstuk
EDX 6000-T BAH0036-1 01.10
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave