4 Installatie en inbedrijfstelling
Afbeelding 18 Gebruik bouten om de montageplaten te monteren aan weerszijden van het kanaal.
Afbeelding 19 Gebruik bouten om een zender of ontvanger op de overeenstemmende montageplaat te monteren.
4.2.3
Elektrische installatie
Voer de elektrische installatie uit conform de toepasselijke voorschriften of richtlijnen voor de installatie van
elektrische apparatuur in gevaarlijke gebieden/zones.
VOORZICHTIG!
Voor de elektrische installatie dient u alle bijbehorende voedingen te ISOLEREN of UIT te schakelen, en zorg dat ze
tijdens de elektrische installatie GEÏSOLEERD en UITGESCHAKELD blijven.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot gering of matig letsel.
De elektrische installatie bestaat uit de volgende stappen:
1. De rode plastic stoppen uit de kabelingang van het aansluitcompartiment verwijderen.
2. Een geschikte explosieveilige M25 kabelwartel of ¾" NPT kabelgootfitting in de ingang van het
aansluitcompartiment schroeven.
3. Veldbekabeling of -bedrading door de kabelingang in het aansluitcompartiment voeren.
4. De vereiste draden aansluiten voor de veldverbindingen naar de eenheid op de toepasselijke klemmen van
het klemmenblok. (Zie hoofdstuk
5. De behuizing van de eenheid aansluiten op veiligheidsaarde (potentiaalvereffening) met één van de
aanwezige interne of externe aardingspunten.
3.3
)
Senscient ELDS™ / Rev 22
NL
64